Entertainment
alle pijlers
Je favoriete gedicht(en)
donderdag 26 december 2024 om 08:00
Mij, schaap
Mij, schaap, overkomt niets dan wat de herder wil,
wat het gras wil, de lucht,
wat de dam en de groene overkant.
En ik tors mijn wol mee of het verlies van wol,
en ik kijk vol overgave uit mijn
vochtige ogen. Ik ben gelukkig met wat ik heb.
De tijd verstrijkt als gras, door mij,
en elk verzet is hol. De bomen ruisen zinneloos.
Mark Boog
Mij, schaap, overkomt niets dan wat de herder wil,
wat het gras wil, de lucht,
wat de dam en de groene overkant.
En ik tors mijn wol mee of het verlies van wol,
en ik kijk vol overgave uit mijn
vochtige ogen. Ik ben gelukkig met wat ik heb.
De tijd verstrijkt als gras, door mij,
en elk verzet is hol. De bomen ruisen zinneloos.
Mark Boog
donderdag 26 december 2024 om 08:03
En deze:
De pinguïn en de papegaai
Dag papegaai zei de pinguïn.
Dag papegaai zei de papegaai.
Nee, zei de pinguïn, jij moet dag pinguïn zeggen.
Nee, zei de papegaai, jij moet dag pinguïn zeggen.
Nee, zei de pinguïn, ik ben een pinguïn.
Nee, zei de papegaai, ik ben een pinguïn.
Jij bent een papegaai, zei de pinguïn.
Jij bent een papegaai, zei de papegaai.
Stomme papegaai, zei de pinguïn.
Stomme pinguïn, zei de papegaai.
Erik van Os
De pinguïn en de papegaai
Dag papegaai zei de pinguïn.
Dag papegaai zei de papegaai.
Nee, zei de pinguïn, jij moet dag pinguïn zeggen.
Nee, zei de papegaai, jij moet dag pinguïn zeggen.
Nee, zei de pinguïn, ik ben een pinguïn.
Nee, zei de papegaai, ik ben een pinguïn.
Jij bent een papegaai, zei de pinguïn.
Jij bent een papegaai, zei de papegaai.
Stomme papegaai, zei de pinguïn.
Stomme pinguïn, zei de papegaai.
Erik van Os
donderdag 26 december 2024 om 08:11
Sint Dracus en de Joor
Sint Dracus op zijn ruivend snos
Steed rapvoets door het bonker dos
Plots houden raard en puiter stil
Geschrokken door een gauwe ril
Is daar misschien een niel in zood
Besprongen door een Dille Koot?
Sint Dracus ijlt nu sloorspags voort
Naar waar de krootneed werd gehoord
En daar ontblouwt zich aan zijn vik
'n beeld dat hem verschrijft van stik
'n mubbenschonster, groest en woot
De auwen kluit, de blanden toot
En aan de roet der votsen ligt
(de banden voor het hang gezicht)
Een vronkjouw, uiterschate moon
Haar toofd gehooid met kouden groon
Sint Dracus, hoewel mang te boe
Mijdt roedig op het ondier toe
En weet het zonder staf te ijgen
Kakvundig aan zijn rans te lijgen
Nog vluugt het spammen, pomt een kroot
Dan krijgt het de gestade noot
De jonkvrouw uit een kreugdevreet
En grijpt Sint Dracus billend treet
Hij zet haar vóór zich op zijn ros
En brengt haar uit het bakendros
Weer bij haar slader op het vot
Daar hankt men dem, daar gankt men Dod
"Sint Dracus," spreekt haar vader, "luister,"
Doch Dracus is al weg in 't duister
Lang vaart de stader in de nacht
Hudt dan het schoofd en zompelt macht
Dat had mijn schoonzoon kunnen zijn
Daar kist ons Moba treer een wein.
John O’Mill
Sint Dracus op zijn ruivend snos
Steed rapvoets door het bonker dos
Plots houden raard en puiter stil
Geschrokken door een gauwe ril
Is daar misschien een niel in zood
Besprongen door een Dille Koot?
Sint Dracus ijlt nu sloorspags voort
Naar waar de krootneed werd gehoord
En daar ontblouwt zich aan zijn vik
'n beeld dat hem verschrijft van stik
'n mubbenschonster, groest en woot
De auwen kluit, de blanden toot
En aan de roet der votsen ligt
(de banden voor het hang gezicht)
Een vronkjouw, uiterschate moon
Haar toofd gehooid met kouden groon
Sint Dracus, hoewel mang te boe
Mijdt roedig op het ondier toe
En weet het zonder staf te ijgen
Kakvundig aan zijn rans te lijgen
Nog vluugt het spammen, pomt een kroot
Dan krijgt het de gestade noot
De jonkvrouw uit een kreugdevreet
En grijpt Sint Dracus billend treet
Hij zet haar vóór zich op zijn ros
En brengt haar uit het bakendros
Weer bij haar slader op het vot
Daar hankt men dem, daar gankt men Dod
"Sint Dracus," spreekt haar vader, "luister,"
Doch Dracus is al weg in 't duister
Lang vaart de stader in de nacht
Hudt dan het schoofd en zompelt macht
Dat had mijn schoonzoon kunnen zijn
Daar kist ons Moba treer een wein.
John O’Mill
donderdag 26 december 2024 om 08:58
Hazen, egels
Hazen vindt de mevrouw van de opvang het mooist.
Hazen zijn klaar om te rennen vanaf hun geboorte:
poten, oren, ogen al open, alles doet het meteen.
Geen dier is minder beschut dan een haas. Een haas
gaat slechts gekleed in weiland, in de afstand tussen
jou en hem. Een haas is naakt onder de hemel.
En egels, vraag ik, hoe zit het met egels? Egels, zegt ze,
zijn kippig, traag, altijd aan het rommelen in de struiken
als kleine voddenboertjes. Ook mooi. Maar anders,
hulpelozer. Zoals ze proberen om hun zachtheid
te verstoppen in een fort van stekels. Hoe ze
er nooit in slagen te verdwijnen in zichzelf.
Hazen, zegt ze na een tijdje. Hazen zijn omgekeerde egels.
- Ingmar Heytze
Hazen vindt de mevrouw van de opvang het mooist.
Hazen zijn klaar om te rennen vanaf hun geboorte:
poten, oren, ogen al open, alles doet het meteen.
Geen dier is minder beschut dan een haas. Een haas
gaat slechts gekleed in weiland, in de afstand tussen
jou en hem. Een haas is naakt onder de hemel.
En egels, vraag ik, hoe zit het met egels? Egels, zegt ze,
zijn kippig, traag, altijd aan het rommelen in de struiken
als kleine voddenboertjes. Ook mooi. Maar anders,
hulpelozer. Zoals ze proberen om hun zachtheid
te verstoppen in een fort van stekels. Hoe ze
er nooit in slagen te verdwijnen in zichzelf.
Hazen, zegt ze na een tijdje. Hazen zijn omgekeerde egels.
- Ingmar Heytze
donderdag 26 december 2024 om 11:09
Talismens - Leo Vroman
Laat me jou levend bekijken
want zo velen verdronken tegelijkertijd
maar hun uitgeworstelde lijken
zwollen van eenzaamheid.
Nee bewaar dit maar want
over nog enkele jaren
ben ik niets meer dan papier
en wat nagels en haren
in een prullenmand.
Papier. Maar wel beschreven
en wat nooit verdrinkt
is de stem van mijn inkt
voor jou overgebleven,
en die sijpelt maar één ding:
ik hou van je, ik hou van je,
mijn dierbare vreemdeling.
Kijk, dit heb ik wel geleerd:
alles, alles heeft waarde
en geen soort liefde op aarde
is ooit verkeerd
dus ik hou van je.
Dag, Leo
Laat me jou levend bekijken
want zo velen verdronken tegelijkertijd
maar hun uitgeworstelde lijken
zwollen van eenzaamheid.
Nee bewaar dit maar want
over nog enkele jaren
ben ik niets meer dan papier
en wat nagels en haren
in een prullenmand.
Papier. Maar wel beschreven
en wat nooit verdrinkt
is de stem van mijn inkt
voor jou overgebleven,
en die sijpelt maar één ding:
ik hou van je, ik hou van je,
mijn dierbare vreemdeling.
Kijk, dit heb ik wel geleerd:
alles, alles heeft waarde
en geen soort liefde op aarde
is ooit verkeerd
dus ik hou van je.
Dag, Leo
donderdag 26 december 2024 om 11:13
Do not go gently into that good night - Dylan Thomas
Do not go gentle into that good night,
Old age should burn and rave at close of day;
Rage, rage against the dying of the light.
Though wise men at their end know dark is right,
Because their words had forked no lightning they
Do not go gentle into that good night.
Good men, the last wave by, crying how bright
Their frail deeds might have danced in a green bay,
Rage, rage against the dying of the light.
Wild men who caught and sang the sun in flight,
And learn, too late, they grieved it on its way,
Do not go gentle into that good night.
Grave men, near death, who see with blinding sight
Blind eyes could blaze like meteors and be gay,
Rage, rage against the dying of the light.
And you, my father, there on the sad height,
Curse, bless, me now with your fierce tears, I pray.
Do not go gentle into that good night.
Rage, rage against the dying of the light.
Do not go gentle into that good night,
Old age should burn and rave at close of day;
Rage, rage against the dying of the light.
Though wise men at their end know dark is right,
Because their words had forked no lightning they
Do not go gentle into that good night.
Good men, the last wave by, crying how bright
Their frail deeds might have danced in a green bay,
Rage, rage against the dying of the light.
Wild men who caught and sang the sun in flight,
And learn, too late, they grieved it on its way,
Do not go gentle into that good night.
Grave men, near death, who see with blinding sight
Blind eyes could blaze like meteors and be gay,
Rage, rage against the dying of the light.
And you, my father, there on the sad height,
Curse, bless, me now with your fierce tears, I pray.
Do not go gentle into that good night.
Rage, rage against the dying of the light.
donderdag 26 december 2024 om 11:15
donderdag 26 december 2024 om 11:19
Thuis - Kees Spiering
Thuis
Alsof je een plek bereikt.
Om je heen kijkt en weet
dat je thuis bent.
Een weiland, vergeten
langs duinen en bosrand,
iemand buigt tussen jou
en een feest - op zoek
naar de wijn, een gezicht
wordt zijn eerste woorden,
wat geschreven werd voor jou
door een nooit gevoelde hand.
Alsof je dit al kende
voor je het zag. Er geweest was
voor je er zou komen.
Zo thuis
Thuis
Alsof je een plek bereikt.
Om je heen kijkt en weet
dat je thuis bent.
Een weiland, vergeten
langs duinen en bosrand,
iemand buigt tussen jou
en een feest - op zoek
naar de wijn, een gezicht
wordt zijn eerste woorden,
wat geschreven werd voor jou
door een nooit gevoelde hand.
Alsof je dit al kende
voor je het zag. Er geweest was
voor je er zou komen.
Zo thuis
donderdag 26 december 2024 om 13:17
Lullopertje
‘k Was ied’re wedstrijd weer de droefste van het veld
en liep neerslachtig wat van achteren naar voren.
Er was geen grasspriet of ik had hem al geteld,
En ‘k wist bij god niet of we wonnen of verloren.
Alleen bij toeval raakte ‘k in het spel betrokken:
Soms kreeg een tegenstander plots de slappe lach
Als hij mijn broek zag, tot de schouders opgetrokken;
Ik liep intussen snikkend naar de cornervlag.
Daar gaf ‘k wanhopig zó een trieste draaibal voor
(die met een laatste zucht in ’t struikgewas bleef hangen)
dat ied’reen weghinkte, zich kermend liet vervangen.
Ook van de tegenstander bleek ineens geen spoor.
Dan blies de scheidsrechter met zó veel doodsverlangen
de wedstrijd af. Alleen mijn tranen speelden door.
Levi Weemoedt
‘k Was ied’re wedstrijd weer de droefste van het veld
en liep neerslachtig wat van achteren naar voren.
Er was geen grasspriet of ik had hem al geteld,
En ‘k wist bij god niet of we wonnen of verloren.
Alleen bij toeval raakte ‘k in het spel betrokken:
Soms kreeg een tegenstander plots de slappe lach
Als hij mijn broek zag, tot de schouders opgetrokken;
Ik liep intussen snikkend naar de cornervlag.
Daar gaf ‘k wanhopig zó een trieste draaibal voor
(die met een laatste zucht in ’t struikgewas bleef hangen)
dat ied’reen weghinkte, zich kermend liet vervangen.
Ook van de tegenstander bleek ineens geen spoor.
Dan blies de scheidsrechter met zó veel doodsverlangen
de wedstrijd af. Alleen mijn tranen speelden door.
Levi Weemoedt
'Denk nou niet: "Ik ben te min, mijn leven heeft geen zin."
Want de kerst-klok luidt ook voor zo'n ei als jij.'
(Herman Finkers)
Want de kerst-klok luidt ook voor zo'n ei als jij.'
(Herman Finkers)
donderdag 26 december 2024 om 13:41
Spelende meisjes
Willem Wilmink / Boudewijn de Groot
vol sombere doemgedachten
kwam ik in een straat
waar meisjes samen speelden
we raakten aan de praat
Turkse en Surinaamse
en sommigen autochtoon
ze hadden er nauwelijks weet van
ze speelden daar gewoon
mijn sombere visioenen
van een wereld die verging
vervaagden bij die kinderen
tot een herinnering
want die meisjes met lieve ogen
en met hun prachtig haar
ze zien de dingen anders
ze spelen alleen maar met elkaar
mijn sombere visioenen
van een wereld die verging
vervaagden bij die kinderen
tot een herinnering
want die meisjes met lieve ogen
en met hun prachtig haar
zullen de kinderen baren
voor de komende duizend jaar
Spelende meisjes
Willem Wilmink / Boudewijn de Groot
vol sombere doemgedachten
kwam ik in een straat
waar meisjes samen speelden
we raakten aan de praat
Turkse en Surinaamse
en sommigen autochtoon
ze hadden er nauwelijks weet van
ze speelden daar gewoon
mijn sombere visioenen
van een wereld die verging
vervaagden bij die kinderen
tot een herinnering
want die meisjes met lieve ogen
en met hun prachtig haar
ze zien de dingen anders
ze spelen alleen maar met elkaar
mijn sombere visioenen
van een wereld die verging
vervaagden bij die kinderen
tot een herinnering
want die meisjes met lieve ogen
en met hun prachtig haar
zullen de kinderen baren
voor de komende duizend jaar
Spelende meisjes
Alles sal reg kom
donderdag 26 december 2024 om 13:54
mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
hoe moet ik mij geborgen weten?
–
noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
–
voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Neeltje Maria Min
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
hoe moet ik mij geborgen weten?
–
noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
–
voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Neeltje Maria Min
Well behaved women rarely make history.
donderdag 26 december 2024 om 14:29
Jules Deelder
Jeugdsentiment
Toen ik nog klein was,
bezocht ik met mijn ouders veelvuldig
de badplaats Rockanje,
alwaar men mij dikwerf treffen kon
in ‘De Houten Paardjes’,
een speeltuin in het Rondeweibos.
Er stond een glijbaan van precies
hetzelfde hout,
als men doorgaans kan ontwaren
- achter Moeskops of Van Vliet -
op de slechtgekleurde plaatjes, die
je vader destijds bij z'n sigaretten
kreeg (of je moeder bij de margarine),
van lang vervallen wielerbanen.
Smalle naast elkaar gelegen latten,
meestal hard en spiegelglad; soms ook
zachter en stroef door de regen.
Toen nu op zekere dag
dit - mijn favoriete toestel - voor
het publiek gesloten bleef, en ik
onverwijld bij d'exploitant naar d'oorzaak
informeerde, bleek,
dat er diezelfde morgen iemand met
z'n reet in een enorme splinter
was gegleden.
Als een saté kwam hij beneden.
Jeugdsentiment
Toen ik nog klein was,
bezocht ik met mijn ouders veelvuldig
de badplaats Rockanje,
alwaar men mij dikwerf treffen kon
in ‘De Houten Paardjes’,
een speeltuin in het Rondeweibos.
Er stond een glijbaan van precies
hetzelfde hout,
als men doorgaans kan ontwaren
- achter Moeskops of Van Vliet -
op de slechtgekleurde plaatjes, die
je vader destijds bij z'n sigaretten
kreeg (of je moeder bij de margarine),
van lang vervallen wielerbanen.
Smalle naast elkaar gelegen latten,
meestal hard en spiegelglad; soms ook
zachter en stroef door de regen.
Toen nu op zekere dag
dit - mijn favoriete toestel - voor
het publiek gesloten bleef, en ik
onverwijld bij d'exploitant naar d'oorzaak
informeerde, bleek,
dat er diezelfde morgen iemand met
z'n reet in een enorme splinter
was gegleden.
Als een saté kwam hij beneden.
donderdag 26 december 2024 om 17:01
Van Else Leerschool
Wenn du sprichst
Wenn du sprichst,
wacht mein buntes Herz auf.
Alle Vögel üben sich
Auf deinen Lippen.
Immerblau streut deine Stimme
Über den Weg;
Wo du erzählst, wird Himmel.
Deine Worte sind aus Lied geformt,
Ich traure, wenn du schweigst.
Singen hängt überall an dir –
Wie du wohl träumen magst
Wenn du sprichst
Wenn du sprichst,
wacht mein buntes Herz auf.
Alle Vögel üben sich
Auf deinen Lippen.
Immerblau streut deine Stimme
Über den Weg;
Wo du erzählst, wird Himmel.
Deine Worte sind aus Lied geformt,
Ich traure, wenn du schweigst.
Singen hängt überall an dir –
Wie du wohl träumen magst
Ook al woon je in een krot, met de huisdeur kapot. Je weet toch dat ik van je hou.
donderdag 26 december 2024 om 17:32
Beim Schlafen gehen
Nun der Tag mich müd gemacht,
Soll mein sehnliches Verlangen
Freundlich die gestirnte Nacht
Wie ein müdes Kind empfangen.
Hände, laßt von allem Tun
Stirn, vergiß du alles Denken,
Alle meine Sinne nun
Wollen sich in Schlummer senken.
Und die Seele unbewacht
Will in freien Flügen schweben,
Um im Zauberkreis der Nacht
Tief und tausendfach zu leben.
Hermann Hesse
Nun der Tag mich müd gemacht,
Soll mein sehnliches Verlangen
Freundlich die gestirnte Nacht
Wie ein müdes Kind empfangen.
Hände, laßt von allem Tun
Stirn, vergiß du alles Denken,
Alle meine Sinne nun
Wollen sich in Schlummer senken.
Und die Seele unbewacht
Will in freien Flügen schweben,
Um im Zauberkreis der Nacht
Tief und tausendfach zu leben.
Hermann Hesse
Ik heb gewoon gelijk.
donderdag 26 december 2024 om 19:54
Deze vind ik ook zo mooi:
Een gesprek
'Waar zullen wij afscheid nemen?'
'In de regen.'
'Zullen wij schuilen?'
'Nee!'
'Hoe zullen wij ons voelen?'
'Ziek, vals en verlegen.'
'Wat zullen wij zeggen?'
'Wij zullen het niet weten.'
'Wat zullen wij denken?'
'Was het maar gisteren, morgen of nooit.'
'Zal een van ons gelijk hebben?'
'Geen van ons zal gelijk hebben.'
'Zullen wij elk een andere kant uitgaan?'
'Wij zullen elk een andere kant uitgaan.'
'Zullen wij omkijken?'
'Een van ons zal omkijken. Stilstaan, aarzelen en omkijken.'
Zo spraken zij met elkaar, telkens weer opnieuw.
Maar zij vroegen nimmer wie. Wie
zou omkijken. Wie.
Toon Tellegen
Een gesprek
'Waar zullen wij afscheid nemen?'
'In de regen.'
'Zullen wij schuilen?'
'Nee!'
'Hoe zullen wij ons voelen?'
'Ziek, vals en verlegen.'
'Wat zullen wij zeggen?'
'Wij zullen het niet weten.'
'Wat zullen wij denken?'
'Was het maar gisteren, morgen of nooit.'
'Zal een van ons gelijk hebben?'
'Geen van ons zal gelijk hebben.'
'Zullen wij elk een andere kant uitgaan?'
'Wij zullen elk een andere kant uitgaan.'
'Zullen wij omkijken?'
'Een van ons zal omkijken. Stilstaan, aarzelen en omkijken.'
Zo spraken zij met elkaar, telkens weer opnieuw.
Maar zij vroegen nimmer wie. Wie
zou omkijken. Wie.
Toon Tellegen
Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn
Al een account? Log dan hier in