Entertainment alle pijlers

Je favoriete gedicht(en)

26-12-2024 07:57 48 berichten
Alle reacties Link kopieren Quote
Post hier je favoriete gedicht (en).
Tramvrede

het is idioot om te geloven dat
wanneer iedereen op hetzelfde moment hetzelfde gedicht zou lezen
de wereldvrede uit zou breken

net zo idioot als wanneer je denkt
dat dat gebeurt wanneer iedereen
precies dezelfde schoenen draagt
of op hetzelfde moment dezelfde pauw ziet

er zit een man in de tram
met een muts op zijn hoofd
die een bos bloemen draagt (een boeket) met de stelen in een vuilniszak
niet om niet te lekken maar
om ze te beschermen tegen de regen

iedereen ziet het en
er breekt tramvrede uit

en dan natuurlijk toch wereldvrede maar toevallig.

JOOST OOMEN

Uit: Joost Oomen, Lievegedicht
Alle reacties Link kopieren Quote
Zwerversliefde


Laten wij zacht zijn voor elkander, kind -
want o, de maatloze verlatenheden,
die over onze moegezworven leden
onder de sterren waaie' in de oude wind.

O, laten wij maar zacht zijn, en maar niet
het trotse hoge woord van liefde spreken,
want hoeveel harten moesten daarom breken
onder den wind in hulpeloos verdriet.

Wij zijn maar als de blaren in den wind
ritselend langs de zoom van oude wouden,
en alles is onzeker, en hoe zouden
wij weten wat alleen de wind weet, kind -

En laten wij omdat wij eenzaam zijn
nu onze hoofden bij elkander neigen,
en wijl wij same' in 't oude waaien zwijgen
binnen één laatste droom gemeenzaam zijn.

Veel liefde ging verloren in de wind,
en wat de wind wil zullen wij nooit weten;
en daarom - voor we elkander weer vergeten -
laten wij zacht zijn voor elkander, kind.


Adriaan Roland Holst
Alle reacties Link kopieren Quote
Zijdus schreef:
26-12-2024 13:54
mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
hoe moet ik mij geborgen weten?

noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.

voor wie ik liefheb, wil ik heten.

Neeltje Maria Min
Deze wilde ik ook plaatsen. In Havo 5 zat die tussen mijn gedichten die je toen nog moest lezen, ben hem nooit vergeten. Hij raakt me.
Alle reacties Link kopieren Quote
Er was een regenworm in Sneek
die altijd naar de sterren keek,
en fluisterde: Hoe schoon, hoe schoon...
Zijn moeder zei: Doe toch gewoon,
kijk naar beneden naar de grond,
dat is normaal, dat is gezond,
kijk naar beneden, zoals ik...

En toen? Toen kwam de leeuwerik!

Het wormpje, dat naar boven staarde,
zag hem op tijd en kroop in d’aarde,
maar moe die naar beneden keek
werd opgegeten (daar in Sneek).

Dus doe nooit wat je moeder zegt,
dan komt het allemaal terecht
Frankly my dear, I don"t give a damn
Alle reacties Link kopieren Quote
Een linkje. Te lang om te typen.
https://www.delocht.nl/de-schort-van-ons-moeke/
Haast, ik moet niet vergeten te zwaaien,als ik mezelf voorbij loop...
Alle reacties Link kopieren Quote
BOERKE NAAS
Wie heeft er ooit het lied gehoord,
het lied van Boerke Naas?
't En ha', 't is waar, geen leeuwenhert,
maar toch, 't en was niet dwaas.

Boer Naas die was twee runders gaan
verkopen naar de stee
en bracht, als hij naar huis toe kwam,
zeshonderd franken mee.

Boer Naas, die maar een boer en was,
nochtans was scherp van zin,
hij ging en kocht een zevenschot,
en stak daar kogels in.

Alzo kwam Naas, met stapkes licht,
en met de beurze zwaar;
hij zei: "Och 'k wilde dat ik thuis
en in mijn bedde waar!"

Al met nen keer, wat hoort boer Naas,
juist bacht hem in de tronk?
Daar roert entwat, daar loert entwat:
't docht Naasken dat 't verzonk!

En, eer dat 't veintje asem kreeg,
zodanig was 't ontsteld,
daar grijpen Naas twee vuisten vast,
en 't ligt daar, neergeveld.

't En hoorde noch 't en zag bijkan,
't en voelde bijkans niet,
t'en zij dat 't een pistole zag,
en zeggen hoorde: "...Ik schiet!"

"Ik schiet, zo gij, op staande voet,
niet al uw geld en geeft;
en g' hebt, van zo gij roert, me man,
uw laatste dag geleefd!"

Boer Naas, die alle dagen vijf
zes kruisgebeden bad,
om lang te mogen leven, peist
hoe hij in nesten zat!

"Wat zal ze zeggen," krees boer Naas,
wanneer ik t'huiswaard keer?
Hij heeft het weerom al verbuisd!
die zatlap, nog nen keer!

"Hoor hier, mijn vriend, believe 't u,
toog dat gij minzaam zijt,
och, schiet ne kogel deur mijn hoed
en spaar mij 't vrouwverwijt!

"'k Zal zeggen, als ik thuis geraak:
men heeft mijn geld geroofd,
en, letter scheelde 't, of ik had
nen kogel deur mijn hoofd!"

De dief, die meer van kluiten hield
als van boer Naas zijn bloed,
schoot rap ne kogel deur end deur
de kobbe van z'nen hoed.

Bedankt! zei Naas, en greep zijn slep:
"schiet nog een deur mijn kleed!"
De dief legt aan en Naasken houdt
zijn pitelerken g'reed.

"Schiet nog een deur mijn broek," zei Naas,
"toen peist me wijf, voorwaar,
als dat ik, bij mirakel, ben
ontsnapt aan 't lijfsgevaar."

De rover zegt: "Nu zal 't wel gaan,
waar is uw beurze, snel:
'k en heb noch tijd noch kogels meer..."
"Ik wel," zegt Naas, "ik wel!"

Zijn zevenschot haalt Naas toen uit
en spreekt: "Is 't dat ge u niet,
in een- twee- drie, van hier en pakt,
gij galgendweil, ik schiet!

"Ik schiet, van als gij nader komt,
uw domme kop in gruis,
en, zo gij Naas nog roven wilt,
laat uw verstand niet thuis!"

En lopen dat die rover dei,
de benen van zijn lijf,
zo snel dat 't onbeschrijflijk is,
hoe snel ook dat ik schrijf!

Hier stoppe ik. Dichte een ander nu
ne voois op boerke Naas;
't is waar, 't en was geen leeuwenhert,
maar toch, 't en was niet dwaas!


Liederen, Eerdichten en Reliqua(1868)

Schrijver: Guido Gezelle
Huts!
Alle reacties Link kopieren Quote
No second Troy

Ik heb een vrouw bemind, die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.

Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene
sonnetje van ons tweeën rest.

Zo'n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.

Wat zijn dat toch voor waanideeën,
dat je, verdomd, in een gedicht
'de dingen van je af kunt schrijven'?
-------------------------------------
Uit: 'Oude gedichten', 1980
Jean Pierre Rawie
Well behaved women rarely make history.
Alle reacties Link kopieren Quote
Vrijzwemjaren


Terwijl ik mijn schoolslag interpreteer als onbeteugeld,
mijn zelfverkozen ademnood een gevoel van leven geeft,
de overkant, de zonnige eindbestemming, altijd in zicht,
ik me soms een snoek waan, dan weer de mooiste siervis,
besef ik opnieuw hoeveel bewegingsvrijheid en hoe waardevol.

Meerkoeten zwemmen als gevederde vrachtschepen voorbij,
onderduikgedrag in hun kiem, voor roofvogels, voor luchtaanvallen,
ik laat ze passeren, mijmer even over hun jongelingen, dan over mezelf,
in oorlogstijd denkt men te veel aan eigen-ik of te veel aan de ander,
red wie je liefhebt, zoals de meerkoet haar kleintjes het riet in stuurt.

Af en toe vermoed ik dat geschiedenis zich herhaalt, dat ze dommig is,
dat de mensheid haar geweten vormt, maar zo vergeetachtig,
en dat alles al beschreven, verfilmd en zoveel lessen geleerd,
waarom we dan toch de oorlog in de uitverkoop zetten,
voor een habbekrats ons een wapen, de strijd, laten aanpraten.

We weten: macht gedijt goed in het hoofd dat zich daarvoor leent,
en hoewel we nu jaren verder zijn, een dagboek aan wijsheid hebben,
we strepen zetten door woorden als heerschappij, regime,
is er altijd iemand die zijn spreekbeurt het beste vindt,
die het hoogste cijfer wil, applaus verlangt én gezag natuurlijk.

Ook vermoed ik dat er mensen zijn die nooit een gieter vasthouden,
die niet weten hoe iets bloeit en wat het daarvoor nodig heeft,
dat je niet zomaar een leven platwalst, uit de grond rukt of verdelgt,
zij schuwen de tuin des levens, bespugen die, zien regen als vijand,
ik wil gieters uitdelen, zeggen dat het kwaad alleen op donkere plekken groeit.

Eén ding raken we nooit kwijt: de smaak van vrijheid,
onze grote helden die de weg voor ons vrijgemaakt hebben,
zodat we weten waarvoor we vechten of waarvoor we wegzwemmen,
die ons kloekmoedig kunnen laten zeggen: dit nooit meer!
Ook al staat de oorlog in de uitverkoop, kost hoop soms meer dan strijd.


(Marieke) Lucas Rijneveld
emily2023 wijzigde dit bericht op 30-12-2024 03:14
Reden: te veel tekst
0.84% gewijzigd
Alle reacties Link kopieren Quote
Even serieus

Vinden jullie dit echt geweldige gedichten of is het interessantdoenerij?
Frankly my dear, I don"t give a damn
Alle reacties Link kopieren Quote
Once upon a midnight dreary, while I pondered, weak and weary,
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore—
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of some one gently rapping, rapping at my chamber door.
“’Tis some visitor,” I muttered, “tapping at my chamber door—
Only this and nothing more.”

Ah, distinctly I remember it was in the bleak December;
And each separate dying ember wrought its ghost upon the floor.
Eagerly I wished the morrow;—vainly I had sought to borrow
From my books surcease of sorrow—sorrow for the lost Lenore—
For the rare and radiant maiden whom the angels name Lenore—
Nameless here for evermore.

And the silken, sad, uncertain rustling of each purple curtain
Thrilled me—filled me with fantastic terrors never felt before;
So that now, to still the beating of my heart, I stood repeating
“’Tis some visitor entreating entrance at my chamber door—
Some late visitor entreating entrance at my chamber door;—
This it is and nothing more.”

Presently my soul grew stronger; hesitating then no longer,
“Sir,” said I, “or Madam, truly your forgiveness I implore;
But the fact is I was napping, and so gently you came rapping,
And so faintly you came tapping, tapping at my chamber door,
That I scarce was sure I heard you”—here I opened wide the door;—
Darkness there and nothing more.

Deep into that darkness peering, long I stood there wondering, fearing,
Doubting, dreaming dreams no mortal ever dared to dream before;
But the silence was unbroken, and the stillness gave no token,
And the only word there spoken was the whispered word, “Lenore?”
This I whispered, and an echo murmured back the word, “Lenore!”—
Merely this and nothing more.

Back into the chamber turning, all my soul within me burning,
Soon again I heard a tapping somewhat louder than before.
“Surely,” said I, “surely that is something at my window lattice;
Let me see, then, what thereat is, and this mystery explore—
Let my heart be still a moment and this mystery explore;—
’Tis the wind and nothing more!”

Open here I flung the shutter, when, with many a flirt and flutter,
In there stepped a stately Raven of the saintly days of yore;
Not the least obeisance made he; not a minute stopped or stayed he;
But, with mien of lord or lady, perched above my chamber door—
Perched upon a bust of Pallas just above my chamber door—
Perched, and sat, and nothing more.

Then this ebony bird beguiling my sad fancy into smiling,
By the grave and stern decorum of the countenance it wore,
“Though thy crest be shorn and shaven, thou,” I said, “art sure no craven,
Ghastly grim and ancient Raven wandering from the Nightly shore—
Tell me what thy lordly name is on the Night’s Plutonian shore!”
Quoth the Raven “Nevermore.”

Much I marvelled this ungainly fowl to hear discourse so plainly,
Though its answer little meaning—little relevancy bore;
For we cannot help agreeing that no living human being
Ever yet was blessed with seeing bird above his chamber door—
Bird or beast upon the sculptured bust above his chamber door,
With such name as “Nevermore.”

But the Raven, sitting lonely on the placid bust, spoke only
That one word, as if his soul in that one word he did outpour.
Nothing farther then he uttered—not a feather then he fluttered—
Till I scarcely more than muttered “Other friends have flown before—
On the morrow he will leave me, as my Hopes have flown before.”
Then the bird said “Nevermore.”

Startled at the stillness broken by reply so aptly spoken,
“Doubtless,” said I, “what it utters is its only stock and store
Caught from some unhappy master whom unmerciful Disaster
Followed fast and followed faster till his songs one burden bore—
Till the dirges of his Hope that melancholy burden bore
Of ‘Never—nevermore’.”

But the Raven still beguiling all my fancy into smiling,
Straight I wheeled a cushioned seat in front of bird, and bust and door;
Then, upon the velvet sinking, I betook myself to linking
Fancy unto fancy, thinking what this ominous bird of yore—
What this grim, ungainly, ghastly, gaunt, and ominous bird of yore
Meant in croaking “Nevermore.”

This I sat engaged in guessing, but no syllable expressing
To the fowl whose fiery eyes now burned into my bosom’s core;
This and more I sat divining, with my head at ease reclining
On the cushion’s velvet lining that the lamp-light gloated o’er,
But whose velvet-violet lining with the lamp-light gloating o’er,
She shall press, ah, nevermore!

Then, methought, the air grew denser, perfumed from an unseen censer
Swung by Seraphim whose foot-falls tinkled on the tufted floor.
“Wretch,” I cried, “thy God hath lent thee—by these angels he hath sent thee
Respite—respite and nepenthe from thy memories of Lenore;
Quaff, oh quaff this kind nepenthe and forget this lost Lenore!”
Quoth the Raven “Nevermore.”

“Prophet!” said I, “thing of evil!—prophet still, if bird or devil!—
Whether Tempter sent, or whether tempest tossed thee here ashore,
Desolate yet all undaunted, on this desert land enchanted—
On this home by Horror haunted—tell me truly, I implore—
Is there—is there balm in Gilead?—tell me—tell me, I implore!”
Quoth the Raven “Nevermore.”

“Prophet!” said I, “thing of evil!—prophet still, if bird or devil!
By that Heaven that bends above us—by that God we both adore—
Tell this soul with sorrow laden if, within the distant Aidenn,
It shall clasp a sainted maiden whom the angels name Lenore—
Clasp a rare and radiant maiden whom the angels name Lenore.”
Quoth the Raven “Nevermore.”

“Be that word our sign of parting, bird or fiend!” I shrieked, upstarting—
“Get thee back into the tempest and the Night’s Plutonian shore!
Leave no black plume as a token of that lie thy soul hath spoken!
Leave my loneliness unbroken!—quit the bust above my door!
Take thy beak from out my heart, and take thy form from off my door!”
Quoth the Raven “Nevermore.”

And the Raven, never flitting, still is sitting, still is sitting
On the pallid bust of Pallas just above my chamber door;
And his eyes have all the seeming of a demon’s that is dreaming,
And the lamp-light o’er him streaming throws his shadow on the floor;
And my soul from out that shadow that lies floating on the floor
Shall be lifted—nevermore!

Edgar Allan Poe
Alle reacties Link kopieren Quote
Er moeten mensen zijn
die zonnen aansteken,
voordat de wereld verregent.

Mensen die zomervliegers oplaten
als het ijzig wintert,
en die confetti strooien
tussen de sneeuwvlokken.

Die mensen moeten er zijn.

Er moeten mensen zijn
die aan de uitgang van het kerkhof
ijsjes verkopen,
en op de puinhopen
mondharmonica spelen.

Er moeten mensen zijn,
die op hun stoelen gaan staan,
om sterren op te hangen
in de mist.
Die lente maken
van gevallen bladeren,
en van gevallen schaduw,
licht.

Er moeten mensen zijn,
die ons verwarmen
en die in een wolkeloze hemel
toch in de wolken zijn
zo hoog
ze springen touwtje
langs de regenboog
als iemand heeft gezegd:
kom maar in mijn armen

Bij dat soort mensen wil ik horen
Die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan

Er moeten mensen zijn
die op het grijze asfalt
in grote witte letters
LIEFDE verven
Mensen die namen kerven
in een boom
vol rijpe vruchten
omdat er zoveel anderen zijn
die voor de vlinders vluchten
en stenen gooien
naar het eerste lenteblauw
omdat ze bang zijn
voor de bloemen
en bang zijn voor:
ik hou van jou

Ja,
er moeten mensen zijn
met tranen
als zilveren kralen
die stralen in het donker
en de morgen groeten
als het daglicht binnenkomt
op kousenvoeten

Weet je,
er moeten mensen zijn,
die bellen blazen
en weten van geen tijd
die zich kinderlijk verbazen
over iets wat barst
van mooiigheid
Ze roepen van de daken
dat er liefde is
en wonder
als al die anderen schreeuwen:
alles heeft geen zin
dan blijven zij roepen:
neen, de wereld gaat niet onder
en zij zien in ieder einde
weer een nieuw begin
Zij zijn een beetje clown,
eerst het hart
en dan het verstand
en ze schrijven met hun paraplu
i love you in het zand
omdat ze zo gigantisch
in het leven opgaan
en vallen
en vallen
en vallen
en OPSTAAN

Bij dát soort mensen wil ik horen
die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan
de muziek gaat DOOR
de muziek gaat DOOR
en DOOR

Toon Hermans
Alle reacties Link kopieren Quote
Ze wacht.
Nee, denkt ze, ik wacht niet,
ik dans.
Ze danst,
ze danst met lange, ranke passen,
langzaam en aandachtig,
ze houdt haar ogen dicht,

ze danst door deuren en door ramen
en door lange lankmoedige dagen-
hout, glas en uren vallen in splinters rond haar neer-

en telkens als ze niet meer kan
en bijna, bijna valt,
denk ze: Ik?
ik val niet, ik dans.

Een meisje, toon tellegen
Alle reacties Link kopieren Quote
De zachte krachten zullen zeker winnen

De zachte krachten zullen zeker winnen
in 't eind - dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo 't zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de grote zaligheid beginnen
die w'als onze harten aandachtig luistren

in alle tederheden ruisen horen
als in kleine schelpen de grote zee.
Liefde is de zin van 't leven der planeten,
en mense' en diere'. Er is niets wat kan storen
't stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.

Verzonken grenzen (1918)

Schrijver: Henriëtte Roland Holst-van der Schalk

En dan vind ik vooral de eerste en de laatste zin prachtig.
Het tussenstuk sla ik liefst over. 😏
Those who choose the lesser evil forget quickly that they chose evil.
Hannah Arendt
Alle reacties Link kopieren Quote
calvijn1 schreef:
31-12-2024 01:21
Even serieus

Vinden jullie dit echt geweldige gedichten of is het interessantdoenerij?
Ik heb weinig met gedichten, soms met 1 of 2 regels eruit.
Those who choose the lesser evil forget quickly that they chose evil.
Hannah Arendt
Alle reacties Link kopieren Quote
Alles kan poëzie worden! Ook de voorwerpen in het Depot Gevonden Voorwerpen van NS. 12 dichters beschreven hun favoriete verloren voorwerp.

Van dit project heb ik een ansichtkaart met een in een trein gevonden/verloren speelgoedhondje erop en dit geweldige (vind ik :) ) gedicht:

voorwerp 81894

misschien blijft geen bed koud, komt
geen harteloos nieuw voor vertrouwd
en wekt geen troost voor geen
verdriet bij geen jongen van
geen zeven geen groot geleden verlies

is er geen snotterend leed aan de andere
kant van geen dood spoor en is het enkel
mijn gemis, misschien, dat waarde
geeft aan een voddig hondje
vergeten, verlaten, verweesd en gelabeld

Rick de Leeuw

Oh, hier kan je de ansichtkaart zien:
https://www.lastdodo.nl/nl/items/965045 ... werp-81894
Alle reacties Link kopieren Quote
Ik vind het gedicht dat ik postte echt mooi. Het is kitscherig, maar enorm lief. De zinnen zijn mooi.

Als ik had willen patsen,had ik wel zoiets als dit gepost:


Waar ik op heb gewacht
Waar ik op heb gewacht
maakt zich van mij meester;

en laat mij kort daarop los

ik ben gehuld in mijzelf

en dezelfde dingen zijn nog
van kracht: het ene doet niet
onder voor het andere.
Nadat ik zo geweest ben

wordt aarzeling betracht.

Het restant doorstaat zich, schijnt
weer terug te willen; wordt ontzet
tenslotte, desondanks, door
vergetelheid. Zo ontbloot zich

het wiel en lokt mij tot zich;
suggereert duur: duren.

----------------------------------------------------------
Dit is van Hans Faverey, een van de grootste hermetische dichters van Nederland. Het is de bedoeling dat je het niet per se analyseert of begrijpt, je moet iets doen met het gevoel dat het gedicht oproept. Dat kan wel zijn, maar ik kon er altijd maar weinig mee.
Als andere mensen dat wel kunnen, is dat wat mij betreft prachtig. Geen aanstellerij of opschepperij, maar het waarderen van kunst die ik dan weer niet zo goed kan waarderen.
Ook al woon je in een krot, met de huisdeur kapot. Je weet toch dat ik van je hou.
Alle reacties Link kopieren Quote
Nutella schreef:
26-12-2024 10:00
Afbeelding
Dit vind ik zo prachtig omdat het zo mooi mijn liefde voor mijn kind uitdrukt. We begrijpen elkaar soms moeilijk omdat we zo veel van elkaar verschillen maar dit zegt voor mij alles.

Ik heb hem eerder eens gekregen toen wij een traject voor ouderbegeleiding volgden.
Alle reacties Link kopieren Quote
Dromen, Rene Oskam

Ik droom jou in de morgen
ik droom jou overdag
ik droom zelfs dat ik in
mijn dromen naast
jou te dromen lag
ik droom dat jij mij droomde
in de morgen, overdag
ik droom dat jij mij in
jouw dromen naast jou
dromen zag.
Alle reacties Link kopieren Quote
O, ik weet het niet
Herman de Coninck

O, ik weet het niet,
maar besta, wees mooi.
Zeg: kijk, een vogel
en leer me de vogel zien.
Zeg: het leven is een brood
om in te bijten en de appels zien rood
van plezier, en nog, en nog, zeg iets.
Leer me huilen, en als ik huil
leer me zeggen: het is niets.
Je hoeft niet altijd te geloven wat je denkt.
Alle reacties Link kopieren Quote
In Flanders fields

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

Boezinge (Ieper), 1915
Je hebt zo’n 26.000 dagen tussen níets en eeuwigheid, je kunt lachen, je kunt klagen, maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt.
Alle reacties Link kopieren Quote
Homclover schreef:
31-12-2024 06:34
Er moeten mensen zijn
die zonnen aansteken,
voordat de wereld verregent.

Mensen die zomervliegers oplaten
als het ijzig wintert,
en die confetti strooien
tussen de sneeuwvlokken.

Die mensen moeten er zijn.

Er moeten mensen zijn
die aan de uitgang van het kerkhof
ijsjes verkopen,
en op de puinhopen
mondharmonica spelen.

Er moeten mensen zijn,
die op hun stoelen gaan staan,
om sterren op te hangen
in de mist.
Die lente maken
van gevallen bladeren,
en van gevallen schaduw,
licht.

Er moeten mensen zijn,
die ons verwarmen
en die in een wolkeloze hemel
toch in de wolken zijn
zo hoog
ze springen touwtje
langs de regenboog
als iemand heeft gezegd:
kom maar in mijn armen

Bij dat soort mensen wil ik horen
Die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan

Er moeten mensen zijn
die op het grijze asfalt
in grote witte letters
LIEFDE verven
Mensen die namen kerven
in een boom
vol rijpe vruchten
omdat er zoveel anderen zijn
die voor de vlinders vluchten
en stenen gooien
naar het eerste lenteblauw
omdat ze bang zijn
voor de bloemen
en bang zijn voor:
ik hou van jou

Ja,
er moeten mensen zijn
met tranen
als zilveren kralen
die stralen in het donker
en de morgen groeten
als het daglicht binnenkomt
op kousenvoeten

Weet je,
er moeten mensen zijn,
die bellen blazen
en weten van geen tijd
die zich kinderlijk verbazen
over iets wat barst
van mooiigheid
Ze roepen van de daken
dat er liefde is
en wonder
als al die anderen schreeuwen:
alles heeft geen zin
dan blijven zij roepen:
neen, de wereld gaat niet onder
en zij zien in ieder einde
weer een nieuw begin
Zij zijn een beetje clown,
eerst het hart
en dan het verstand
en ze schrijven met hun paraplu
i love you in het zand
omdat ze zo gigantisch
in het leven opgaan
en vallen
en vallen
en vallen
en OPSTAAN

Bij dát soort mensen wil ik horen
die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan
de muziek gaat DOOR
de muziek gaat DOOR
en DOOR

Toon Hermans
Dit vind ik zo'n mooi gedicht....
Haast, ik moet niet vergeten te zwaaien,als ik mezelf voorbij loop...
Alle reacties Link kopieren Quote
ik was je kwijt voordat ik je bezat
ik heb je al gemist voordat ik je kende;
er is klaarblijkelijk nog meer ellende
dan ik voor mogelijk gehouden had
en elke keer dat wij elkaar bekenden
en alles wat je zogenaamd vergat -
ik zou iets voor ons willen doen, maar wat
ik doe, het zal zich nooit ten goede wenden
de ergste droefenis is trouwens pas
gekomen met het vreselijke weten
dat ik je nooit in wezen heb bezeten,
terwijl ik zo bezeten van je was
ik wilde dat ik even kon vergeten
hoe onvergeetlijk dit alles was


jean pierre rawie - dit alles
Alle reacties Link kopieren Quote
Deze gedichten zijn niet bijzonder maar voor mij het mooist ivm de betekenis voor mij.

Ga nooit weg zonder te groeten,
ga nooit heen zonder een zoen.
Wie het noodlot zal ontmoeten,
kan het morgen niet meer doen.

Loop nooit weg zonder te praten,
dat doet soms een hart zo pijn.
Wat je 's morgens hebt verlaten,
kan er 's avonds niet meer zijn.

--- Toon Hermans
Gekregen van een goede vriend toen mijn beste vriendin (16) verongelukte. 's Ochtends is zij na een woordenwisseling met haar moeder weggegaan naar school en dus onderweg verongelukt.

Ik heb je lief zoals je soms
gelijk een gouden zomerdag bent
nee nee nee
ik heb je lief zoals je bent
nee nee
ik heb je lief zoals
nee
ik heb je lief

---K. Schippers
Dit was de tekst die ex en ik op ons trouwkaartje hadden staan. Alhoewel we inmiddels gescheiden zijn, we elkaar dus minder lief hadden dan we aanvankelijk dachten ;-) , blijf ik de tekst heel mooi vinden.

Gebruikersavatar
Anonymous
Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn

Terug naar boven