Entertainment
alle pijlers
mooiste nederlandse songteksten
vrijdag 24 april 2009 om 22:49
Karin Bloemen - Geen kind meer.
Deze tekst, zo voel ik het ook echt. Werd gedraait op mijn moeder haar crematie. Ik ben nu geen kind meer.
Je leeft je eigen leven, wat zij er ook van vind.
Je bent allang geen kind meer, al blijf je ook haar kind.
Je wilt er over praten, maar niet op haar manier.
Je zult haar best verdriet doen, maar niet voor je plezier.
Wat moet je nog met haar en met haar ouderlijk gezag
en dan opeens dan is ie er die dag.
De dag waarop je moeder sterft dat jij wordt los gelaten.
en al haar eigenschappen erft die jij zo in haar haatte.
De scherpe tong, de bokkenpruik, de zure schooljuffrouw,
die zullen ze dan binnenkort herkennen gaan in jou.
Maar hopelijk ook de andere kant de aardige, de zachte,
maar of je die hebt meegeerfd valt nog maar af te wachten.
De dag waarna de rest een kwestie wordt van tijd en pijn.
De dag waarna je nooit meer kind zult zijn.
Wat al die jaren fout ging komt dan niet meer terecht.
En wat je nog wou zeggen, blijft eeuwig ongezegd.
De machteloze frasen van je genegenheid.
En dat het niet haar schuld was en ook dat het je spijt.
De dingen die je lang niet zeggen kon en zeggen wou,
en dan zo graag nog 1 keer zeggen zou.
De dag waarop je moeder sterft, de dag die al je dagen,
van dan af aan wat grijzer verft al hou je niet te klagen.
Je hebt je goede vrienden nog, die staan je ook dichtbij,
en als je soms een maatje zoekt dan staan ze in de rij.
Maar niemand zal meer weten hoe je met je pop kon spelen.
En niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen
De dag waarna je nooit meer kwetsbaar wezen kunt en klein.
De dag waarna je nooit meer kind zult zijn
Deze tekst, zo voel ik het ook echt. Werd gedraait op mijn moeder haar crematie. Ik ben nu geen kind meer.
Je leeft je eigen leven, wat zij er ook van vind.
Je bent allang geen kind meer, al blijf je ook haar kind.
Je wilt er over praten, maar niet op haar manier.
Je zult haar best verdriet doen, maar niet voor je plezier.
Wat moet je nog met haar en met haar ouderlijk gezag
en dan opeens dan is ie er die dag.
De dag waarop je moeder sterft dat jij wordt los gelaten.
en al haar eigenschappen erft die jij zo in haar haatte.
De scherpe tong, de bokkenpruik, de zure schooljuffrouw,
die zullen ze dan binnenkort herkennen gaan in jou.
Maar hopelijk ook de andere kant de aardige, de zachte,
maar of je die hebt meegeerfd valt nog maar af te wachten.
De dag waarna de rest een kwestie wordt van tijd en pijn.
De dag waarna je nooit meer kind zult zijn.
Wat al die jaren fout ging komt dan niet meer terecht.
En wat je nog wou zeggen, blijft eeuwig ongezegd.
De machteloze frasen van je genegenheid.
En dat het niet haar schuld was en ook dat het je spijt.
De dingen die je lang niet zeggen kon en zeggen wou,
en dan zo graag nog 1 keer zeggen zou.
De dag waarop je moeder sterft, de dag die al je dagen,
van dan af aan wat grijzer verft al hou je niet te klagen.
Je hebt je goede vrienden nog, die staan je ook dichtbij,
en als je soms een maatje zoekt dan staan ze in de rij.
Maar niemand zal meer weten hoe je met je pop kon spelen.
En niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen
De dag waarna je nooit meer kwetsbaar wezen kunt en klein.
De dag waarna je nooit meer kind zult zijn
vrijdag 24 april 2009 om 22:49
quote:jesluc schreef op 24 april 2009 @ 22:47:
[...]
Helemaal mee eens. Daar word ik nu helemaal emo van.
Toen ik langs het tuinpad van m'n vader
De hoge bomen nog zag staan
Ik was een kind, hoe kon ik weten
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan
Wim SonneveldJa, ik ook. Altijd janken. De tekst is trouwens niet van Soneveld, maar hij heeft m wel onsterfelijk gemaakt.
[...]
Helemaal mee eens. Daar word ik nu helemaal emo van.
Toen ik langs het tuinpad van m'n vader
De hoge bomen nog zag staan
Ik was een kind, hoe kon ik weten
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan
Wim SonneveldJa, ik ook. Altijd janken. De tekst is trouwens niet van Soneveld, maar hij heeft m wel onsterfelijk gemaakt.
vrijdag 24 april 2009 om 22:52
Thé Lau - Onder aan de dijk
Voor de zon die op het water speelt
Voor het water dat de zon bespeelt
We leunen bij het grijze water
Dat nooit teleurstelt en nooit verveelt
En ik voel de warmte van je hand
In ons kleine koninkrijk
Onder aan de dijk
Was mijn vader hier nu bij
Hij keek steevast heen en weer
Van 't water naar het polderland
Naar de verre vissers op het meer
En ik voel de warmte van je blik
In ons kleine koninkrijk
Onder aan de dijk
Zou hij ons zijn zegen geven
Hij zou ons zijn zegen geven
Ik weet het lief, ik weet het zeker
Hij zou ons zijn zegen geven
En ik voel de warmte van je blik
In ons kleine koninkrijk
Onder aan de dijk
Voor ons is het lichte water
Achter ons de zware dijk
Denk aan nu en niet aan later
Onder aan de dijk
Voor de zon die op het water speelt
Voor het water dat de zon bespeelt
We leunen bij het grijze water
Dat nooit teleurstelt en nooit verveelt
En ik voel de warmte van je hand
In ons kleine koninkrijk
Onder aan de dijk
Was mijn vader hier nu bij
Hij keek steevast heen en weer
Van 't water naar het polderland
Naar de verre vissers op het meer
En ik voel de warmte van je blik
In ons kleine koninkrijk
Onder aan de dijk
Zou hij ons zijn zegen geven
Hij zou ons zijn zegen geven
Ik weet het lief, ik weet het zeker
Hij zou ons zijn zegen geven
En ik voel de warmte van je blik
In ons kleine koninkrijk
Onder aan de dijk
Voor ons is het lichte water
Achter ons de zware dijk
Denk aan nu en niet aan later
Onder aan de dijk
vrijdag 24 april 2009 om 22:55
Van Dik Hout- Stilte valt zo hard
Je vertelt over de pijn als je op me wacht
’s Nachts gaat het wel m’n wankele stap
Je zegt je verandert nooit
Ik vertel honderduit en je luistert te goed
Ik zie dat je me mist en zeg ik dat dat moet
Je zegt waarom blijf je niet
Maar de stilte valt zo hard dat het wel waar moet zijn
Ik breng je niets lief meer dan pijn
Breng je niets lief meer dan pijn
Je vertelt over ons ja wat waren we goed
Ik die niets wist weet nu zeker wat moest
Ik zie je gelooft me niet
Dus ik verlang weer naar jou weet maar al te goed
Dat het niets wordt lief het komt wel weer goed
Je zegt waarom zwijg je niet
Maar de stilte valt zo hard dat het wel waar moet zijn
Ik breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Breng je niets lief meer dan pijn
Steeds als ik vertrek dan wil ik terug
Als ik er ben dan vlucht ik weg
Ik doe je pijn terwijl je denkt hij verandert
Je weet ik verander nooit
Breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Ja zo gaat het met alles waar je eens om gaf
Je wilt het wel kwijt maar je raakt er niet af
Had jij me maar nooit gekend
Want nog voor ik de deur weer achter me sluit
Kom ik al terug op ons laatste besluit
En draai me nog een keer om
Maar de stilte valt zo hard dat het wel waar moet zijn
Ik breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Ik breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Ik breng je niets lief meer dan pijn
Je vertelt over de pijn als je op me wacht
’s Nachts gaat het wel m’n wankele stap
Je zegt je verandert nooit
Ik vertel honderduit en je luistert te goed
Ik zie dat je me mist en zeg ik dat dat moet
Je zegt waarom blijf je niet
Maar de stilte valt zo hard dat het wel waar moet zijn
Ik breng je niets lief meer dan pijn
Breng je niets lief meer dan pijn
Je vertelt over ons ja wat waren we goed
Ik die niets wist weet nu zeker wat moest
Ik zie je gelooft me niet
Dus ik verlang weer naar jou weet maar al te goed
Dat het niets wordt lief het komt wel weer goed
Je zegt waarom zwijg je niet
Maar de stilte valt zo hard dat het wel waar moet zijn
Ik breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Breng je niets lief meer dan pijn
Steeds als ik vertrek dan wil ik terug
Als ik er ben dan vlucht ik weg
Ik doe je pijn terwijl je denkt hij verandert
Je weet ik verander nooit
Breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Ja zo gaat het met alles waar je eens om gaf
Je wilt het wel kwijt maar je raakt er niet af
Had jij me maar nooit gekend
Want nog voor ik de deur weer achter me sluit
Kom ik al terug op ons laatste besluit
En draai me nog een keer om
Maar de stilte valt zo hard dat het wel waar moet zijn
Ik breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Ik breng je niets lief meer dan pijn (oeh)
Ik breng je niets lief meer dan pijn
vrijdag 24 april 2009 om 22:56
Peter Koelewijn - KL 204
Als ik God was
En die zilveren vogel vloog voorbij
Samen met jou ver weg van mij
Als ik God was
Als ik God was
Dan plukten mijn handen #m uit de lucht
En ik bracht jou weer bij mij terug
Als ik God was
O ho #.
Ook zo'n mooi nummer.
Als je al deze berichten leest, hebben we hier in Nederland toch verrekt goede schrijvers!
Als ik God was
En die zilveren vogel vloog voorbij
Samen met jou ver weg van mij
Als ik God was
Als ik God was
Dan plukten mijn handen #m uit de lucht
En ik bracht jou weer bij mij terug
Als ik God was
O ho #.
Ook zo'n mooi nummer.
Als je al deze berichten leest, hebben we hier in Nederland toch verrekt goede schrijvers!
vrijdag 24 april 2009 om 23:00
Het ultieme janknummer voor mij (zit heel verhaal achter uiteraard):
Stef Bos - Papa
Ik heb dezelfde ogen en ik krijg jouw trekken om mijn mond.
Vroeger was ik driftig, vroeger was jij driftig, maar we hebben
onze rust gevonden.
En we zitten naast elkaar en we zeggen niet zoveel.
Voor alles wat jij doet heb ik hetzelfde ritueel.
Papa, ik lijk steeds meer op jou.
Ik heb dezelfde handen en ik krijg jouw rimpels in mijn huid.
Jij hebt jouw ideeën, ik heb mijn ideeën en we zwerven in gedachten
maar we komen altijd thuis.
De waarheid die je zocht en die je nooit hebt gevonden,
ik zoek haar ook en tevergeefs zolang ik leef.
Want papa, ik lijk steeds meer op jou.
Vroeger kon je streng zijn en God ik heb je soms gehaat.
Maar jouw woorden, ze liggen op mijn lippen en ik praat nu zoals
jij vroeger praatte.
Ik heb een goddeloos geloof en ik hou van elke vrouw
en misschien ben ik geworden wat jij helemaal niet wou,
maar papa ik lijk steeds meer op jou.
En jij gelooft in God, dus jij gaat naar de hemel, en ik geloof in niks
dus we komen elkaar na de dood, na de dood, nooit meer tegen.
Maar papa, ik hou steeds meer van jou.
Ik heb een goddeloos geloof en ik hou van elke vrouw
en misschien ben ik geworden wat jij helemaal niet wou,
maar papa ik lijk steeds meer op jou.
Oh papa, ik hou steeds meer van jou.
Papa ik lijk steeds meer op jou...
Stef Bos - Papa
Ik heb dezelfde ogen en ik krijg jouw trekken om mijn mond.
Vroeger was ik driftig, vroeger was jij driftig, maar we hebben
onze rust gevonden.
En we zitten naast elkaar en we zeggen niet zoveel.
Voor alles wat jij doet heb ik hetzelfde ritueel.
Papa, ik lijk steeds meer op jou.
Ik heb dezelfde handen en ik krijg jouw rimpels in mijn huid.
Jij hebt jouw ideeën, ik heb mijn ideeën en we zwerven in gedachten
maar we komen altijd thuis.
De waarheid die je zocht en die je nooit hebt gevonden,
ik zoek haar ook en tevergeefs zolang ik leef.
Want papa, ik lijk steeds meer op jou.
Vroeger kon je streng zijn en God ik heb je soms gehaat.
Maar jouw woorden, ze liggen op mijn lippen en ik praat nu zoals
jij vroeger praatte.
Ik heb een goddeloos geloof en ik hou van elke vrouw
en misschien ben ik geworden wat jij helemaal niet wou,
maar papa ik lijk steeds meer op jou.
En jij gelooft in God, dus jij gaat naar de hemel, en ik geloof in niks
dus we komen elkaar na de dood, na de dood, nooit meer tegen.
Maar papa, ik hou steeds meer van jou.
Ik heb een goddeloos geloof en ik hou van elke vrouw
en misschien ben ik geworden wat jij helemaal niet wou,
maar papa ik lijk steeds meer op jou.
Oh papa, ik hou steeds meer van jou.
Papa ik lijk steeds meer op jou...
vrijdag 24 april 2009 om 23:02
Alles of niets van van dik hout, vind ik ook een mooi nummer:
Droog je tranen maar en kijk me aan.
Je moet goed weten wie er voor je staat.
Zeg nou niet dat ik je niet gewaarschuwd heb.
We hebben niets meer alleen elkaar en het bed.
Maar dat zorgt ervoor dat ik jouw liefde niet vergeet.
Toeters en bellen zijn aan ons toch niet besteed.
Je mag ook blijven als je niet meer van me houdt.
Je gaat je gang maar lief het laat me koud.
Want als deze liefde je teveel wordt,
dan moet ik gaan dan houd ik jou niet langer op.
Bel pappa maar en houd je hand weer op.
Ga maar terug en word zijn touwtjespop.
Zeg mamma maar dat ik je niet meer bellen zal.
Ze zien me nooit meer terug, ik doe ze graag die lol.
Want als deze liefde je teveel wordt,
dan moet ik gaan dan houd ik jou niet langer op.
Want ik kan niet leven zonder alles of niets.
Nee, ik kan niet leven zonder alles of niets.
Dus gooi die munt maar op en we gaan voor alles of niets.
En we hebben geen geld maar we hebben de liefde.
En ik ben niet je vriend, nee ik ben je geliefde.
En die is meestal ook degene die jou verwijt wat hij zelf niet laten kan.
Want ik kan niet leven zonder alles of niets.
Dus gooi die munt maar op en we gaan voor alles of niets.
Droog je tranen maar en kijk me aan.
Zo ken ik degene niet die voor me staat.
Geef me die lach waarvoor je mij gewaarschuwd hebt.
En laat ons schuilen in dit oude bed.
Zonder een status en zonder een gelijk.
Zonder illusies of verder interessant gezeik.
Maar met het leven waarvoor wij gewaarschuwd zijn.
En laat ons drinken op ons grote ongelijk.
Want ik kan niet leven zonder alles of niets.
Dus gooi die munt maar op en we gaan voor alles of niets.
Droog je tranen maar en kijk me aan.
Je moet goed weten wie er voor je staat.
Zeg nou niet dat ik je niet gewaarschuwd heb.
We hebben niets meer alleen elkaar en het bed.
Maar dat zorgt ervoor dat ik jouw liefde niet vergeet.
Toeters en bellen zijn aan ons toch niet besteed.
Je mag ook blijven als je niet meer van me houdt.
Je gaat je gang maar lief het laat me koud.
Want als deze liefde je teveel wordt,
dan moet ik gaan dan houd ik jou niet langer op.
Bel pappa maar en houd je hand weer op.
Ga maar terug en word zijn touwtjespop.
Zeg mamma maar dat ik je niet meer bellen zal.
Ze zien me nooit meer terug, ik doe ze graag die lol.
Want als deze liefde je teveel wordt,
dan moet ik gaan dan houd ik jou niet langer op.
Want ik kan niet leven zonder alles of niets.
Nee, ik kan niet leven zonder alles of niets.
Dus gooi die munt maar op en we gaan voor alles of niets.
En we hebben geen geld maar we hebben de liefde.
En ik ben niet je vriend, nee ik ben je geliefde.
En die is meestal ook degene die jou verwijt wat hij zelf niet laten kan.
Want ik kan niet leven zonder alles of niets.
Dus gooi die munt maar op en we gaan voor alles of niets.
Droog je tranen maar en kijk me aan.
Zo ken ik degene niet die voor me staat.
Geef me die lach waarvoor je mij gewaarschuwd hebt.
En laat ons schuilen in dit oude bed.
Zonder een status en zonder een gelijk.
Zonder illusies of verder interessant gezeik.
Maar met het leven waarvoor wij gewaarschuwd zijn.
En laat ons drinken op ons grote ongelijk.
Want ik kan niet leven zonder alles of niets.
Dus gooi die munt maar op en we gaan voor alles of niets.
The time is now
vrijdag 24 april 2009 om 23:06
Waar kan je liggen in het zand
totdat je hele lijf verbrandt?
Waar kan je zuipen als een beest,
waar vind je vrienden voor elk feest?
Waar kan je zwemmen als een rat,
waar word je zelfs van binnen nat?
Dat is aan de rand van Nederland,
dat is aan ons onvolprezen strand.
Waar kan je vrijen met je vrouw
wat nergens ander mogen zou?
Terwijl je kalm je krantje leest
je handen strelend om haar leest.
Dan speel je poker met een vriend
totdat hij van ellende grient.
Dan springt de randstad uit de band,
dat is aan ons onvolprezen strand.
Je gaat er op de brommer heen
en ligt dan plat tot kwart voor een.
Dan ga je kijken naar een vrouw
die je wel graag versieren zou.
Dan krijg je ruzie met haar man,
die heel toevallig boksen kan.
En met je tanden in je hand
sjok je weer verder over het strand.
Dan ga je even naar een tent
en als je aangeschoten bent,
dan loop je met de vriendenschaar
een eindje langs de boulevard.
Dan komt er iemand op het idee
om te gaan zwemmen in de zee
en gans door kwallen overmand
ren je weer terug over het strand.
Maar 's middags om een uur of vier
dan komt het toppunt van vertier.
Dan komt een vriend die auto rijdt
eens kijken voor de aardigheid.
Dan ga je even met hem mee
een eindje rijden langs de zee.
Hij rijdt wel honderd met een hand
en wuift met de ander naar 't strand.
Dan scheur je zingend langs de straat
en vind dat alles prachtig gaat.
Je trekt je hals eenvoudig krom,
je kijkt naar alle meisjes om.
En vaders auto wordt vermoord,
vakkundig in een boom geboord.
Dan sta je morgen in de krant
en word beroemd op heel het strand.
En 's avonds op het stille strand
dan is er weer iets aan de hand.
Dan komt er een geweldig feest
zoals er nooit een is geweest.
Dan wordt het strand weer opgestookt
waarop men lekker worstjes kookt
en met transistors in de hand
trekt heel de troep weer naar 't strand.
De een komt met flessen wijn
die smaken verdacht veel naar azijn.
De tweede komt met zijn vriendin,
die pikt de derde dan weer in.
De vierde brengt een zak patat
met onderin een daverend gat.
De inhoud ligt verspreid in 't zand
van driekwart kilometer strand.
Je danst en vrijt de hele tijd
terwijl je in een broodje bijt
en giet jenever in een kop
want anders dronk je pa het op.
Maar van die lading alcohol
geraakt je spoedig overvol.
Dan loopt de toestand uit de hand
en blijf je liggen op het strand.
Maar de politie arriveert
voor je weer lopen hebt geleerd,
zodat je kruipende ontvlucht
achter een zuil jeneverlucht.
Dat wordt dan een immense rel,
die eindigt meestal in de cel.
En is men daar eenmaal beland,
dan is het weer rustig op het strand.
Maar 's morgens lig je weer in het zand
totdat je hele lijf verbrandt.
Dan ga je zuipen als een beest
en zoek je vrienden voor een feest.
Dan ga je zwemmen als een rat
en word je zelfs van binnen nat.
Aan de rand van Nederland,
aan ons onvolprezen strand.
Aan de rand van Nederland,
aan ons onvolprezen strand.
Aan de rand van Nederland,
aan ons onvolprezen strand.
totdat je hele lijf verbrandt?
Waar kan je zuipen als een beest,
waar vind je vrienden voor elk feest?
Waar kan je zwemmen als een rat,
waar word je zelfs van binnen nat?
Dat is aan de rand van Nederland,
dat is aan ons onvolprezen strand.
Waar kan je vrijen met je vrouw
wat nergens ander mogen zou?
Terwijl je kalm je krantje leest
je handen strelend om haar leest.
Dan speel je poker met een vriend
totdat hij van ellende grient.
Dan springt de randstad uit de band,
dat is aan ons onvolprezen strand.
Je gaat er op de brommer heen
en ligt dan plat tot kwart voor een.
Dan ga je kijken naar een vrouw
die je wel graag versieren zou.
Dan krijg je ruzie met haar man,
die heel toevallig boksen kan.
En met je tanden in je hand
sjok je weer verder over het strand.
Dan ga je even naar een tent
en als je aangeschoten bent,
dan loop je met de vriendenschaar
een eindje langs de boulevard.
Dan komt er iemand op het idee
om te gaan zwemmen in de zee
en gans door kwallen overmand
ren je weer terug over het strand.
Maar 's middags om een uur of vier
dan komt het toppunt van vertier.
Dan komt een vriend die auto rijdt
eens kijken voor de aardigheid.
Dan ga je even met hem mee
een eindje rijden langs de zee.
Hij rijdt wel honderd met een hand
en wuift met de ander naar 't strand.
Dan scheur je zingend langs de straat
en vind dat alles prachtig gaat.
Je trekt je hals eenvoudig krom,
je kijkt naar alle meisjes om.
En vaders auto wordt vermoord,
vakkundig in een boom geboord.
Dan sta je morgen in de krant
en word beroemd op heel het strand.
En 's avonds op het stille strand
dan is er weer iets aan de hand.
Dan komt er een geweldig feest
zoals er nooit een is geweest.
Dan wordt het strand weer opgestookt
waarop men lekker worstjes kookt
en met transistors in de hand
trekt heel de troep weer naar 't strand.
De een komt met flessen wijn
die smaken verdacht veel naar azijn.
De tweede komt met zijn vriendin,
die pikt de derde dan weer in.
De vierde brengt een zak patat
met onderin een daverend gat.
De inhoud ligt verspreid in 't zand
van driekwart kilometer strand.
Je danst en vrijt de hele tijd
terwijl je in een broodje bijt
en giet jenever in een kop
want anders dronk je pa het op.
Maar van die lading alcohol
geraakt je spoedig overvol.
Dan loopt de toestand uit de hand
en blijf je liggen op het strand.
Maar de politie arriveert
voor je weer lopen hebt geleerd,
zodat je kruipende ontvlucht
achter een zuil jeneverlucht.
Dat wordt dan een immense rel,
die eindigt meestal in de cel.
En is men daar eenmaal beland,
dan is het weer rustig op het strand.
Maar 's morgens lig je weer in het zand
totdat je hele lijf verbrandt.
Dan ga je zuipen als een beest
en zoek je vrienden voor een feest.
Dan ga je zwemmen als een rat
en word je zelfs van binnen nat.
Aan de rand van Nederland,
aan ons onvolprezen strand.
Aan de rand van Nederland,
aan ons onvolprezen strand.
Aan de rand van Nederland,
aan ons onvolprezen strand.
The time is now
vrijdag 24 april 2009 om 23:07
vrijdag 24 april 2009 om 23:07
Stef Bos -Is dit nu later (valt het op dat ik me kut voel?)
We speelden ooit verstoppertje
in de pauze op het plein
we hadden grote dromen
want we waren toen nog klein
de ene werd een voetballer
de ander werd een held
we geloofden in de toekomst
want de meester had verteld
jullie kunnen alles worden
als je maar je huiswerk kent
maar je moet geduldig wachten
tot je later groter bent
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
een diploma vol met leugens
waarop staat dat je volwassen bent
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
ik snap geen donder van het leven
ik weet nog steeds niet wie ik ben
is dit nou later?
we spelen nog verstoppertje
maar niet meer op het plein
en de meeste zijn geworden
wat ze toen niet wilden zijn
wij zijn allemaal volwassen
wie niet weg is, is gezien
en ik zou die hele choas
nu toch helder moeten zien
maar ik zie geen hand voor ogen
en het donker maakt mij bang
mama, mama,
mag het licht aan op de gang?
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
een diploma vol met leugens
waarop staat dat je de waarheid kent
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
ik snap geen donder van het leven
ik weet nog steeds niet wie ik ben
is dit nou later?
is dit nou later?
ik snap geen donder van het leven
ik weet nog steeds niet wie ik ben
is dit nou later?
is dit nou later?
We speelden ooit verstoppertje
in de pauze op het plein
we hadden grote dromen
want we waren toen nog klein
de ene werd een voetballer
de ander werd een held
we geloofden in de toekomst
want de meester had verteld
jullie kunnen alles worden
als je maar je huiswerk kent
maar je moet geduldig wachten
tot je later groter bent
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
een diploma vol met leugens
waarop staat dat je volwassen bent
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
ik snap geen donder van het leven
ik weet nog steeds niet wie ik ben
is dit nou later?
we spelen nog verstoppertje
maar niet meer op het plein
en de meeste zijn geworden
wat ze toen niet wilden zijn
wij zijn allemaal volwassen
wie niet weg is, is gezien
en ik zou die hele choas
nu toch helder moeten zien
maar ik zie geen hand voor ogen
en het donker maakt mij bang
mama, mama,
mag het licht aan op de gang?
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
een diploma vol met leugens
waarop staat dat je de waarheid kent
is dit nou later?
is dit nou later als je groot bent
ik snap geen donder van het leven
ik weet nog steeds niet wie ik ben
is dit nou later?
is dit nou later?
ik snap geen donder van het leven
ik weet nog steeds niet wie ik ben
is dit nou later?
is dit nou later?
vrijdag 24 april 2009 om 23:09
Boudewijn de Groot -Avond
Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken
En te hopen dat je licht het doet
Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker
Want binnen is het warm en licht en goed
Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt
Ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen
En ik ken je diepste angst
refr.: Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En als je 's morgens opstaat ben ik bij je
En misschien heb ik al thee gezet
En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen
En als het regent gaan we terug in bed
Uren langzaam wakker worden, zwevend door de tijd
Ik zie het licht door de gordijnen en ik weet
Het verleden geeft geen zekerheid
refr. Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker
Een straatlantaarn buiten geeft wat licht
En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen
De stoelen staan te wachten op 't ontbijt
En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing
De glans van 't gouden zonlicht in jouw haar
En de dingen in de kamer, ik zeg ze welterusten
Vanavond gaan we slapen en morgen zien we wel
Maar de dingen in de kamer zouden levenloze dingen zijn zonder jou
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken
En te hopen dat je licht het doet
Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker
Want binnen is het warm en licht en goed
Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt
Ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen
En ik ken je diepste angst
refr.: Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En als je 's morgens opstaat ben ik bij je
En misschien heb ik al thee gezet
En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen
En als het regent gaan we terug in bed
Uren langzaam wakker worden, zwevend door de tijd
Ik zie het licht door de gordijnen en ik weet
Het verleden geeft geen zekerheid
refr. Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker
Een straatlantaarn buiten geeft wat licht
En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen
De stoelen staan te wachten op 't ontbijt
En morgen word ik wakker met de geur van brood en honing
De glans van 't gouden zonlicht in jouw haar
En de dingen in de kamer, ik zeg ze welterusten
Vanavond gaan we slapen en morgen zien we wel
Maar de dingen in de kamer zouden levenloze dingen zijn zonder jou
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
En je kunt niets zeker weten want alles gaat voorbij
Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij
vrijdag 24 april 2009 om 23:10
Was deze al genoemd?
Heel mooi gezongen door Antonie Kamerling
Ik dacht nooit aan morgen, vandaag was lang genoeg
Totdat ik jou zag, en ik dacht ineens aan morgenvroeg
Ik hield niet van de liefde, voor mij was er geen vrouw
Totdat ik jou zag, en ik hield zomaar ineens van jou
Je hebt niet in de gaten, wat je allemaal met me doet
En dat kun je ook niet weten, ik heb je pas 1 keer ontmoet
En toen heb je mij misschien, niet eens gezien
Ik ging nooit naar buiten, echt vrolijk was ik niet
Nu loop ik zelfs te fluiten, en ik kijk of ik jou ergens zie
Ik kon om niemand lachen, ik was tot niets in staat
Nu ben ik dag en nacht een zon, omdat ik weet dat jij bestaat
Je hebt niet in de gaten, wat je allemaal met me doet
En dat kun je ook niet weten, ik heb je pas 1 keer ontmoet
En toen heb je mij misschien, niet eens gezien
Als ik jou zou vragen, drink jij wat van mij
Zou je dan lachen, blijft het daarbij
Ik moet het toch proberen, ik weet alleen niet hoe
Niet langer verlegen, ik wil ik zal ik ga naar je toe
Er was een donder een bliksem, een slag toen ik je zag
Ik ben veranderd een ander, sinds die ene lach
Ik geef me over je hebt me, verzetten heeft geen zin
Ik ben veranderd een ander, en dit is pas het begin
Want je hebt niet in de gaten wat je allemaal met me doet
En dat kun je ook niet weten, ik heb je pas 1 keer ontmoet
En toen heb je mij misschien, ja heel misschien, niet eens, gezien
Heel mooi gezongen door Antonie Kamerling
Ik dacht nooit aan morgen, vandaag was lang genoeg
Totdat ik jou zag, en ik dacht ineens aan morgenvroeg
Ik hield niet van de liefde, voor mij was er geen vrouw
Totdat ik jou zag, en ik hield zomaar ineens van jou
Je hebt niet in de gaten, wat je allemaal met me doet
En dat kun je ook niet weten, ik heb je pas 1 keer ontmoet
En toen heb je mij misschien, niet eens gezien
Ik ging nooit naar buiten, echt vrolijk was ik niet
Nu loop ik zelfs te fluiten, en ik kijk of ik jou ergens zie
Ik kon om niemand lachen, ik was tot niets in staat
Nu ben ik dag en nacht een zon, omdat ik weet dat jij bestaat
Je hebt niet in de gaten, wat je allemaal met me doet
En dat kun je ook niet weten, ik heb je pas 1 keer ontmoet
En toen heb je mij misschien, niet eens gezien
Als ik jou zou vragen, drink jij wat van mij
Zou je dan lachen, blijft het daarbij
Ik moet het toch proberen, ik weet alleen niet hoe
Niet langer verlegen, ik wil ik zal ik ga naar je toe
Er was een donder een bliksem, een slag toen ik je zag
Ik ben veranderd een ander, sinds die ene lach
Ik geef me over je hebt me, verzetten heeft geen zin
Ik ben veranderd een ander, en dit is pas het begin
Want je hebt niet in de gaten wat je allemaal met me doet
En dat kun je ook niet weten, ik heb je pas 1 keer ontmoet
En toen heb je mij misschien, ja heel misschien, niet eens, gezien