Gevraagd
alle pijlers
Wie wil mij helpen met 1 van de volgende opdrachten (recht)
dinsdag 25 oktober 2011 om 13:29
hoi hoi,
Ik heb de volgende opdracht gemaakt en nu vraag ik me af wie 1 van deze ook wil maken zodat ik kan vergelijken.
Diegene dit willen doen super bedankt!
http://juridischevaardigheden.webklik.nl/page/homepage
Ik heb de volgende opdracht gemaakt en nu vraag ik me af wie 1 van deze ook wil maken zodat ik kan vergelijken.
Diegene dit willen doen super bedankt!
http://juridischevaardigheden.webklik.nl/page/homepage
dinsdag 25 oktober 2011 om 14:16
quote:astrape schreef op 25 oktober 2011 @ 14:12:
[...]
Die tweede gaat over arbeidsrecht, leef je uit Die je aan de hand van een bepaald stappenplan moet uitwerken. Als we dat stappenplan niet hebben, komen we wss wel tot het juiste antwoord, maar dat stappenplan is nou juist de crux van je opdracht.
[...]
Die tweede gaat over arbeidsrecht, leef je uit Die je aan de hand van een bepaald stappenplan moet uitwerken. Als we dat stappenplan niet hebben, komen we wss wel tot het juiste antwoord, maar dat stappenplan is nou juist de crux van je opdracht.
dinsdag 25 oktober 2011 om 14:59
casus 2 artikel 7:610 lid 1
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
Er moet sprake zijn van:
-gezag (blijkt uit in dienst van) Casus is een beetje mager om te zien of er echt sprake is van gezag maar ze zal mag denk ik niet zelf beslissen welke dag en welke uren ze komt werken
-loon, hoewel contant krijgt ze er wel geld voor
-arbeid, de werkzaamheden achter de bar
Vermoeden dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst
Artikel 610a (BW)
Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst.
-ze werkt 6 uur per week dus dat is ongeveer 20 uur per maand
-juni tot en met september is langer dan 3 maanden
conclusie er is een vermoeden van een arbeidsovereenkomst
Moet er ook nog jurisprudentie bij?
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
Er moet sprake zijn van:
-gezag (blijkt uit in dienst van) Casus is een beetje mager om te zien of er echt sprake is van gezag maar ze zal mag denk ik niet zelf beslissen welke dag en welke uren ze komt werken
-loon, hoewel contant krijgt ze er wel geld voor
-arbeid, de werkzaamheden achter de bar
Vermoeden dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst
Artikel 610a (BW)
Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst.
-ze werkt 6 uur per week dus dat is ongeveer 20 uur per maand
-juni tot en met september is langer dan 3 maanden
conclusie er is een vermoeden van een arbeidsovereenkomst
Moet er ook nog jurisprudentie bij?
dinsdag 25 oktober 2011 om 14:59
@ astrape inderdaad beterschap!
Hier mijn antwoorden:
1. Rechtsgebied: straf. art. 157 Wetboek van strafrecht.
2.Soort rechter is politierechter Plaats: Zutphen. hier kon ik niet goed verworden waarom absoluut en waarom relatief
3.Wetb. v. strafv. art. 138 B. in dit vonnis zijn geen bewijsmiddelen opgenomen.
4. De zaak gaat over een mogelijke poging tot brandstichting.
5.Oordeel: De verdachte is schuldig aan het strafbare feit , maar krijgt geen straf. art:-
6. Het oordeel is schuldig aan de tenlastelegging,
7. Het OM (Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing van strafbare feiten, de vervolging en de tenlastelegging. De rechter (Spreekt het recht uit) De verdachte: (Degene die verdacht word van een strafbaar feit). De verdediging:( De persoon tegenover de verdachte deze heeft dus een tegenovergestelde mening).
8. art 45 jo art 78 een poging is het proberen van , maar niet voltooien.
9. Dit is de juridische omschrijving van het gepleegde feit
10.De dader kan nog in hoger beroep art 404 wetboek v. strafv. , maar ik denk dat dit niet slim is aangezien de dader is vrijgesproken.
vraag 2, 4, 5, 7 en 9 heb ik niet compleet ik mis de goede wetsartikelen.
Hier mijn antwoorden:
1. Rechtsgebied: straf. art. 157 Wetboek van strafrecht.
2.Soort rechter is politierechter Plaats: Zutphen. hier kon ik niet goed verworden waarom absoluut en waarom relatief
3.Wetb. v. strafv. art. 138 B. in dit vonnis zijn geen bewijsmiddelen opgenomen.
4. De zaak gaat over een mogelijke poging tot brandstichting.
5.Oordeel: De verdachte is schuldig aan het strafbare feit , maar krijgt geen straf. art:-
6. Het oordeel is schuldig aan de tenlastelegging,
7. Het OM (Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing van strafbare feiten, de vervolging en de tenlastelegging. De rechter (Spreekt het recht uit) De verdachte: (Degene die verdacht word van een strafbaar feit). De verdediging:( De persoon tegenover de verdachte deze heeft dus een tegenovergestelde mening).
8. art 45 jo art 78 een poging is het proberen van , maar niet voltooien.
9. Dit is de juridische omschrijving van het gepleegde feit
10.De dader kan nog in hoger beroep art 404 wetboek v. strafv. , maar ik denk dat dit niet slim is aangezien de dader is vrijgesproken.
vraag 2, 4, 5, 7 en 9 heb ik niet compleet ik mis de goede wetsartikelen.
dinsdag 25 oktober 2011 om 15:18
quote:hondarius schreef op 25 oktober 2011 @ 14:59:
@ astrape inderdaad beterschap!
Hier mijn antwoorden:
1. Rechtsgebied: straf. art. 157 Wetboek van strafrecht.
2.Soort rechter is politierechter Plaats: Zutphen. hier kon ik niet goed verworden waarom absoluut en waarom relatief
Relatieve competentie staat omschreven in art. 2 - 6 Sv.
Absolute competentie staat verspreid door het wetboek van strafvordering, bijvoorbeeld: art. 382 Sv.
3.Wetb. v. strafv. art. 138 B. in dit vonnis zijn geen bewijsmiddelen opgenomen.
4. De zaak gaat over een mogelijke poging tot brandstichting.
5.Oordeel: De verdachte is schuldig aan het strafbare feit , maar krijgt geen straf. art:-
Art. 9a Wetboek van Strafrecht: Indien de rechter dit raadzaam acht in verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, dan wel die zich nadien hebben voorgedaan, kan hij in het vonnis bepalen dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
6. Het oordeel is schuldig aan de tenlastelegging,
7. Het OM (Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing van strafbare feiten, de vervolging en de tenlastelegging. De rechter (Spreekt het recht uit) De verdachte: (Degene die verdacht word van een strafbaar feit). De verdediging:( De persoon tegenover de verdachte deze heeft dus een tegenovergestelde mening).
Verdediging is de advocaat van de verdachte. Dat is dus niet de persoon tegenover de verdachte, maar juist degene die de belangen van de verdachte behartigt.
8. art 45 jo art 78 een poging is het proberen van , maar niet voltooien.
Een poging zou ik niet willen omschrijven als het "proberen van". Het gaat er vooral om dat er al een beginnetje is gemaakt, maar dat het uiteindelijk niet tot voltooiing is gekomen.
9. Dit is de juridische omschrijving van het gepleegde feit
10.De dader kan nog in hoger beroep art 404 wetboek v. strafv. , maar ik denk dat dit niet slim is aangezien de dader is vrijgesproken.
Hier ga je (behoorlijk) de fout in. De man is namelijk niet vrijgesproken. Als iemand wordt vrijgesproken, dan doet de rechter at omdat het feit niet kan worden bewezen. In dit geval kon het feit wél worden bewezen (de rechter zegt immers dat er sprake is van een poging tot brandstichting), maar de rechter vindt dat er in dit geval omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat óndanks dat de meneer het feit wel heeft gepleegd, er geen straf op hoeft te volgen. Het is dus echt iets heel anders dan een vrijspraak.
vraag 2, 4, 5, 7 en 9 heb ik niet compleet ik mis de goede wetsartikelen.
@ astrape inderdaad beterschap!
Hier mijn antwoorden:
1. Rechtsgebied: straf. art. 157 Wetboek van strafrecht.
2.Soort rechter is politierechter Plaats: Zutphen. hier kon ik niet goed verworden waarom absoluut en waarom relatief
Relatieve competentie staat omschreven in art. 2 - 6 Sv.
Absolute competentie staat verspreid door het wetboek van strafvordering, bijvoorbeeld: art. 382 Sv.
3.Wetb. v. strafv. art. 138 B. in dit vonnis zijn geen bewijsmiddelen opgenomen.
4. De zaak gaat over een mogelijke poging tot brandstichting.
5.Oordeel: De verdachte is schuldig aan het strafbare feit , maar krijgt geen straf. art:-
Art. 9a Wetboek van Strafrecht: Indien de rechter dit raadzaam acht in verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, dan wel die zich nadien hebben voorgedaan, kan hij in het vonnis bepalen dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
6. Het oordeel is schuldig aan de tenlastelegging,
7. Het OM (Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing van strafbare feiten, de vervolging en de tenlastelegging. De rechter (Spreekt het recht uit) De verdachte: (Degene die verdacht word van een strafbaar feit). De verdediging:( De persoon tegenover de verdachte deze heeft dus een tegenovergestelde mening).
Verdediging is de advocaat van de verdachte. Dat is dus niet de persoon tegenover de verdachte, maar juist degene die de belangen van de verdachte behartigt.
8. art 45 jo art 78 een poging is het proberen van , maar niet voltooien.
Een poging zou ik niet willen omschrijven als het "proberen van". Het gaat er vooral om dat er al een beginnetje is gemaakt, maar dat het uiteindelijk niet tot voltooiing is gekomen.
9. Dit is de juridische omschrijving van het gepleegde feit
10.De dader kan nog in hoger beroep art 404 wetboek v. strafv. , maar ik denk dat dit niet slim is aangezien de dader is vrijgesproken.
Hier ga je (behoorlijk) de fout in. De man is namelijk niet vrijgesproken. Als iemand wordt vrijgesproken, dan doet de rechter at omdat het feit niet kan worden bewezen. In dit geval kon het feit wél worden bewezen (de rechter zegt immers dat er sprake is van een poging tot brandstichting), maar de rechter vindt dat er in dit geval omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat óndanks dat de meneer het feit wel heeft gepleegd, er geen straf op hoeft te volgen. Het is dus echt iets heel anders dan een vrijspraak.
vraag 2, 4, 5, 7 en 9 heb ik niet compleet ik mis de goede wetsartikelen.
woensdag 26 oktober 2011 om 21:32
bij deze opdracht 3 hopelijk wil iemand hem nakijken voor mij (A)
Contractbepaling
Heden, 25 oktober 2011 te Deventer, verklaren partijen: Sanne Huisjes (hierna: huurder) en mw. Van Woning (hierna: verhuurder)
Verklaren partijen te zijn overeengekomen als volgt:
1) Verhuurder zal een kamer van 15m² aan de Tromplaan 21 te Enschede ter beschikking stellen voor een periode van 01-10-11 tot 01-04-11.
2) De huurprijs bedraagt ¤425,- per maand.
3) De huurprijs dient moet eerste van de maand op de rekening van verhuurder te staan.
4) Verhuurder verhuurt aan huurder een kamer met de inventaris, de kosten voor gas, water en licht, als ook de kosten voor het gebruik van internet.
5) Huurder dient een borg van ¤100,- aan verhuurder te betalen op de eerste dag van de huurovereenkomst, deze zal huurder terug krijgen binnen een maand van vertrek indien de kamer in behoorlijke staat is achter gelaten.
6) Huisdieren mogen niet gehouden worden door huurder.
7) Huurder mag geen medebewoner hebben, met uitzondering van overnachtingen
8) Verhuurder zal kamer van huurder alleen betreden in overeenstemming met huurder
9) Op het moment dat huurder verplichtingen uit de overeenkomst niet nakomt, en dit leidt tot schade en/of koste voor verhuurder, zal huurder deze kosten betalen.
Aldus overeengekomen en ondertekend en in tweevoud opgemaakt
d.d. 25-10-11
Verkoper Koper
Contractbepaling
Heden, 25 oktober 2011 te Deventer, verklaren partijen: Sanne Huisjes (hierna: huurder) en mw. Van Woning (hierna: verhuurder)
Verklaren partijen te zijn overeengekomen als volgt:
1) Verhuurder zal een kamer van 15m² aan de Tromplaan 21 te Enschede ter beschikking stellen voor een periode van 01-10-11 tot 01-04-11.
2) De huurprijs bedraagt ¤425,- per maand.
3) De huurprijs dient moet eerste van de maand op de rekening van verhuurder te staan.
4) Verhuurder verhuurt aan huurder een kamer met de inventaris, de kosten voor gas, water en licht, als ook de kosten voor het gebruik van internet.
5) Huurder dient een borg van ¤100,- aan verhuurder te betalen op de eerste dag van de huurovereenkomst, deze zal huurder terug krijgen binnen een maand van vertrek indien de kamer in behoorlijke staat is achter gelaten.
6) Huisdieren mogen niet gehouden worden door huurder.
7) Huurder mag geen medebewoner hebben, met uitzondering van overnachtingen
8) Verhuurder zal kamer van huurder alleen betreden in overeenstemming met huurder
9) Op het moment dat huurder verplichtingen uit de overeenkomst niet nakomt, en dit leidt tot schade en/of koste voor verhuurder, zal huurder deze kosten betalen.
Aldus overeengekomen en ondertekend en in tweevoud opgemaakt
d.d. 25-10-11
Verkoper Koper