
Kinderliedjes.
zondag 9 oktober 2011 om 11:16
De koning van Siam die had het zo koud
Toen heeft 'ie z'n hoofd in de kachel gedouwd (2x)
Hij moest voor zijn vrouw toen eens boodschappen doen
Een pak lucifers en een dotje katoen (2x)
Hij kocht er toen ook nog een flesje azijn
Dat smaakt op de pudding verukkelijk fijn (2x)
Hij deed er dit alles al in een vergiet
Dat was wel niet slim maar dat hinderde niet (2x)
En toen hij weer thuis kwam toen zei er zijn vrouw
Ben jij nou een koning, wat heb ik aan jou (2x)
De koning van Siam die is nu kapot
Dat komt er nu van als je boodschappen doet (2x)
Toen heeft 'ie z'n hoofd in de kachel gedouwd (2x)
Hij moest voor zijn vrouw toen eens boodschappen doen
Een pak lucifers en een dotje katoen (2x)
Hij kocht er toen ook nog een flesje azijn
Dat smaakt op de pudding verukkelijk fijn (2x)
Hij deed er dit alles al in een vergiet
Dat was wel niet slim maar dat hinderde niet (2x)
En toen hij weer thuis kwam toen zei er zijn vrouw
Ben jij nou een koning, wat heb ik aan jou (2x)
De koning van Siam die is nu kapot
Dat komt er nu van als je boodschappen doet (2x)
zondag 9 oktober 2011 om 11:16
Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek
Boven op een hek
Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek
Op een mooie warme dag in september
Waarover spraken zij, die drie daar op dat hek
Boven op dat hek
Waarover spraken zij, die drie daar op dat hek
Op een mooie warme dag in september
't Was over krekeltjes en korenbloemen blauw
Korenbloemen blauw
't Was over krekeltjes en korenbloemen blauw
Op een mooie warme dag in september
Boven op een hek
Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek
Op een mooie warme dag in september
Waarover spraken zij, die drie daar op dat hek
Boven op dat hek
Waarover spraken zij, die drie daar op dat hek
Op een mooie warme dag in september
't Was over krekeltjes en korenbloemen blauw
Korenbloemen blauw
't Was over krekeltjes en korenbloemen blauw
Op een mooie warme dag in september
zondag 9 oktober 2011 om 11:17
Er was eens een muis in mooi Amsterdam
Die zat in een molen heel stiekem verscholen
Hij zong elke morgen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! Waar
Daar op de trap! Waar op de trap
Nou daar, Een kleine muis op klompen
Nee 't is geen grap
't ging van klip klippedieklap op de trap, Oh, ja
Het muisje was eenzaam en zocht naar een vrouw
En piep zei een muis in het voorhuis, ik trouw
En dus zongen ze samen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! ……….
Ma muis kreeg een vijfling en allen gezond
Dus aten ze muisjes beschuitjes met muisjes
En iedereen zong toen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! ……….
De muizenfamilie werd vreselijk groot
De molenaar vluchtte, hij was als de dood
Voor de muizen die zongen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! ……….
De muizen die hebben het fijn naar hun zin
De molen staat leeg want geen vrouw durft erin
Die zat in een molen heel stiekem verscholen
Hij zong elke morgen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! Waar
Daar op de trap! Waar op de trap
Nou daar, Een kleine muis op klompen
Nee 't is geen grap
't ging van klip klippedieklap op de trap, Oh, ja
Het muisje was eenzaam en zocht naar een vrouw
En piep zei een muis in het voorhuis, ik trouw
En dus zongen ze samen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! ……….
Ma muis kreeg een vijfling en allen gezond
Dus aten ze muisjes beschuitjes met muisjes
En iedereen zong toen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! ……….
De muizenfamilie werd vreselijk groot
De molenaar vluchtte, hij was als de dood
Voor de muizen die zongen: wat is het toch fijn
Een muis in een molen in Mokum te zijn
Ik zag een muis! ……….
De muizen die hebben het fijn naar hun zin
De molen staat leeg want geen vrouw durft erin
zondag 9 oktober 2011 om 11:18
Er was eens een mannetje, dat was niet wijs
Die bouwde zijn huisje op het ijs
Hij wou dat het nu maar bleef vriezen,
Anders zou hij zijn huisje verliezen
Een mannetje op het ijs,
En het mannetje was niet wijs.
Er was eens een mannetje, dat was niet wijs
Die bouwde zijn huisje op het ijs
Hij wou dat het nu maar bleef vriezen,
Anders zou hij zijn huisje verliezen
Het huisje ja dat zonk,
En het mannetje dat verdronk.
Die bouwde zijn huisje op het ijs
Hij wou dat het nu maar bleef vriezen,
Anders zou hij zijn huisje verliezen
Een mannetje op het ijs,
En het mannetje was niet wijs.
Er was eens een mannetje, dat was niet wijs
Die bouwde zijn huisje op het ijs
Hij wou dat het nu maar bleef vriezen,
Anders zou hij zijn huisje verliezen
Het huisje ja dat zonk,
En het mannetje dat verdronk.
zondag 9 oktober 2011 om 11:18
Er zaten zeven kikkertjes
Al in een boerensloot
De sloot die was bevroren
De kikkertjes half dood
Ze kwekten niet, ze kwakten niet
Van honger en verdriet
Er zaten zeven kikkertjes
Al in een boerensloot
De jongste, die een wijsneus was
Zei tot zijn kameraads
Die malle nachtegalen
Wat hebben zij een praats
Was eerst het ijs maar in de dooi
Wij zongen net zo mooi
De jongste, die een wijsneus was
Zei tot zijn kameraads
De milde lieve lente kwam
Zij kwaakten d'oude wijs
Als zij dat zingen noemen
Wens ik ze weer in't ijs
Ik geef die kikkers allemaal
Voor ene nachtegaal
De milde lieve lente kwam
Aij kwaakten d'oude wijs
Al in een boerensloot
De sloot die was bevroren
De kikkertjes half dood
Ze kwekten niet, ze kwakten niet
Van honger en verdriet
Er zaten zeven kikkertjes
Al in een boerensloot
De jongste, die een wijsneus was
Zei tot zijn kameraads
Die malle nachtegalen
Wat hebben zij een praats
Was eerst het ijs maar in de dooi
Wij zongen net zo mooi
De jongste, die een wijsneus was
Zei tot zijn kameraads
De milde lieve lente kwam
Zij kwaakten d'oude wijs
Als zij dat zingen noemen
Wens ik ze weer in't ijs
Ik geef die kikkers allemaal
Voor ene nachtegaal
De milde lieve lente kwam
Aij kwaakten d'oude wijs
zondag 9 oktober 2011 om 11:19
't Regent op de brug, maar ik word niet nat
Ik ben nog iets vergeten maar ik weet niet wat
O m'n zusje dans met mij zet je handjes in je zij
Heen en weer, heen en weer
Drie maal in de rondte en ik dans niet meer
Hinkel de pinkel, daar komen wij aan
Wij hebben geen kousen of schoenen meer aan
Met de handen op de rug
Hinkel de pinkel en dan weer terug
Ik ben nog iets vergeten maar ik weet niet wat
O m'n zusje dans met mij zet je handjes in je zij
Heen en weer, heen en weer
Drie maal in de rondte en ik dans niet meer
Hinkel de pinkel, daar komen wij aan
Wij hebben geen kousen of schoenen meer aan
Met de handen op de rug
Hinkel de pinkel en dan weer terug
zondag 9 oktober 2011 om 11:20
Hop! hop! hop! paardje in galop
Over hekken, sloten henen
Maar voorzichtig - breek geen benen
Hop! hop! hop! paardje in galop
Hop! hop! ho! paardje eet geen stro
'k Zal het paardje haver kopen
Dat het in galop kan lopen
Hop! hop! ho! paardje eet geen stro
Hop! hop! hop! paardje in galop
Over hekken, sloten henen
Maar voorzichtig - breek geen benen
Hop! hop! hop! paardje in galop
Over hekken, sloten henen
Maar voorzichtig - breek geen benen
Hop! hop! hop! paardje in galop
Hop! hop! ho! paardje eet geen stro
'k Zal het paardje haver kopen
Dat het in galop kan lopen
Hop! hop! ho! paardje eet geen stro
Hop! hop! hop! paardje in galop
Over hekken, sloten henen
Maar voorzichtig - breek geen benen
Hop! hop! hop! paardje in galop
zondag 9 oktober 2011 om 11:20
Er was een huisje wit en glad
Dat niet een enkel deurtje had
En daarin was maar een vertrek
Daar woonde juffrouw Snaterbek
Ze vond haar huisje wel wat klein
Wou niet meer opgesloten zijn
Vlug stiet ze ’n gaatje in de wand
En ging toen reizen door het land
Een huisje met maar een vertrek
En daarin juffrouw Snaterbek
Die ’t muurtje breekt en reizen gaat:
Wie is er kinderen die dat raadt?
Dat niet een enkel deurtje had
En daarin was maar een vertrek
Daar woonde juffrouw Snaterbek
Ze vond haar huisje wel wat klein
Wou niet meer opgesloten zijn
Vlug stiet ze ’n gaatje in de wand
En ging toen reizen door het land
Een huisje met maar een vertrek
En daarin juffrouw Snaterbek
Die ’t muurtje breekt en reizen gaat:
Wie is er kinderen die dat raadt?
zondag 9 oktober 2011 om 11:20
zondag 9 oktober 2011 om 11:21
Ik heb m'n wagen volgeladen
Vol met oude wijven
Toen we op de markt kwamen
Begonnen zij te kijven
Nu neem ik van mijn levensdagen
Geen oude wijven op m'n wagen
Hop paardje hop
Hop paardje hop
Ik heb m'n wagen volgeladen
Vol met oude mannen
Toen we op de markt kwamen
Begonnen ze saam te spannen
Nu neem ik van mijn levensdagen
Geen oude mannen op m'n wagen
Hop paardje hop
Hop paardje hop
Ik heb m'n wagen volgeladen
Vol met jonge meisjes.
Toen we op de markt kwamen
Zongen zij als seisjes
Nu neem ik van mijn levensdagen
Alleen nog jonge meisjes op m'n wagen
Hop paardje hop
Hop paardje hop
Vol met oude wijven
Toen we op de markt kwamen
Begonnen zij te kijven
Nu neem ik van mijn levensdagen
Geen oude wijven op m'n wagen
Hop paardje hop
Hop paardje hop
Ik heb m'n wagen volgeladen
Vol met oude mannen
Toen we op de markt kwamen
Begonnen ze saam te spannen
Nu neem ik van mijn levensdagen
Geen oude mannen op m'n wagen
Hop paardje hop
Hop paardje hop
Ik heb m'n wagen volgeladen
Vol met jonge meisjes.
Toen we op de markt kwamen
Zongen zij als seisjes
Nu neem ik van mijn levensdagen
Alleen nog jonge meisjes op m'n wagen
Hop paardje hop
Hop paardje hop
zondag 9 oktober 2011 om 11:21
Ik droomde gisteren van een ventje
en zijn buikje was van koek,
van sucade was zijn neusje
en van chocolade zijn broek.
Ventje had ook leuke klompjes
en die waren van foundant,
en een wandelstok van suiker
hield in zijn rechter hand.
Weet je wat zijn oogjes waren
kleine ronde stukjes drop,
en hij had zo waar een hoedje
van rozijnentulband op.
En hij vroeg me om een dansje
En het einde daarvan was
Dat ik een stukje van zijn broek kreeg
van zijn broek van chocola. Ha ha!
en zijn buikje was van koek,
van sucade was zijn neusje
en van chocolade zijn broek.
Ventje had ook leuke klompjes
en die waren van foundant,
en een wandelstok van suiker
hield in zijn rechter hand.
Weet je wat zijn oogjes waren
kleine ronde stukjes drop,
en hij had zo waar een hoedje
van rozijnentulband op.
En hij vroeg me om een dansje
En het einde daarvan was
Dat ik een stukje van zijn broek kreeg
van zijn broek van chocola. Ha ha!
zondag 9 oktober 2011 om 11:21
In de maneschijn, in de maneschijn
Klom ik op een trapje door het raamkozijn
Maar je raadt het niet, nee je raadt het niet
Zo doet een vogel en zo doet een vis
En zo doet een duizendpoot, die schoenenpoetser is
En dat is één en dat is twee
En dat is dikke, dikke, dikke tante Kee
En dat is recht en dat is krom
En zo draaien wij het wieleke nog eens om
Rom-bom
Klom ik op een trapje door het raamkozijn
Maar je raadt het niet, nee je raadt het niet
Zo doet een vogel en zo doet een vis
En zo doet een duizendpoot, die schoenenpoetser is
En dat is één en dat is twee
En dat is dikke, dikke, dikke tante Kee
En dat is recht en dat is krom
En zo draaien wij het wieleke nog eens om
Rom-bom
zondag 9 oktober 2011 om 11:22
In ’t hutje op de heide, daar leeft met vrij en blij
Daar rijden ook geen auto’s en ook geen trams voorbij.
Daar leven vader en moeder, en kleine Piet en Jet,
En Jansje, Neeltje, Hendrik, ook nicht Elisabeth.
Nu zou ik haast vergeten, het is wat moois voorwaar
De opoe zonder tanden en de oude grote va.
In ’t hutje op de heide, daar is men nimmer ziek
Alleen de oude opoe heeft last van reumatiek.
Daar drinken vader en moeder, en kleine Piet en Jet,
En Jansje, Neeltje, Hendrik, ook nicht Elisabeth.
En ’s avonds als ze hoesten, drinken ze kamillethee
En de opoe zonder tanden die drinkt dan wel voor twee!
Daar rijden ook geen auto’s en ook geen trams voorbij.
Daar leven vader en moeder, en kleine Piet en Jet,
En Jansje, Neeltje, Hendrik, ook nicht Elisabeth.
Nu zou ik haast vergeten, het is wat moois voorwaar
De opoe zonder tanden en de oude grote va.
In ’t hutje op de heide, daar is men nimmer ziek
Alleen de oude opoe heeft last van reumatiek.
Daar drinken vader en moeder, en kleine Piet en Jet,
En Jansje, Neeltje, Hendrik, ook nicht Elisabeth.
En ’s avonds als ze hoesten, drinken ze kamillethee
En de opoe zonder tanden die drinkt dan wel voor twee!
zondag 9 oktober 2011 om 11:22
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis ja ja
Van je tingele tingela hop sa sa
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In dat huis daar woont een man
En die man die kiest een vrouw
En die vrouw die kiest een kind
En dat kind dat kiest meid
En die meid die kiest een knecht
En die knecht die kiest een hond
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis ja ja
Van je tingele tingela hop sa sa
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In dat huis daar woont een man
En die man die kiest een vrouw
En die vrouw die kiest een kind
En dat kind dat kiest meid
En die meid die kiest een knecht
En die knecht die kiest een hond
zondag 9 oktober 2011 om 11:22
Jantje wou eens glijden op de gladde baan
Maar toen is hij heel even blijven staan.
Toen was Jan gevallen, en het deed zo’n zeer
Nee zei Jan nu rijd ik nooit geen schaatsen meer.
Kinderachtig ventje, zei zijn vader toen
Als je valt dan moet je het nog eens doen.
Toen was Jan gevallen, en het deed zo’n zeer
Nee zei Jan nu rijd ik nooit geen schaatsen meer.
Maar toen is hij heel even blijven staan.
Toen was Jan gevallen, en het deed zo’n zeer
Nee zei Jan nu rijd ik nooit geen schaatsen meer.
Kinderachtig ventje, zei zijn vader toen
Als je valt dan moet je het nog eens doen.
Toen was Jan gevallen, en het deed zo’n zeer
Nee zei Jan nu rijd ik nooit geen schaatsen meer.
zondag 9 oktober 2011 om 11:23
Jantje zag eens pruimen hangen
O! als eieren zo groot
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken
Schoon zijn vader 't hem verbood
Hier is, zei hij, noch mijn vader
Noch de tuinman, die het ziet
Aan een boom, zo vol geladen
Mist men vijf, zes pruimen niet
Maar ik wil gehoorzaam wezen
En niet plukken; ik loop heen
Zou ik om een hand vol pruimen
Ongehoorzaam wezen? Neen!
Voort ging Jantje, maar zijn vader
Die hem stil beluisterd had
Kwam hem in het lopen tegen
Vooraan op het middenpad
Kom mijn Jantje, zei de vader
Kom mijn kleine hartedief
Nu zal ik u pruimen plukken
Nu heeft vader Jantje lief
Daarop ging Papa aan 't schudden
Jantje raapte schielijk op
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen
En liep heen op een galop
O! als eieren zo groot
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken
Schoon zijn vader 't hem verbood
Hier is, zei hij, noch mijn vader
Noch de tuinman, die het ziet
Aan een boom, zo vol geladen
Mist men vijf, zes pruimen niet
Maar ik wil gehoorzaam wezen
En niet plukken; ik loop heen
Zou ik om een hand vol pruimen
Ongehoorzaam wezen? Neen!
Voort ging Jantje, maar zijn vader
Die hem stil beluisterd had
Kwam hem in het lopen tegen
Vooraan op het middenpad
Kom mijn Jantje, zei de vader
Kom mijn kleine hartedief
Nu zal ik u pruimen plukken
Nu heeft vader Jantje lief
Daarop ging Papa aan 't schudden
Jantje raapte schielijk op
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen
En liep heen op een galop
zondag 9 oktober 2011 om 11:23
Jan mijne man wou ruiter worden
Jan mijne man wou ruiter worden,
Jan mijne man die had geen paard
Toen nam hij de kat en trok 'm aan z'n staart
Toen had Jan mijne man een paard
Jan mijne man wou ruiter worden,
Jan mijne man die had geen zweep
Toen nam hij zijn broek en scheurde daarvan een reep
Toen had Jan mijne man een zweep
Klein klein kleutertje
Wat doe je in mijn hof
Je plukt er alle bloempjes af
Je maakt het veel te grof
O mijn lieve mamaatje
Zeg het niet tegen papaatje
Ik zal zoet naar school toe gaan
En de bloemetjes laten staan
Jan mijne man wou ruiter worden,
Jan mijne man die had geen paard
Toen nam hij de kat en trok 'm aan z'n staart
Toen had Jan mijne man een paard
Jan mijne man wou ruiter worden,
Jan mijne man die had geen zweep
Toen nam hij zijn broek en scheurde daarvan een reep
Toen had Jan mijne man een zweep
Klein klein kleutertje
Wat doe je in mijn hof
Je plukt er alle bloempjes af
Je maakt het veel te grof
O mijn lieve mamaatje
Zeg het niet tegen papaatje
Ik zal zoet naar school toe gaan
En de bloemetjes laten staan
zondag 9 oktober 2011 om 11:23
Koen, maak je mijn schoen
Koen, maak je mijn schoen
Ja, juffrouw, ik zal het dadelijk doen
Koen, maak je hem sterk
Ja, juffrouw, dat is mijn dagelijks werk
Koen, is mijn schoen al klaar
Ja, juffrouw, betaalt u maar
Koen, ik heb geen geld ontvangen...
Wel, dan blijft uw schoen daar hangen
Want op klanten zonder geld
Daar ben ik niet op gesteld
Dag, Koen
Dag, juffrouw zonder schoen
Koen, maak je mijn schoen
Ja, juffrouw, ik zal het dadelijk doen
Koen, maak je hem sterk
Ja, juffrouw, dat is mijn dagelijks werk
Koen, is mijn schoen al klaar
Ja, juffrouw, betaalt u maar
Koen, ik heb geen geld ontvangen...
Wel, dan blijft uw schoen daar hangen
Want op klanten zonder geld
Daar ben ik niet op gesteld
Dag, Koen
Dag, juffrouw zonder schoen