Entertainment
alle pijlers
Overleden in showbizzland
donderdag 4 juni 2009 om 17:37
Kill Bill-acteur dood gevonden
AMSTERDAM - Kill Bill-acteur en Kung Fu-ster David Carradine is dinsdag dood in een hotelkamer in Bankok aangetroffen.
De 72-jarige Carradine werd door een kamermeisje gevonden. De acteur zat in een kast met een touw om zijn nek en lichaam.
Carradine was in Thailand voor de opnames van zijn nieuwe film Stretch. "Zijn dood is schokkend. Hij was altijd vol energie en verschrikkelijk ijverig", laat woordvoerder Chuck Binder aan de BBC weten. De precieze doodsoorzaak wordt nog onderzocht.
De mogelijkheid dat het ook om een uit de hand gelopen sm-spelletje zou kunnen gaan, wordt nergens gemeld.
David Carradine maakte deel uit van een ware acteur-dynasty. Ook zijn vader John Carradine, en broers Bruce, Keith en Robert zaten in het vak.
De ster stond het meest bekend om zijn rol als Kwai Chang Caine in de tv-serie Kung Fu uit de jaren zeventig, waarvan er in de jaren tachtig en negentig een vervolg werd gemaakt.
AMSTERDAM - Kill Bill-acteur en Kung Fu-ster David Carradine is dinsdag dood in een hotelkamer in Bankok aangetroffen.
De 72-jarige Carradine werd door een kamermeisje gevonden. De acteur zat in een kast met een touw om zijn nek en lichaam.
Carradine was in Thailand voor de opnames van zijn nieuwe film Stretch. "Zijn dood is schokkend. Hij was altijd vol energie en verschrikkelijk ijverig", laat woordvoerder Chuck Binder aan de BBC weten. De precieze doodsoorzaak wordt nog onderzocht.
De mogelijkheid dat het ook om een uit de hand gelopen sm-spelletje zou kunnen gaan, wordt nergens gemeld.
David Carradine maakte deel uit van een ware acteur-dynasty. Ook zijn vader John Carradine, en broers Bruce, Keith en Robert zaten in het vak.
De ster stond het meest bekend om zijn rol als Kwai Chang Caine in de tv-serie Kung Fu uit de jaren zeventig, waarvan er in de jaren tachtig en negentig een vervolg werd gemaakt.
zondag 7 augustus 2011 om 23:06
Francesco Quinn is vrijdagnacht op 48-jarige leeftijd overleden in de buurt van zijn huis in Malibu. De zoon van Oscarwinnaar Anthony Quinn, die zelf ook acteerde, stierf waarschijnlijk aan een hartaanval.
Francesco zakte naar verluidt op straat in elkaar, waarna een buurman en zijn vrouw Valentina hem probeerden te reanimeren.
"Op een gegeven moment dachten we dat het ging lukken", vertelt Tim Lawrence aan de lokale nieuwssite Malibu Patch.
"We deden ontzettend ons best. Maar op een gegeven moment was het gebeurd." Volgens de man stierf Quinn in de armen van zijn vrouw.
Francesco Quinn werd in Rome geboren als derde zoon van de bekende acteur Anthony Quinn. In 1986 was hij te zien in de Oliver Stone-film Platoon. Later speelde Francesco rollen in andere films en televisieseries, waaronder The Young and the Restless, 24 en ER.
Francesco zakte naar verluidt op straat in elkaar, waarna een buurman en zijn vrouw Valentina hem probeerden te reanimeren.
"Op een gegeven moment dachten we dat het ging lukken", vertelt Tim Lawrence aan de lokale nieuwssite Malibu Patch.
"We deden ontzettend ons best. Maar op een gegeven moment was het gebeurd." Volgens de man stierf Quinn in de armen van zijn vrouw.
Francesco Quinn werd in Rome geboren als derde zoon van de bekende acteur Anthony Quinn. In 1986 was hij te zien in de Oliver Stone-film Platoon. Later speelde Francesco rollen in andere films en televisieseries, waaronder The Young and the Restless, 24 en ER.
zondag 14 augustus 2011 om 22:22
Fritz Korbach is zondag overleden. De 66-jarige oud-voetbaltrainer was ongeneeslijk ziek. Korbach leed aan keelkanker. Korbach begon zijn carrière in 1968 als assistent-trainer van Elinkwijk. Hij trainde daarna onder meer Cambuur Leeuwarden, De Graafschap en SC Heerenveen. Korbach was als coach voor het laatst actief bij de amateurs van Harkemase Boys, waar hij in 2007 op non-actief werd gezet.
(komt uit de volkskrant)
(komt uit de volkskrant)
tsja.....
maandag 26 september 2011 om 22:30
vrijdag 30 september 2011 om 23:33
Schrijfster Hella S. Haasse overleden
door Arjen Fortuin
Schrijfster Hella Haasse is gisteren op 93-jarige leeftijd overleden. Dat heeft uitgeverij Querido vanmiddag bekendgemaakt. Met Haasse sterft de laatste van de ‘grote vier’ van de naoorlogse Nederlandse literatuur.
Bij de kritiek stond Haasse lang enigszins in de schaduw van de mannen Harry Mulisch, Gerard Reve en W.F. Hermans, maar de afgelopen jaren werd zij algemeen erkend als een van de allergrootsten. Ze werd geëerd met diverse publicaties en prijzen. In 2004 won Haasse de Prijs der Nederlandse Letteren, in 1983 de P.C. Hooftprijs.
De afgelopen jaren ging Haasses gezondheid achteruit. Vorige maand gaf ze ‘een laatste interview’ aan De Groene Amsterdammer. Schrijven deed ze al jaren niet meer, zei ze. „Met enige moeite lukt mijn eigen naam nog, maar brieven schrijven gaat niet meer. En dicteren vind ik vreselijk. Ik schrijf in mijn hoofd. Ik bedenk verhalen, of ik ze nu op papier zet of niet.”
Als verhalenverteller en groot observator is Haasse, geboren op 2 februari 1918, de afgelopen zestig jaar één van de meest geliefde auteurs van Nederland geweest. Ze brak door met het (anoniem ingestuurde) Boekenweekgeschenk Oeroeg in 1948. Daarna schreef ze tientallen romans, waaronder Het woud der verwachting(1949), Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter (1978), en Heren van de thee (1992).
Veel van haar werk is nauw verbonden met Nederlands-Indië, het land waar Haasse opgroeide en waar ze haar hele leven over bleef schrijven. Twee jaar geleden zei Haasse dat zij er nog altijd niet achter was wat ‘Indië nu precies voor Nederland had betekend’. Daarnaast schreef Haasse een groot aantal historische romans, essays en non-fictie. Ze is een van de meest vertaalde Nederlandse auteurs. In 2003 won Haasse de NS Publiekprijs voor Sleuteloog. Koningin Beatrix geldt als een groot bewonderaar van haar werk.
In het Groene-interview zei Haasse vorige maand dat ze bezig was haar archief op te ruimen, deels met hulp van een papierversnipperaar. „Het is een heerlijk instrument, die shredder. Dat knorrende geluid dat hij maakt…”
Deze zomer verscheen een bundel met essays van Haasse over haar favoriete schrijvers; het is het laatste boek dat bij haar leven verscheen.
Vanmiddag in NRC Handelsblad: Necrologie van Margot Dijkgraaf
( Bron: website NRC)
door Arjen Fortuin
Schrijfster Hella Haasse is gisteren op 93-jarige leeftijd overleden. Dat heeft uitgeverij Querido vanmiddag bekendgemaakt. Met Haasse sterft de laatste van de ‘grote vier’ van de naoorlogse Nederlandse literatuur.
Bij de kritiek stond Haasse lang enigszins in de schaduw van de mannen Harry Mulisch, Gerard Reve en W.F. Hermans, maar de afgelopen jaren werd zij algemeen erkend als een van de allergrootsten. Ze werd geëerd met diverse publicaties en prijzen. In 2004 won Haasse de Prijs der Nederlandse Letteren, in 1983 de P.C. Hooftprijs.
De afgelopen jaren ging Haasses gezondheid achteruit. Vorige maand gaf ze ‘een laatste interview’ aan De Groene Amsterdammer. Schrijven deed ze al jaren niet meer, zei ze. „Met enige moeite lukt mijn eigen naam nog, maar brieven schrijven gaat niet meer. En dicteren vind ik vreselijk. Ik schrijf in mijn hoofd. Ik bedenk verhalen, of ik ze nu op papier zet of niet.”
Als verhalenverteller en groot observator is Haasse, geboren op 2 februari 1918, de afgelopen zestig jaar één van de meest geliefde auteurs van Nederland geweest. Ze brak door met het (anoniem ingestuurde) Boekenweekgeschenk Oeroeg in 1948. Daarna schreef ze tientallen romans, waaronder Het woud der verwachting(1949), Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter (1978), en Heren van de thee (1992).
Veel van haar werk is nauw verbonden met Nederlands-Indië, het land waar Haasse opgroeide en waar ze haar hele leven over bleef schrijven. Twee jaar geleden zei Haasse dat zij er nog altijd niet achter was wat ‘Indië nu precies voor Nederland had betekend’. Daarnaast schreef Haasse een groot aantal historische romans, essays en non-fictie. Ze is een van de meest vertaalde Nederlandse auteurs. In 2003 won Haasse de NS Publiekprijs voor Sleuteloog. Koningin Beatrix geldt als een groot bewonderaar van haar werk.
In het Groene-interview zei Haasse vorige maand dat ze bezig was haar archief op te ruimen, deels met hulp van een papierversnipperaar. „Het is een heerlijk instrument, die shredder. Dat knorrende geluid dat hij maakt…”
Deze zomer verscheen een bundel met essays van Haasse over haar favoriete schrijvers; het is het laatste boek dat bij haar leven verscheen.
Vanmiddag in NRC Handelsblad: Necrologie van Margot Dijkgraaf
( Bron: website NRC)
Liefde is als Sinterklaas: je moet er in geloven, anders wordt het niks...
donderdag 6 oktober 2011 om 02:20
Steve Jobs, the visionary in the black turtleneck who co-founded Apple in a Silicon Valley garage, built it into the world's leading tech company and led a mobile-computing revolution with wildly popular devices such as the iPhone, died Wednesday. He was 56.
The hard-driving executive pioneered the concept of the personal computer and of navigating them by clicking onscreen images with a mouse. In more recent years, he introduced the iPod portable music player, the iPhone and the iPad tablet -- all of which changed how we consume content in the digital age.
More than one pundit, praising Jobs' ability to transform entire industries with his inventions, called him a modern-day Leonardo Da Vinci.
"Steve Jobs is one of the great innovators in the history of modern capitalism," New York Times columnist Joe Nocera said in August. "His intuition has been phenomenal over the years."
View a time line of Steve Jobs' work
Jobs' death, while dreaded by Apple's legions of fans, was not unexpected. He had battled cancer for years, took a medical leave from Apple in January and stepped down as chief executive in August because he could "no longer meet (his) duties and expectations."
Born February 24, 1955, and then adopted, Jobs grew up in Cupertino, California -- which would become home to Apple's headquarters -- and showed an early interest in electronics. As a teenager, he phoned William Hewlett, president of Hewlett-Packard, to request parts for a school project. He got them, along with an offer of a summer job at HP.
How Steve Jobs grew up
Jobs dropped out of Oregon's Reed College after one semester, although he returned to audit a class in calligraphy, which he says influenced Apple's graceful, minimalist aesthetic. He quit one of his first jobs, designing video games for Atari, to backpack across India and take psychedelic drugs. Those experiences, Jobs said later, shaped his creative vision.
"You can't connect the dots looking forward; you can only connect them looking backwards. So you have to trust that the dots will somehow connect in your future," he told Stanford University graduates during a commencement speech in 2005. "You have to trust in something: your gut, destiny, life, karma, whatever. This approach has never let me down, and it has made all the difference in my life."
While at HP, Jobs befriended Steve Wozniak, who impressed him with his skill at assembling electronic components. The two later joined a Silicon Valley computer hobbyists club, and when he was 21, Jobs teamed with Wozniak and two other men to launch Apple Computer Inc.
It's long been Silicon Valley legend: Jobs and Wozniak built their first commercial product, the Apple 1, in Jobs' parents' garage in 1976. Jobs sold his Volkswagen van to help finance the venture. The primitive computer, priced at $666.66, had no keyboard or display, and customers had to assemble it themselves.
The following year, Apple unveiled the Apple II computer at the inaugural West Coast Computer Faire. The machine was a hit, and the personal computing revolution was under way.
Jobs was among the first computer engineers to recognize the appeal of the mouse and the graphical interface, which let users operate computers by clicking on images instead of writing text.
Apple's pioneering Macintosh computer launched in early 1984 with a now-iconic, Orwellian-themed Super Bowl ad. The boxy beige Macintosh sold well, but the demanding Jobs clashed frequently with colleagues, and in 1986, he was ousted from Apple after a power struggle.
Then came a 10-year hiatus during which he founded NeXT Computer, whose pricey, cube-shaped computer workstations never caught on with consumers.
Jobs had more success when he bought Pixar Animation Studios from George Lucas before the company made it big with "Toy Story." Jobs brought the same marketing skill to Pixar that he became known for at Apple. His brief but emotional pitch for "Finding Nemo," for example, was a masterful bit of succinct storytelling.
Share your memories and images of Steve Jobs
In 1996, Apple bought NeXT, returning Jobs to the then-struggling company he had co-founded. Within a year, he was running Apple again -- older and perhaps wiser but no less of a perfectionist. And in 2001, he took the stage to introduce the original iPod, the little white device that transformed portable music and kick-started Apple's furious comeback.
Thus began one of the most remarkable second acts in the history of business. Over the next decade, Jobs wowed launch-event audiences, and consumers, with one game-changing hit after another: iTunes (2003), the iPhone (2007), the App Store (2008), and the iPad (2010).
Observers marveled at Jobs' skills as a pitchman, his ability to inspire godlike devotion among Apple "fanboys" (and scorn from PC fans) and his "one more thing" surprise announcements. Time after time, he sold people on a product they didn't know they needed until he invented it. And all this on an official annual salary of $1.
He also built a reputation as a hard-driving, mercurial and sometimes difficult boss who oversaw almost every detail of Apple's products and rejected prototypes that didn't meet his exacting standards.
By the late 2000s, his once-renegade tech company, the David to Microsoft's Goliath, was entrenched at the uppermost tier of American business. Apple now operates more than 300 retail stores in 11 countries. The company has sold more than 275 million iPods, 100 million iPhones and 25 million iPads worldwide.
Jobs' climb to the top was complete in summer 2011, when Apple listed more cash reserves than the U.S. Treasury and even briefly surpassed Exxon Mobil as the world's most valuable company.
But Jobs's health problems sometimes cast a shadow over his company's success. In 2004, he announced to his employees that he was being treated for pancreatic cancer. He lost weight and appeared unusually gaunt at keynote speeches to Apple developers, spurring concerns about his health and fluctuations in the company's stock price. One wire service accidentally published Jobs' obituary.
Jobs had a secret liver transplant in 2009 in Tennessee during a six-month medical leave of absence from Apple. He took another medical leave in January this year. Perhaps mindful of his legacy, he cooperated on his first authorized biography, scheduled to be published by Simon & Schuster in November.
Jobs is survived by his wife of 20 years, Laurene, and four children, including one from a prior relationship.
He always spoke with immense pride about what he and his engineers accomplished at Apple.
"Your work is going to fill a large part of your life, and the only way to be truly satisfied is to do what you believe is great work. And the only way to do great work is to love what you do," he told the Stanford grads in 2005.
"If you haven't found it yet, keep looking. Don't settle. As with all matters of the heart, you'll know when you find it. And, like any great relationship, it just gets better and better as the years roll on."
The hard-driving executive pioneered the concept of the personal computer and of navigating them by clicking onscreen images with a mouse. In more recent years, he introduced the iPod portable music player, the iPhone and the iPad tablet -- all of which changed how we consume content in the digital age.
More than one pundit, praising Jobs' ability to transform entire industries with his inventions, called him a modern-day Leonardo Da Vinci.
"Steve Jobs is one of the great innovators in the history of modern capitalism," New York Times columnist Joe Nocera said in August. "His intuition has been phenomenal over the years."
View a time line of Steve Jobs' work
Jobs' death, while dreaded by Apple's legions of fans, was not unexpected. He had battled cancer for years, took a medical leave from Apple in January and stepped down as chief executive in August because he could "no longer meet (his) duties and expectations."
Born February 24, 1955, and then adopted, Jobs grew up in Cupertino, California -- which would become home to Apple's headquarters -- and showed an early interest in electronics. As a teenager, he phoned William Hewlett, president of Hewlett-Packard, to request parts for a school project. He got them, along with an offer of a summer job at HP.
How Steve Jobs grew up
Jobs dropped out of Oregon's Reed College after one semester, although he returned to audit a class in calligraphy, which he says influenced Apple's graceful, minimalist aesthetic. He quit one of his first jobs, designing video games for Atari, to backpack across India and take psychedelic drugs. Those experiences, Jobs said later, shaped his creative vision.
"You can't connect the dots looking forward; you can only connect them looking backwards. So you have to trust that the dots will somehow connect in your future," he told Stanford University graduates during a commencement speech in 2005. "You have to trust in something: your gut, destiny, life, karma, whatever. This approach has never let me down, and it has made all the difference in my life."
While at HP, Jobs befriended Steve Wozniak, who impressed him with his skill at assembling electronic components. The two later joined a Silicon Valley computer hobbyists club, and when he was 21, Jobs teamed with Wozniak and two other men to launch Apple Computer Inc.
It's long been Silicon Valley legend: Jobs and Wozniak built their first commercial product, the Apple 1, in Jobs' parents' garage in 1976. Jobs sold his Volkswagen van to help finance the venture. The primitive computer, priced at $666.66, had no keyboard or display, and customers had to assemble it themselves.
The following year, Apple unveiled the Apple II computer at the inaugural West Coast Computer Faire. The machine was a hit, and the personal computing revolution was under way.
Jobs was among the first computer engineers to recognize the appeal of the mouse and the graphical interface, which let users operate computers by clicking on images instead of writing text.
Apple's pioneering Macintosh computer launched in early 1984 with a now-iconic, Orwellian-themed Super Bowl ad. The boxy beige Macintosh sold well, but the demanding Jobs clashed frequently with colleagues, and in 1986, he was ousted from Apple after a power struggle.
Then came a 10-year hiatus during which he founded NeXT Computer, whose pricey, cube-shaped computer workstations never caught on with consumers.
Jobs had more success when he bought Pixar Animation Studios from George Lucas before the company made it big with "Toy Story." Jobs brought the same marketing skill to Pixar that he became known for at Apple. His brief but emotional pitch for "Finding Nemo," for example, was a masterful bit of succinct storytelling.
Share your memories and images of Steve Jobs
In 1996, Apple bought NeXT, returning Jobs to the then-struggling company he had co-founded. Within a year, he was running Apple again -- older and perhaps wiser but no less of a perfectionist. And in 2001, he took the stage to introduce the original iPod, the little white device that transformed portable music and kick-started Apple's furious comeback.
Thus began one of the most remarkable second acts in the history of business. Over the next decade, Jobs wowed launch-event audiences, and consumers, with one game-changing hit after another: iTunes (2003), the iPhone (2007), the App Store (2008), and the iPad (2010).
Observers marveled at Jobs' skills as a pitchman, his ability to inspire godlike devotion among Apple "fanboys" (and scorn from PC fans) and his "one more thing" surprise announcements. Time after time, he sold people on a product they didn't know they needed until he invented it. And all this on an official annual salary of $1.
He also built a reputation as a hard-driving, mercurial and sometimes difficult boss who oversaw almost every detail of Apple's products and rejected prototypes that didn't meet his exacting standards.
By the late 2000s, his once-renegade tech company, the David to Microsoft's Goliath, was entrenched at the uppermost tier of American business. Apple now operates more than 300 retail stores in 11 countries. The company has sold more than 275 million iPods, 100 million iPhones and 25 million iPads worldwide.
Jobs' climb to the top was complete in summer 2011, when Apple listed more cash reserves than the U.S. Treasury and even briefly surpassed Exxon Mobil as the world's most valuable company.
But Jobs's health problems sometimes cast a shadow over his company's success. In 2004, he announced to his employees that he was being treated for pancreatic cancer. He lost weight and appeared unusually gaunt at keynote speeches to Apple developers, spurring concerns about his health and fluctuations in the company's stock price. One wire service accidentally published Jobs' obituary.
Jobs had a secret liver transplant in 2009 in Tennessee during a six-month medical leave of absence from Apple. He took another medical leave in January this year. Perhaps mindful of his legacy, he cooperated on his first authorized biography, scheduled to be published by Simon & Schuster in November.
Jobs is survived by his wife of 20 years, Laurene, and four children, including one from a prior relationship.
He always spoke with immense pride about what he and his engineers accomplished at Apple.
"Your work is going to fill a large part of your life, and the only way to be truly satisfied is to do what you believe is great work. And the only way to do great work is to love what you do," he told the Stanford grads in 2005.
"If you haven't found it yet, keep looking. Don't settle. As with all matters of the heart, you'll know when you find it. And, like any great relationship, it just gets better and better as the years roll on."
zaterdag 29 oktober 2011 om 15:34
Topkok Cas Spijkers (65) overleden
AMSTERDAM - Topkok Cas Spijkers is overleden. Zijn management maakte dat zaterdag bekend.
Dat meldt Misset Horeca.
Spijkers was al geruime tijd ziek. Hij leed sinds eind 2010 aan kanker. Er waren kwaadaardige tumoren in zijn slokdarm en maag ontdekt.
In juli werd de 65-jarige topkok nog benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Spijkers was een van de eerste koks op televisie, schreef verschillende kookboeken en ontving twee Michelinsterren.
Daarnaast was Spijkers nauw betrokken bij de oprichting van de Alliance Gastronomique Neerlandaise, evenals de Vereniging Euro-Toques Nederland en het Gilde van Nederlandse Meesterkoks.
AMSTERDAM - Topkok Cas Spijkers is overleden. Zijn management maakte dat zaterdag bekend.
Dat meldt Misset Horeca.
Spijkers was al geruime tijd ziek. Hij leed sinds eind 2010 aan kanker. Er waren kwaadaardige tumoren in zijn slokdarm en maag ontdekt.
In juli werd de 65-jarige topkok nog benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Spijkers was een van de eerste koks op televisie, schreef verschillende kookboeken en ontving twee Michelinsterren.
Daarnaast was Spijkers nauw betrokken bij de oprichting van de Alliance Gastronomique Neerlandaise, evenals de Vereniging Euro-Toques Nederland en het Gilde van Nederlandse Meesterkoks.
zondag 30 oktober 2011 om 10:48
zondag 30 oktober 2011 om 11:29
Wist het ook, maar ben toch geschrokken. Hij werd in nov 2010 gediagnosticeerd met kanker en dan staat er in de krant dat hij al 'geruime tijd' ziek was. Ligt het aan mij of is 11 maanden ziek niet geruime tijd?
Bij mijn vader is ook in nov 2010 kanker met uitzaaiingen geconstateerd. Het voelt niet als een geruime tijd geleden, maar als vorige week.
Bij mijn vader is ook in nov 2010 kanker met uitzaaiingen geconstateerd. Het voelt niet als een geruime tijd geleden, maar als vorige week.
maandag 31 oktober 2011 om 08:21
Overleden Gregor Frenkel Frank ( 82)
Frenkel Frank genoot vooral bekendheid als medepresentator en schrijver van KRO-programma's Ook dat nog en Cursief. In Ook dat nog werden consumentenproblemen op satirische wijze aangekaart. Hij was samen met Sylvia Millecam, die in 2001 overleed, het gezicht van dat programma.
In jaren 30 naar Nederland
Frenkel Frank werd in 1929 geboren in München. In de jaren dertig van de vorige eeuw verhuisde hij samen met zijn familie, onder wie zijn oudere broer Dimitri Frenkel Frank naar Nederland
( uit rtl nieuws)
Frenkel Frank genoot vooral bekendheid als medepresentator en schrijver van KRO-programma's Ook dat nog en Cursief. In Ook dat nog werden consumentenproblemen op satirische wijze aangekaart. Hij was samen met Sylvia Millecam, die in 2001 overleed, het gezicht van dat programma.
In jaren 30 naar Nederland
Frenkel Frank werd in 1929 geboren in München. In de jaren dertig van de vorige eeuw verhuisde hij samen met zijn familie, onder wie zijn oudere broer Dimitri Frenkel Frank naar Nederland
( uit rtl nieuws)
