
Lied(jes) over kamperen of de natuur?
dinsdag 6 april 2010 om 20:26
De titel zegt het eigenlijk al: wie weet er leuke oude liedjes of misschien juist moderne nummers over kamperen of de natuur in trekken/naar 'buiten' gaan. Het liefst liedjes met/over Amsterdammers. (ideetje voor een tentoonstelling in Adam)
Ik heb natuurlijk al gegoogeld en zelf nagedacht, maar ik loop nu een beetje vast. Ik heb al:
We gaan naar Bakkum toe; Kobus Robijn
We gaan kamperen; Louis Davids
Naar buiten; Louis Davids
'Goudgele strand (van Ameland)' Johnny en Rijk
Schuitje varen, theetje drinken
Kom mee naar buiten allemaal
Misschien heeft een jeugd of vakantieherinnering? alvast bedankt!!
Ik heb natuurlijk al gegoogeld en zelf nagedacht, maar ik loop nu een beetje vast. Ik heb al:
We gaan naar Bakkum toe; Kobus Robijn
We gaan kamperen; Louis Davids
Naar buiten; Louis Davids
'Goudgele strand (van Ameland)' Johnny en Rijk
Schuitje varen, theetje drinken
Kom mee naar buiten allemaal
Misschien heeft een jeugd of vakantieherinnering? alvast bedankt!!


dinsdag 6 april 2010 om 20:44
Ben zelf tamelijk allergisch voor de natuur (hooikoorts) en haat kamperen, dus deze blije tekst gaat aan mij voorbij, maar als traumatische jeugdherinnering doet ie het nog altijd goed:
De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas.
Met stralend oog en blijde zin.
En goed gevulde tas.
De Zonne lacht ons vrolijk toe,
ons groet der vooglenzang.
En wij worden vast niet moe.
Al wand'len w'uren lang.
Tra-ta-ta-ta bom, bom, tra-ta-ta-ta bom, bom.
Al wand'len w'uren lang.
Marcheren is gezond voor 't bloed.
Verruimd wordt d'enge borst.
't Versterkt de spier van been en voet.
't Wekt eetlust op en dorst.
Daarom vooruit en inde maat.
Zo netjes als 't maar kan.
Nu 't eensgezind en ordlijk gaat,
Heeft elk plezier er van.
Tra-ta-ta-ta bom, bom, tra-ta-ta-ta bom, bom.
Heeft elk plezier er van....
De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas.
Met stralend oog en blijde zin.
En goed gevulde tas.
De Zonne lacht ons vrolijk toe,
ons groet der vooglenzang.
En wij worden vast niet moe.
Al wand'len w'uren lang.
Tra-ta-ta-ta bom, bom, tra-ta-ta-ta bom, bom.
Al wand'len w'uren lang.
Marcheren is gezond voor 't bloed.
Verruimd wordt d'enge borst.
't Versterkt de spier van been en voet.
't Wekt eetlust op en dorst.
Daarom vooruit en inde maat.
Zo netjes als 't maar kan.
Nu 't eensgezind en ordlijk gaat,
Heeft elk plezier er van.
Tra-ta-ta-ta bom, bom, tra-ta-ta-ta bom, bom.
Heeft elk plezier er van....
dinsdag 6 april 2010 om 20:44
http://www.google.nl/sear ... &meta=&btnG=Google+zoeken
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.

dinsdag 6 april 2010 om 20:47
Het kampeerlied (Huib van der Haaden, uit de revue: De Avonturen van Koning Amarito, 1938)
De verkenners gaan kamperen.
Weer hun eigen boterham smeren.
Piepers jassen, vuurtje stoken,
Rode ogen van het roken,
Biefstuk bakken, groenten koken,
En een beetje zand cadeau!
De verkenners gaan kamperen.
Weer hun eigen boterham smeren.
Piepers jassen, vuurtje stoken,
Rode ogen van het roken,
Biefstuk bakken, groenten koken,
En een beetje zand cadeau!
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:48
Krantenarchief
25 juli 2009
Annemieke Vermeulen
Paradiso klapcaravan en het zomerkamp voor bleekneusjes
Paradiso klapcaravan en het zomerkamp voor bleekneusjes
Het CODA museum in Apeldoorn exposeert over 150 jaar vakantievieren op de Veluwe en over schilders die door het gebied geïnspireerd raakten.
* print
* stuur artikel door
Rondlopen op de tentoonstelling ’Vakantie op de Veluwe’ is een feest der herkenning. Voorwerpen, beelden, geluiden en geuren roepen het ouderwetse, onbezorgde vakantie vieren tot leven. Snuif de tijdgeest op in de Paradiso klapcaravan van Apeldoornse makelij. Voor sommigen zal oog in oog staan met dit kampeermiddel, ingericht volgens de mode van de jaren zeventig, griezelen betekenen, anderen zullen genieten van dit kijkje in het verleden. Een jongere generatie zal giechelen om die overdaad aan bruin en oranje van tentdoek tot veldfles en van beschuitbus tot klapstoel. Aan alle details is gedacht. Dat geldt ook voor de inrichting van de stacaravan en het vakantiehuisje waar je binnen kunt stappen.
De tentoonstelling in het CODA museum in Apeldoorn vertelt in vogelvlucht de ontwikkeling van de Veluwe van grote zandverstuiving tot steeds meer bebost gebied waardoor het een aantrekkelijk toeristisch oord werd. Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina, liet bos planten om zo aantrekkelijker jachtterreinen te creëren. Kort komen de vakantiekolonies voor bleekneusjes, de vakantieoorden voor de verschillende maatschappelijke zuilen en de trips van padvinders middels foto’s en voorwerpen voorbij. Vitrines met mandolines met kleurige linten en bonte vlaggen ontbreken niet.
De op tentdoek geprojecteerde film over ANWB instructiekampen voor beginnende kampeerders is opgewekt en vermakelijk. Je kunt bladeren door een gedigitaliseerd herinneringsalbum uit 1964 van de huwelijksreis van een stel naar hotel de Cantharel in Ugchelen. Door koptelefoons aan te sluiten op een banjo, een harmonica of een ouderwetse bandrecorder vallen kampeerliederen te beluisteren. Voor wie de de smaak te pakken heeft, hangt een gitaar klaar om zelf te spelen.
25 juli 2009
Annemieke Vermeulen
Paradiso klapcaravan en het zomerkamp voor bleekneusjes
Paradiso klapcaravan en het zomerkamp voor bleekneusjes
Het CODA museum in Apeldoorn exposeert over 150 jaar vakantievieren op de Veluwe en over schilders die door het gebied geïnspireerd raakten.
* stuur artikel door
Rondlopen op de tentoonstelling ’Vakantie op de Veluwe’ is een feest der herkenning. Voorwerpen, beelden, geluiden en geuren roepen het ouderwetse, onbezorgde vakantie vieren tot leven. Snuif de tijdgeest op in de Paradiso klapcaravan van Apeldoornse makelij. Voor sommigen zal oog in oog staan met dit kampeermiddel, ingericht volgens de mode van de jaren zeventig, griezelen betekenen, anderen zullen genieten van dit kijkje in het verleden. Een jongere generatie zal giechelen om die overdaad aan bruin en oranje van tentdoek tot veldfles en van beschuitbus tot klapstoel. Aan alle details is gedacht. Dat geldt ook voor de inrichting van de stacaravan en het vakantiehuisje waar je binnen kunt stappen.
De tentoonstelling in het CODA museum in Apeldoorn vertelt in vogelvlucht de ontwikkeling van de Veluwe van grote zandverstuiving tot steeds meer bebost gebied waardoor het een aantrekkelijk toeristisch oord werd. Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina, liet bos planten om zo aantrekkelijker jachtterreinen te creëren. Kort komen de vakantiekolonies voor bleekneusjes, de vakantieoorden voor de verschillende maatschappelijke zuilen en de trips van padvinders middels foto’s en voorwerpen voorbij. Vitrines met mandolines met kleurige linten en bonte vlaggen ontbreken niet.
De op tentdoek geprojecteerde film over ANWB instructiekampen voor beginnende kampeerders is opgewekt en vermakelijk. Je kunt bladeren door een gedigitaliseerd herinneringsalbum uit 1964 van de huwelijksreis van een stel naar hotel de Cantharel in Ugchelen. Door koptelefoons aan te sluiten op een banjo, een harmonica of een ouderwetse bandrecorder vallen kampeerliederen te beluisteren. Voor wie de de smaak te pakken heeft, hangt een gitaar klaar om zelf te spelen.
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:50
http://www.nrc.nl/wetensc ... iedjes_uit_kroeg_en_kamer
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:50
http://www.seniorplaza.nl/Liedjes_jeugdIM.htm
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:52
dinsdag 6 april 2010 om 20:52
Terug naar overzicht
Jongens, meisjes, opgestaan
(A. Bon / T. v.d. Bijl)
(met dank aan Ingrid Ouwerkerk voor het sturen van de tekst)
Jongens, meisjes, opgestaan,
Wij gaan wand'len, wij gaan wand'len.
Kijkt me niet zo slaap'rig aan,
Ga mee wand'len.
Vlug wat, slapers, uit de veren !
Zijt ge nog niet in de kleren ?
Hoort, de wind bonst op de ruit,
Opstaan ! Opstaan, trekt er uit !
Wand'len is zo'n heerlijk werk,
Wij gaan wand'len, wij gaan wand'len.
Wand'len maakt je kwiek en sterk !
Ga mee wand'len.
Sterk van binnen, sterk van buiten,
Flinke longen, fikse kuiten,
Krijg je zeker vroeg of laat,
Als je veel uit wand'len gaat.
Is 't ook koud, het deert ons niet
Wij gaan wand'len, wij gaan wand'len.
Vrolijk zingen wij ons lied,
Onder 't wand'len.
Voelt, hoe snel je bloed gaat vloeien,
En hoe warm je wangen gloeien.
Laat het reeg'nen dat het giet,
Van de regen smelt je niet.
Terug naar overzicht
Kampeerlied
(H. Immink/J.A. Brouwer-Van Zanten)
Als de schooldeur wordt gesloten
Na een zware proefwerktijd,
Gaan we allen uit kamperen,
Zijn van alle zorg bevrijd.
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij,
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij.
Wie ons fleurig troepje gaan ziet,
Bruingebrand door zon en wind,
Zwaar bepakt en vrolijk zingend,
Niemand die vermoeid ons vindt.
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij,
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij.
Zijn we heel de dag druk bezig,
Zijn we vol van levenslust,
's Avonds om het laaiend kampvuur
Komen allen weer tot rust.
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij,
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij.
Terug naar overzicht
Kamperen
(A. Borstlap/Anna Wins)
Is het weer niet altijd zonnig,
Regent het soms dat het giet,
Zijn er niets dan grijze wolken,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Zijn je kleren niet te netjes,
Zie je 'r uit als een bandiet,
Poets je in geen week je schoenen,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Ben je nat van top tot teen,
Als je soms de beek in schiet,
Heb je dan geen droge kleren,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Brand je soms een keer je handen,
Als je aardappels afgiet,
Snij bij 't jassen in je vingers,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Als het vlees niet bijster gaar is,
En de jus 'r wat vreemd uitziet,
Als je zand eet met spinazie,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Als de piepers soms verbrand zijn,
En het is toch geen pommes frites,
Als de rijst met krenten koud is,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Zit je mandolien te spelen,
En je zingt het hoogste lied,
Zo dat alles op de vlucht slaat,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Als de kamptijd op zijn eind loopt,
En je beurs raakt in de knel,
En je moet dan honger lijden,
Bij 't kamperen geeft dat wél.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks wél !
Hindert zo iets wél !
Terug naar overzicht
Kamperen
(met dank aan Hanneke Peters voor het sturen van de tekst)
Kamperen is de mooiste zomersport
waarvan je steeds maar jonger wordt
je trekt doorheen het mooie Vlaamse land
door bos en hei en strand.
Refrein:
Tralalala lalalalalalala…
Het slapen gaat niet altijd even best
soms lig je in een mierennest
je doet van heel de nacht geen oog meer dicht
tot aan het morgenlicht.
Refrein
Het eten is soms wel eens aangebrand
dat vinden wij zo ambetant
de leidsters zijn dan ook niet goed gezind
en drinken vlug een pint.
Refrein
Terug naar overzicht
Kamperen in de duinen
(O.G. Sterkenburg/J. Mackenzie)
Een lied, een lied, een vrolijk lied !
Dat hoort, want kommer en verdriet
Zijn hier in 't duin verbannen.
Als trouwe makkers wonen wij
In onze tent, van zorgen vrij
Tracht elk zich hier te-ontspannen.
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
Juicht heel ons troepje in de maat:
"O blonde duinen, weest gegroet !"
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In 't duinland te kamperen.
Elk kent zijn taak, ja dat staat vast !
En trouw dient daar wel op gepast,
De zaak is goed besproken:
Wie 't kampvuur stookt, wie water haalt,
't Werd alles juist door ons bepaald,
En wie de pot zal koken.
Al brandt er soms wat aan, nou ja
We smullen toch en zingen dra:
"O blonde duinen, weest gegroet !"
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In 't duinland te kamperen.
Aan gindse duinvoet lokt de zee,
En wie doet daaglijks graag niet mee
Aan 't baden, plassen, stoeien.
Tot klimmen, klaut'ren steeds bereid
Gaan wij straks dwalen wijd en zijd,
Wie denkt er aan vermoeien.
Om 't kampvuur 's avonds toeft de rust
En dankbaar zingen we met lust:
"O blonde duinen, weest gegroet !"
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In 't duinland te kamperen.
Terug naar overzicht
Kamp-optimisme
(H. Olman Jr./J.A. Brouwer-van Zanten)
Het waait, het waait, hallo ons hindert dat niet,
Het stormt, het stormt, de vreugde vermindert nog niet.
Het plast en het plonst, het klettert maar neer en het giet,
Al razen orkanen, bij ons geen verdriet.
Vuurtje stoken,
Potje koken,
Hakken, ham'ren, slaan.
Dekens kloppen,
Sokken stoppen,
't Komt er wel op aan.
Vogels fluiten
Fijn daar buiten,
Maar ik mag niet mee.
Lopen, draven,
Werken, slaven:
'k Heb vandaag corvée !
Jongens, meisjes, opgestaan
(A. Bon / T. v.d. Bijl)
(met dank aan Ingrid Ouwerkerk voor het sturen van de tekst)
Jongens, meisjes, opgestaan,
Wij gaan wand'len, wij gaan wand'len.
Kijkt me niet zo slaap'rig aan,
Ga mee wand'len.
Vlug wat, slapers, uit de veren !
Zijt ge nog niet in de kleren ?
Hoort, de wind bonst op de ruit,
Opstaan ! Opstaan, trekt er uit !
Wand'len is zo'n heerlijk werk,
Wij gaan wand'len, wij gaan wand'len.
Wand'len maakt je kwiek en sterk !
Ga mee wand'len.
Sterk van binnen, sterk van buiten,
Flinke longen, fikse kuiten,
Krijg je zeker vroeg of laat,
Als je veel uit wand'len gaat.
Is 't ook koud, het deert ons niet
Wij gaan wand'len, wij gaan wand'len.
Vrolijk zingen wij ons lied,
Onder 't wand'len.
Voelt, hoe snel je bloed gaat vloeien,
En hoe warm je wangen gloeien.
Laat het reeg'nen dat het giet,
Van de regen smelt je niet.
Terug naar overzicht
Kampeerlied
(H. Immink/J.A. Brouwer-Van Zanten)
Als de schooldeur wordt gesloten
Na een zware proefwerktijd,
Gaan we allen uit kamperen,
Zijn van alle zorg bevrijd.
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij,
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij.
Wie ons fleurig troepje gaan ziet,
Bruingebrand door zon en wind,
Zwaar bepakt en vrolijk zingend,
Niemand die vermoeid ons vindt.
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij,
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij.
Zijn we heel de dag druk bezig,
Zijn we vol van levenslust,
's Avonds om het laaiend kampvuur
Komen allen weer tot rust.
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij,
Want de zwervers en de trekkers,
De kampeerders dat zijn wij.
Terug naar overzicht
Kamperen
(A. Borstlap/Anna Wins)
Is het weer niet altijd zonnig,
Regent het soms dat het giet,
Zijn er niets dan grijze wolken,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Zijn je kleren niet te netjes,
Zie je 'r uit als een bandiet,
Poets je in geen week je schoenen,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Ben je nat van top tot teen,
Als je soms de beek in schiet,
Heb je dan geen droge kleren,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Brand je soms een keer je handen,
Als je aardappels afgiet,
Snij bij 't jassen in je vingers,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Als het vlees niet bijster gaar is,
En de jus 'r wat vreemd uitziet,
Als je zand eet met spinazie,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Als de piepers soms verbrand zijn,
En het is toch geen pommes frites,
Als de rijst met krenten koud is,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Zit je mandolien te spelen,
En je zingt het hoogste lied,
Zo dat alles op de vlucht slaat,
Bij 't kamperen geeft dat niet.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks niet !
Hindert zo iets niet !
Als de kamptijd op zijn eind loopt,
En je beurs raakt in de knel,
En je moet dan honger lijden,
Bij 't kamperen geeft dat wél.
Ja, bij het kamperen,
Ja, bij het kamperen,
Hindert zo iets vreeslijks wél !
Hindert zo iets wél !
Terug naar overzicht
Kamperen
(met dank aan Hanneke Peters voor het sturen van de tekst)
Kamperen is de mooiste zomersport
waarvan je steeds maar jonger wordt
je trekt doorheen het mooie Vlaamse land
door bos en hei en strand.
Refrein:
Tralalala lalalalalalala…
Het slapen gaat niet altijd even best
soms lig je in een mierennest
je doet van heel de nacht geen oog meer dicht
tot aan het morgenlicht.
Refrein
Het eten is soms wel eens aangebrand
dat vinden wij zo ambetant
de leidsters zijn dan ook niet goed gezind
en drinken vlug een pint.
Refrein
Terug naar overzicht
Kamperen in de duinen
(O.G. Sterkenburg/J. Mackenzie)
Een lied, een lied, een vrolijk lied !
Dat hoort, want kommer en verdriet
Zijn hier in 't duin verbannen.
Als trouwe makkers wonen wij
In onze tent, van zorgen vrij
Tracht elk zich hier te-ontspannen.
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
Juicht heel ons troepje in de maat:
"O blonde duinen, weest gegroet !"
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In 't duinland te kamperen.
Elk kent zijn taak, ja dat staat vast !
En trouw dient daar wel op gepast,
De zaak is goed besproken:
Wie 't kampvuur stookt, wie water haalt,
't Werd alles juist door ons bepaald,
En wie de pot zal koken.
Al brandt er soms wat aan, nou ja
We smullen toch en zingen dra:
"O blonde duinen, weest gegroet !"
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In 't duinland te kamperen.
Aan gindse duinvoet lokt de zee,
En wie doet daaglijks graag niet mee
Aan 't baden, plassen, stoeien.
Tot klimmen, klaut'ren steeds bereid
Gaan wij straks dwalen wijd en zijd,
Wie denkt er aan vermoeien.
Om 't kampvuur 's avonds toeft de rust
En dankbaar zingen we met lust:
"O blonde duinen, weest gegroet !"
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In 't duinland te kamperen.
Terug naar overzicht
Kamp-optimisme
(H. Olman Jr./J.A. Brouwer-van Zanten)
Het waait, het waait, hallo ons hindert dat niet,
Het stormt, het stormt, de vreugde vermindert nog niet.
Het plast en het plonst, het klettert maar neer en het giet,
Al razen orkanen, bij ons geen verdriet.
Vuurtje stoken,
Potje koken,
Hakken, ham'ren, slaan.
Dekens kloppen,
Sokken stoppen,
't Komt er wel op aan.
Vogels fluiten
Fijn daar buiten,
Maar ik mag niet mee.
Lopen, draven,
Werken, slaven:
'k Heb vandaag corvée !
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:53
Terug naar overzicht
Kind'ren, naar buiten, het zonnetje lacht (Zomerochtendliedje)
(S. Abramz. / L. Adr. van Tetterode)
Kind'ren, naar buiten, het zonnetje lacht !
Ziet toch eens rond, wat de morgen u bracht:
't Vrolijke, zonnige leven !
't Schittert daar buiten van blauw en van goud;
Vogeltjes schaat'ren in 't bloeiende hout,
Vriendelijk lachen de dreven !
Geur stijgt ten hemel van bloesem en blad,
Mee op het pad ! Mee op het pad !
Kind'ren naar buiten, het veld is nog nat !
Dauw ligt te flonk'ren op bloesem en blad,
Schitter u vriendelijk tegen.
't Zonlicht maakt plassen tot spiegels van goud;
Tovert een tint'lende sluier voor 't woud,
Sprenkelt zijn goud op de wegen.
Kind'ren naar buiten, ontvlucht nu de stad,
Mee op het pad ! Mee op het pad !
Kind'ren naar buiten, natuur is zo mooi !
Ziet toch haar rijke, haar feest'lijke tooi,
Feesttooi in 't zomergetijde !
Paart er uw liedjen aan 't vogelgezang,
Kort is de zomer, maar winter duurt lang,
Zingt er uw liedeke blijde !
Kind'ren naar buiten, ontvlucht nu de stad,
Mee op het pad ! Mee op het pad !
Kind'ren, naar buiten, het zonnetje lacht (Zomerochtendliedje)
(S. Abramz. / L. Adr. van Tetterode)
Kind'ren, naar buiten, het zonnetje lacht !
Ziet toch eens rond, wat de morgen u bracht:
't Vrolijke, zonnige leven !
't Schittert daar buiten van blauw en van goud;
Vogeltjes schaat'ren in 't bloeiende hout,
Vriendelijk lachen de dreven !
Geur stijgt ten hemel van bloesem en blad,
Mee op het pad ! Mee op het pad !
Kind'ren naar buiten, het veld is nog nat !
Dauw ligt te flonk'ren op bloesem en blad,
Schitter u vriendelijk tegen.
't Zonlicht maakt plassen tot spiegels van goud;
Tovert een tint'lende sluier voor 't woud,
Sprenkelt zijn goud op de wegen.
Kind'ren naar buiten, ontvlucht nu de stad,
Mee op het pad ! Mee op het pad !
Kind'ren naar buiten, natuur is zo mooi !
Ziet toch haar rijke, haar feest'lijke tooi,
Feesttooi in 't zomergetijde !
Paart er uw liedjen aan 't vogelgezang,
Kort is de zomer, maar winter duurt lang,
Zingt er uw liedeke blijde !
Kind'ren naar buiten, ontvlucht nu de stad,
Mee op het pad ! Mee op het pad !
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:54
Klepperliedje
(R.W. Hudig)
(met dank aan Ingrid Ouwerkerk voor het sturen van de tekst)
Klepperdeklep ! Klepperdeklep ! Klepperdeklep !
We lopen in de zon en in de regen
We klepperen fleurig in de maat
We zijn bij geen buitje verlegen
En blijven ’t liefst op de straat
En zijn onze schoenen of klompen wat lek
Klepperdeklep, klepperdeklep, klepperdeklep, klep, klep !
En loopt ons ’t water wat kil langs de nek
Klepperdeklep, klep, klep, klep, klep, klep, klep, klep !
We drogen wel weer en ’t doet ons geen kwaad
We klepp’ren zo graag langs de straat
We drogen wel weer en ’t doet ons geen kwaad
We klepp’ren zo graag langs de straat !
Klepperdeklep! Klepperdeklep! Klepperdeklep !
En vallen in ’t najaar de blâ’ren
We blijven klepp’ren bij ‘t lied
Al stuift ons de sneeuw in de haren
Voor winterkou wijken we niet
Bij kachels ons broeien ? We leken wel gek !
Klepperdeklep, klepperdeklep, klepperdeklep, klep, klep
We rusten wel uit bij een stoep of een hek
Klepperdeklep, klep, klep, klep, klep, klep, klep, klep !
Laat dansen de hagel, hij doet ons geen kwaad
We klepp’ren en blijven op straat
Laat dansen de hagel, hij doet ons geen kwaad
We klepp’ren en blijven op straat !
T
(R.W. Hudig)
(met dank aan Ingrid Ouwerkerk voor het sturen van de tekst)
Klepperdeklep ! Klepperdeklep ! Klepperdeklep !
We lopen in de zon en in de regen
We klepperen fleurig in de maat
We zijn bij geen buitje verlegen
En blijven ’t liefst op de straat
En zijn onze schoenen of klompen wat lek
Klepperdeklep, klepperdeklep, klepperdeklep, klep, klep !
En loopt ons ’t water wat kil langs de nek
Klepperdeklep, klep, klep, klep, klep, klep, klep, klep !
We drogen wel weer en ’t doet ons geen kwaad
We klepp’ren zo graag langs de straat
We drogen wel weer en ’t doet ons geen kwaad
We klepp’ren zo graag langs de straat !
Klepperdeklep! Klepperdeklep! Klepperdeklep !
En vallen in ’t najaar de blâ’ren
We blijven klepp’ren bij ‘t lied
Al stuift ons de sneeuw in de haren
Voor winterkou wijken we niet
Bij kachels ons broeien ? We leken wel gek !
Klepperdeklep, klepperdeklep, klepperdeklep, klep, klep
We rusten wel uit bij een stoep of een hek
Klepperdeklep, klep, klep, klep, klep, klep, klep, klep !
Laat dansen de hagel, hij doet ons geen kwaad
We klepp’ren en blijven op straat
Laat dansen de hagel, hij doet ons geen kwaad
We klepp’ren en blijven op straat !
T
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:55
Kom mee naar buiten (De wielewaal)
Kom mee naar buiten allemaal
Dan zoeken wij de wielewaal
En horen wij die muzikant
Dan is zomer weer in 't land
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo en anders niet
Hij woont in 't dichte eikenbos
Gekleed in gouden vederdos
Daar jodelt hij op zijn schalmei
Tovert onze harten blij
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo en anders niet
Kom mee naar buiten allemaal
Dan zoeken wij de wielewaal
En horen wij die muzikant
Dan is zomer weer in 't land
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo en anders niet
Hij woont in 't dichte eikenbos
Gekleed in gouden vederdos
Daar jodelt hij op zijn schalmei
Tovert onze harten blij
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo klinkt zijn lied
Dudeldjo en anders niet
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
dinsdag 6 april 2010 om 20:55
omt vrinden, op naar buiten
(J. Worp )
(met dank aan Ingrid Ouwerkerk voor het sturen van de tekst)
Komt vrinden, op naar buiten,
Tot wand'len aangetreên;
Daar, waar de vogels fluiten,
Klink' onze zang meteen !
Een lied uit blij gemoed,
Doet ieders harte goed;
Niets klinkt zo fris, niets klinkt zo zoet,
Als 't lied uit blij gemoed.
Niets klinkt zo fris, niets klinkt zo zoet,
Als 't lied uit blij gemoed.
Komt, vrolijk nu naar buiten:
't Was vroeger koud en guur;
Maar nu de vogels fluiten,
Vernieuwd is heel natuur;
De lucht is warm en zacht,
De lieve lente lacht,
Zacht is de lucht, de lente lacht.
't blinkt al in volle pracht.
Zacht is de lucht, de lente lacht.
't blinkt al in volle pracht.
(J. Worp )
(met dank aan Ingrid Ouwerkerk voor het sturen van de tekst)
Komt vrinden, op naar buiten,
Tot wand'len aangetreên;
Daar, waar de vogels fluiten,
Klink' onze zang meteen !
Een lied uit blij gemoed,
Doet ieders harte goed;
Niets klinkt zo fris, niets klinkt zo zoet,
Als 't lied uit blij gemoed.
Niets klinkt zo fris, niets klinkt zo zoet,
Als 't lied uit blij gemoed.
Komt, vrolijk nu naar buiten:
't Was vroeger koud en guur;
Maar nu de vogels fluiten,
Vernieuwd is heel natuur;
De lucht is warm en zacht,
De lieve lente lacht,
Zacht is de lucht, de lente lacht.
't blinkt al in volle pracht.
Zacht is de lucht, de lente lacht.
't blinkt al in volle pracht.
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.