Werk & Studie
alle pijlers
Vakantiegeld verplicht?
donderdag 6 maart 2008 om 22:53
Eh... volgens mij is vakantiegeld helemaal niet verplicht toch? In ieder geval schaffen ze het bij ons als losse post af, en komt het in 1 budget dat je gewoon per maand uitbetaald krijgt. Feitelijk gewoon meer loon ipv vakantiegeld dus.
hm.... ik lees nu in het andere topic inderdaad dat het wel verplicht is en niet per maand uitbetaald mag worden. Zal toch eens nakijken hoe dat dan bij ons zit, want dit is de nieuwe CAO van en niet klein bedrijf in Nederland.
hm.... ik lees nu in het andere topic inderdaad dat het wel verplicht is en niet per maand uitbetaald mag worden. Zal toch eens nakijken hoe dat dan bij ons zit, want dit is de nieuwe CAO van en niet klein bedrijf in Nederland.
vrijdag 7 maart 2008 om 09:29
@Rider
Ik denk dat het er bij een DGA aan ligt of deze al dan niet een arbeidsovereenkomst met de BV heeft.
Voor wat betreft de juridische regel, met dank aan arbeisrechter punt nl, onderstaand de officiele uitleg:
Vakantiegeld
Recht op vakantiegeld
In de wet is een minimumrecht op vakantiegeld vastgesteld. Het vakantiegeld (of vakantiebijslag, of vakantietoeslag) bedraagt tenminste 8% van het loon (inclusief eventuele uitkeringen uit de Werkloosheidswet, Wet arbeid en Zorg en Ziektewet), met dien verstande dat het bedrag, waarmee dit loon het drievoud van het minimumloon overschrijdt, buiten beschouwing blijft.
In de praktijk zal het vakantiegeld in veruit de meeste gevallen 8% van het loon bedragen. De werknemer bouwt zijn recht op vakantiegeld in de loop van het vakantiejaar op.
Eenmaal per jaar uitbetalen
Uitbetaling van het vakantiegeld moet jaarlijks plaatsvinden. Meestal gebeurt dit in de periode mei/juni.
Vakantiegeld en einde dienstbetrekking
Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever het saldo van het opgebouwde vakantiegeld uitbetalen. Een voorbeeld: het vakantiejaar loopt van 1 juni tot 1 juni. De arbeidsovereenkomst eindigt per 1 augustus. Op 1 augustus zal de werkgever het vakantiegeld tot aan 1 juni al hebben uitbetaald (namelijk op 1 juni). In de eindafrekening moet hij de werknemer nog vakantiegeld uitkeren over de periode 1 juni tot en met 31 juli (dus 2/12 x 8% x jaarsalaris).
Ik denk dat het er bij een DGA aan ligt of deze al dan niet een arbeidsovereenkomst met de BV heeft.
Voor wat betreft de juridische regel, met dank aan arbeisrechter punt nl, onderstaand de officiele uitleg:
Vakantiegeld
Recht op vakantiegeld
In de wet is een minimumrecht op vakantiegeld vastgesteld. Het vakantiegeld (of vakantiebijslag, of vakantietoeslag) bedraagt tenminste 8% van het loon (inclusief eventuele uitkeringen uit de Werkloosheidswet, Wet arbeid en Zorg en Ziektewet), met dien verstande dat het bedrag, waarmee dit loon het drievoud van het minimumloon overschrijdt, buiten beschouwing blijft.
In de praktijk zal het vakantiegeld in veruit de meeste gevallen 8% van het loon bedragen. De werknemer bouwt zijn recht op vakantiegeld in de loop van het vakantiejaar op.
Eenmaal per jaar uitbetalen
Uitbetaling van het vakantiegeld moet jaarlijks plaatsvinden. Meestal gebeurt dit in de periode mei/juni.
Vakantiegeld en einde dienstbetrekking
Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever het saldo van het opgebouwde vakantiegeld uitbetalen. Een voorbeeld: het vakantiejaar loopt van 1 juni tot 1 juni. De arbeidsovereenkomst eindigt per 1 augustus. Op 1 augustus zal de werkgever het vakantiegeld tot aan 1 juni al hebben uitbetaald (namelijk op 1 juni). In de eindafrekening moet hij de werknemer nog vakantiegeld uitkeren over de periode 1 juni tot en met 31 juli (dus 2/12 x 8% x jaarsalaris).
vrijdag 7 maart 2008 om 11:26
Artikel 15 van de wet minimumloon en minimum vakantietoeslag regelt dat het 8 procent is maar zoals je in artikel 16 lid 1 kunt lezen kun je er vanaf wijken.
Artikel 15 (WML)
1. Uit de overeenkomst, waarop een dienstbetrekking berust, heeft de werknemer jegens de werkgever aanspraak op een vakantiebijslag ten minste tot een bedrag van 8% van zijn ten laste van de werkgever komende loon, alsmede van de uitkeringen waarop hij tijdens de dienstbetrekking krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet aanspraak heeft, met dien verstande, dat het bedrag waarmede de som van dit loon en deze uitkeringen het drievoud van het minimumloon overschrijdt buiten beschouwing blijft.
2. De in het eerste lid bedoelde som wordt geacht het drievoud van het minimumloon te overschrijden indien deze over de uitbetalingstermijn, liggende in het tijdvak waarover de aanspraak op vakantiebijslag bestaat, gemiddeld meer bedraagt dan het drievoud van het in artikel 8 genoemde bedrag van het minimumloon.
3. Beloningen die de werknemer voor arbeid, door hem in de dienstbetrekking verricht, van derden ontvangt, worden, voor zover zij deel uitmaken van de arbeidsvoorwaarden, voor de toepassing van de voorgaande leden geacht ten laste van de werkgever komend loon te zijn.
4. Gelijktijdig met de toepassing van artikel 14, dertiende lid, gaat Onze Minister na of de ontwikkeling van het niveau van de in collectieve arbeidsovereenkomsten overeengekomen vakantiebijslag een verhoging van de minimumvakantiebijslag wenselijk maakt. Bij algemene maatregel van bestuur kan vervolgens het percentage, genoemd in het eerste lid, en dienovereenkomstig het percentage, genoemd in artikel 16, tweede en derde lid, worden verhoogd; daarbij kan tevens een minimum-bedrag worden vastgesteld voor de aanspraak van de werknemer jegens zijn werkgever ingevolge het eerste lid.
Artikel 16 (WML)
1. Behoudens het bij het tweede, derde en vierde lid bepaalde kan bij publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst worden bepaald, dat de werknemer geen aanspraak heeft op vakantiebijslag dan wel aanspraak heeft op een lager bedrag aan vakantiebijslag dan uit artikel 15 voortvloeit.
2. Indien de som van het loon, waarop de werknemer op 1 juni van enig jaar over het daaraan voorafgaande tijdvak van een jaar aanspraak heeft verworven, en de vakantiebijslag, voor zover de werknemer daarop over dat tijdvak aanspraak heeft verworven, minder bedraagt dan 108% van het bedrag, waarop de werknemer over dat tijdvak als minimumloon aanspraak heeft verworven, heeft de werknemer over dat tijdvak bovendien aanspraak op een bedrag aan vakantiebijslag ter grootte van het bedrag waarmee genoemde 108% eerdergenoemde som te boven gaat.
3. Voor zover de werknemer over een tijdvak als bedoeld in het tweede lid aanspraak op uitkeringen krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet tijdens dienstbetrekking heeft verworven, heeft de werknemer over deze uitkeringen jegens de werkgever aanspraak op een zodanig bedrag aan vakantiebijslag, dat dit bedrag vermeerderd met die uitkeringen ten minste 108% bedraagt van het bedrag waarop de werknemer over dit tijdvak aan uitkeringen krachtens de Ziektewet en de Werkloosheidswet berekend over het minimumloon, aanspraak heeft of zou hebben verworven.
4. Ingeval toepassing is gegeven aan artikel 15, vierde lid, heeft de werknemer over een tijdvak als bedoeld in het tweede lid tenminste aanspraak op een zodanig bedrag aan vakantiebijslag dat dit bedrag vermeerderd met het loon, respectievelijk de uitkeringen krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet, waarop de werknemer over dat tijdvak aanspraak heeft verworven, niet lager is dan de som van het krachtens artikel 15, vierde lid, vastgestelde minimumbedrag en het minimumloon, respectievelijk de uitkeringen krachtens de Ziektewet en de Werkloosheidswet berekend over het minimumloon, waarop de werknemer over dat tijdvak aanspraak heeft of zou hebben verworven.
5. Ingeval het door de werkgever en werknemer overeengekomen loon het drievoud van het minimumloon overschrijdt, kan ook bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald, dat de werknemer geen aanspraak heeft op vakantiebijslag dan wel aanspraak heeft op een lager bedrag aan vakantiebijslag. Artikel 15, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
6. Ingeval de werkgever die jegens zijn werknemers verplicht is tot toepassing van een publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst, dan wel algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst, waarbij op grond van het eerste lid is afgeweken van artikel 15, tevens werknemers in dienst heeft jegens wie die verplichting niet bestaat, kan ten aanzien van laatstbedoelde werknemers bij schriftelijke overeenkomst op overeenkomstige wijze van artikel 15 worden afgeweken.
7. Indien de werknemer ingevolge enige wettelijke bepaling uit de overeenkomst, waarop de dienstbetrekking berust, recht heeft op loon over een periode, waarin hij geen arbeid verricht, worden de uitkeringen krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet, waarmede het loon ingevolge die bepaling wordt verminderd, voor de toepassing van dit artikel geacht ten laste van de werkgever komend loon te zijn.
Artikel 15 (WML)
1. Uit de overeenkomst, waarop een dienstbetrekking berust, heeft de werknemer jegens de werkgever aanspraak op een vakantiebijslag ten minste tot een bedrag van 8% van zijn ten laste van de werkgever komende loon, alsmede van de uitkeringen waarop hij tijdens de dienstbetrekking krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet aanspraak heeft, met dien verstande, dat het bedrag waarmede de som van dit loon en deze uitkeringen het drievoud van het minimumloon overschrijdt buiten beschouwing blijft.
2. De in het eerste lid bedoelde som wordt geacht het drievoud van het minimumloon te overschrijden indien deze over de uitbetalingstermijn, liggende in het tijdvak waarover de aanspraak op vakantiebijslag bestaat, gemiddeld meer bedraagt dan het drievoud van het in artikel 8 genoemde bedrag van het minimumloon.
3. Beloningen die de werknemer voor arbeid, door hem in de dienstbetrekking verricht, van derden ontvangt, worden, voor zover zij deel uitmaken van de arbeidsvoorwaarden, voor de toepassing van de voorgaande leden geacht ten laste van de werkgever komend loon te zijn.
4. Gelijktijdig met de toepassing van artikel 14, dertiende lid, gaat Onze Minister na of de ontwikkeling van het niveau van de in collectieve arbeidsovereenkomsten overeengekomen vakantiebijslag een verhoging van de minimumvakantiebijslag wenselijk maakt. Bij algemene maatregel van bestuur kan vervolgens het percentage, genoemd in het eerste lid, en dienovereenkomstig het percentage, genoemd in artikel 16, tweede en derde lid, worden verhoogd; daarbij kan tevens een minimum-bedrag worden vastgesteld voor de aanspraak van de werknemer jegens zijn werkgever ingevolge het eerste lid.
Artikel 16 (WML)
1. Behoudens het bij het tweede, derde en vierde lid bepaalde kan bij publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst worden bepaald, dat de werknemer geen aanspraak heeft op vakantiebijslag dan wel aanspraak heeft op een lager bedrag aan vakantiebijslag dan uit artikel 15 voortvloeit.
2. Indien de som van het loon, waarop de werknemer op 1 juni van enig jaar over het daaraan voorafgaande tijdvak van een jaar aanspraak heeft verworven, en de vakantiebijslag, voor zover de werknemer daarop over dat tijdvak aanspraak heeft verworven, minder bedraagt dan 108% van het bedrag, waarop de werknemer over dat tijdvak als minimumloon aanspraak heeft verworven, heeft de werknemer over dat tijdvak bovendien aanspraak op een bedrag aan vakantiebijslag ter grootte van het bedrag waarmee genoemde 108% eerdergenoemde som te boven gaat.
3. Voor zover de werknemer over een tijdvak als bedoeld in het tweede lid aanspraak op uitkeringen krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet tijdens dienstbetrekking heeft verworven, heeft de werknemer over deze uitkeringen jegens de werkgever aanspraak op een zodanig bedrag aan vakantiebijslag, dat dit bedrag vermeerderd met die uitkeringen ten minste 108% bedraagt van het bedrag waarop de werknemer over dit tijdvak aan uitkeringen krachtens de Ziektewet en de Werkloosheidswet berekend over het minimumloon, aanspraak heeft of zou hebben verworven.
4. Ingeval toepassing is gegeven aan artikel 15, vierde lid, heeft de werknemer over een tijdvak als bedoeld in het tweede lid tenminste aanspraak op een zodanig bedrag aan vakantiebijslag dat dit bedrag vermeerderd met het loon, respectievelijk de uitkeringen krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet, waarop de werknemer over dat tijdvak aanspraak heeft verworven, niet lager is dan de som van het krachtens artikel 15, vierde lid, vastgestelde minimumbedrag en het minimumloon, respectievelijk de uitkeringen krachtens de Ziektewet en de Werkloosheidswet berekend over het minimumloon, waarop de werknemer over dat tijdvak aanspraak heeft of zou hebben verworven.
5. Ingeval het door de werkgever en werknemer overeengekomen loon het drievoud van het minimumloon overschrijdt, kan ook bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald, dat de werknemer geen aanspraak heeft op vakantiebijslag dan wel aanspraak heeft op een lager bedrag aan vakantiebijslag. Artikel 15, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
6. Ingeval de werkgever die jegens zijn werknemers verplicht is tot toepassing van een publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst, dan wel algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst, waarbij op grond van het eerste lid is afgeweken van artikel 15, tevens werknemers in dienst heeft jegens wie die verplichting niet bestaat, kan ten aanzien van laatstbedoelde werknemers bij schriftelijke overeenkomst op overeenkomstige wijze van artikel 15 worden afgeweken.
7. Indien de werknemer ingevolge enige wettelijke bepaling uit de overeenkomst, waarop de dienstbetrekking berust, recht heeft op loon over een periode, waarin hij geen arbeid verricht, worden de uitkeringen krachtens de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet, waarmede het loon ingevolge die bepaling wordt verminderd, voor de toepassing van dit artikel geacht ten laste van de werkgever komend loon te zijn.
zaterdag 8 maart 2008 om 01:10
zaterdag 8 maart 2008 om 01:12
Eh........ iemand heeft op wikipedia al eens iets geschreven waar je wellicht wat aan hebt:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Directeur_grootaandeelhouder
BW.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Directeur_grootaandeelhouder
BW.