Kinderen
alle pijlers
Logopedist gezocht? Uitspraak van een bijna-kleuter
donderdag 1 oktober 2020 om 13:39
Misschien lijkt dit een vaag verhaal omdat ik niet herkenbaar over wil komen.
'mijn' bijna-kleuter vind ik 80% van de tijd nog onverstaanbaar. Hij kan zich wel uiten, en als ik dan zie wat hij vast heeft, waar hij mee bezig is, en waar hij naar wijst dan begrijp ik hem wel.
Als ik in de keuken sta en hij in de kamer, en hij zegt wat tegen mij dan kan ik er meestal niets van maken zonder om herhaling te vragen, of te kijken waar hij op dat moment mee bezig is.
Ik kan wel lijsten vinden met 'dit moet je peuter kunnen voordat hij naar school gaat', en dan staat er bijvoorbeeld 'zinnen van 3 woorden maken'. Ja dat lukt wel. Maar hoe verstaanbaar moet dat zijn volgens 'de boekjes' ?
Het is bijvoorbeeld: " Ikke gaag dese pussel spele maakt "
("Ik maak deze puzzel", of als je wilt: 'ik wil graag met deze puzzel spelen' beide opties zijn goed)
"kijk usse mij!" is bijvoorbeeld "kijk eens naar mij"
Ik wil het hier eens met de ouders van de bijna kleuter over hebben om te horen hoe zij dit zien. (ik ben dusdanig bij het gezin betrokken dat dit mogelijk is en bespreekbaar is) Maar misschien maak ik me wel druk om niets en is dit standaard-uitspraak voor een bijna 4 jarige.
Dus de vraag. Hoe moet de uitspraak ongeveer zijn voor iemand die bijna start in groep 1? Als je deze 2 voorbeelden ziet, en je weet dan dat hij de rest van de dag ook behoorlijk onverstaanbaar is. Moeten we dan misschien actie ondernemen? Of komt het vanzelf goed straks in groep 1?
'mijn' bijna-kleuter vind ik 80% van de tijd nog onverstaanbaar. Hij kan zich wel uiten, en als ik dan zie wat hij vast heeft, waar hij mee bezig is, en waar hij naar wijst dan begrijp ik hem wel.
Als ik in de keuken sta en hij in de kamer, en hij zegt wat tegen mij dan kan ik er meestal niets van maken zonder om herhaling te vragen, of te kijken waar hij op dat moment mee bezig is.
Ik kan wel lijsten vinden met 'dit moet je peuter kunnen voordat hij naar school gaat', en dan staat er bijvoorbeeld 'zinnen van 3 woorden maken'. Ja dat lukt wel. Maar hoe verstaanbaar moet dat zijn volgens 'de boekjes' ?
Het is bijvoorbeeld: " Ikke gaag dese pussel spele maakt "
("Ik maak deze puzzel", of als je wilt: 'ik wil graag met deze puzzel spelen' beide opties zijn goed)
"kijk usse mij!" is bijvoorbeeld "kijk eens naar mij"
Ik wil het hier eens met de ouders van de bijna kleuter over hebben om te horen hoe zij dit zien. (ik ben dusdanig bij het gezin betrokken dat dit mogelijk is en bespreekbaar is) Maar misschien maak ik me wel druk om niets en is dit standaard-uitspraak voor een bijna 4 jarige.
Dus de vraag. Hoe moet de uitspraak ongeveer zijn voor iemand die bijna start in groep 1? Als je deze 2 voorbeelden ziet, en je weet dan dat hij de rest van de dag ook behoorlijk onverstaanbaar is. Moeten we dan misschien actie ondernemen? Of komt het vanzelf goed straks in groep 1?
Herinner gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag!
donderdag 1 oktober 2020 om 23:29
Het is aan de ouders die, neem ik aan, gewoon net als alle andere ouders bij de huisarts, consultatiebureau ed komen.Sonnemaatje schreef: ↑01-10-2020 13:48Nee niet mijn kind, maar wel een paar dagen per week bij mij.
Niet aan jou.
vrijdag 2 oktober 2020 om 00:13
Ik kan me goed voorstellen dat als beide talen behoorlijk vergelijkbaar zijn en vaak ook bijna dezelfde, maar net iets andere woorden voor hetzelfde gebruiken, dat dit erg lastig is voor een kind om uit elkaar te houden. Die hoort dat telkens dezelfde klanken, maar wel verschillende talen...Sonnemaatje schreef: ↑01-10-2020 13:52Ja hoor, dat is heel gemakkelijk, gewoon bij elk woord een paar klinkers omwisselen en je bent een heel eind
Maar ik zou dit vooral in je regio rondvragen. Er moeten daar toch zat mensen zijn met ervaring in tweetalig Fries/Nederlands.
Ik denk dat je toch altijd het risico loopt dat je wat achter loopt met een taal in zo’n situatie. Mijn partner is tweetalig opgevoed en dat merk je wel in het Nederlands. Dat werd daar alleen thuis gesproken. Theoretisch is alle kennis van de taal er, maar in de praktijk worden er toch vaak fouten gemaakt bij de dingen die je niet op basis van een regel leert (lid- en verwijswoorden enzo).