
Ik noem haar/hem/hen maar Merel..tje(s)
donderdag 18 juni 2009 om 21:43
Al weken vliegen er twee merels aan en af in mijn tuin. Monden vol wormen en meer van dat soort voedselrijke toestanden. Ik keek wel eens rond of ik een nestje zag zitten, maar vond niets.
Op een morgen
Deze morgen. Ik loop naar buiten. De zon doet erg haar best om mijn tuin alvast dat heerlijke lentegevoel mee te geven. Ik neem met een kopje thee plaats op mijn tuinbank. Ik voel me chagrijnig. Al dagen ben ik chagrijnig. Ik ben moe, geïrriteerd, kortaf, kortom niet te genieten. Het zullen zomaar 'de hormonen' zijn.
Pieppieppiep
Het geluid blijft aanhouden. Ik kijk om me heen om te ontdekken waar het geluid vandaan komt. Ik kijk links, rechts, voor, achter, overal.... Pieppieppiep Achter het schuurtje, in de heg, op de grond...... in de hoek.
Daar zit hij / zij (?)
Een Mereltje.
Groot genoeg om zijn nest uit te vliegen.
Te klein om daadwerkelijk hoog te blijven.
Hij zit en piept en kijkt me aan.
Ik kijk terug.
' Dag mereltje, ben je aan het leren vliegen?'
Pieppieppiep
'Lastig he. Het lijkt mij zo lastig.'
Pieppieppiep
Ik kijk op afstand naar het Mereltje. Hij probeert en valt. Vliegt op de schutting en valt er vanaf. Heel hard. Het piepen gaat door merg en been. Het lijken wel meerdere vogels.
Ik zie er nog eentje.
En nog eentje.
Alledrie oefenen ze. Ze vallen. Ze staan op. Ze raken klem in de heg. Vader en moeder vliegen driftig om ze heen. De Mereltjes zitten door mijn hele tuin. Ze willen zo graag maar het lukt niet. Ze blijven vallen. Voor mijn neus valt hij van de schutting. Hij beweegt niet meer. Vader en moeder merel vliegen eromheen. Ze fluiten als gekken. Het beestje ligt stil. Ik zit stil. Doodstil. Ik voel mijn hart pijn doen.
'Toe dan Merelt!' roep ik.
'Vlieg dan, kom op, hupsakee!'
Ik loop er langzaam naar toe. Mereltje beweegt en staat op. Ik huil. Ik moet zo huilen.
De andere twee zijn driftig met hun vlieglessen bezig. Ze raken om de beurt bekneld, vallen en raken klem in de heg.
Ik wil ze helpen.
Maar de natuur is de natuur.
Ik laat ze.
In de loop van de middag vergeet ik mijn deur dicht te doen en mijn kater is de tuin in gelopen. Ik hoor een vreselijk gekrijs. Het gekrijs gaat door merg en been. Het doet pijn aan mijn oren, mijn hart, mijn lijf. Ik sta boven maar door alle ramen raakt het gegil mij. Ik ren met drie treden tegelijk de trap af en hol naar buiten. In de hoek van de tuin zit mijn kat. Hij heeft Mereltje ingesloten. Vader en moeder merel vliegen eromheen. Het geluid wat zij maken is onheilspellend. Het lijkt net of ik ze hoor praten.
'Blijf van mijn kind!'
'Rot op kat, blijf van mijn kind. Ga weg!'
Ik pak de kater beet en zet hem binnen. Mereltje zit vast. Helemaal vast in de schutting. Ze piept. Wat moet ik toch. Ik wil haar redden. Ik loop zachtjes naar haar toe en wil haar met een handdoek losmaken. Ik word aangevallen door vader en moeder merel. Ze vliegen rond mijn hoofd en maken nog hardere geluiden als daarvoor.
'Ik wil jullie alleen helpen, echt ik doe niets!'
'Toe, laat me jullie helpen, echt ik wil jullie helpen.'
De tranen rollen over mijn wangen. Ik moet zo hard huilen.
Ik wil Mereltje niet pijn doen. Ik wil haar teruggeven aan haar ouders. Ondertussen komt het tweede Mereltje er ook aan gevlogen / gevallen. Hij maakt een smakkert voor mijn neus. Ze piepen. Ze zijn bang. Bang voor mij.
Ik maak ze los en zet ze op het gras en laat ze daar.
Daar komen de ouders aan gevlogen.
'Ik heb ze niets gedaan, ik wilde echt alleen maar helpen.'
Zo gaat het de hele middag.
Nu is het bijna donker. Ik heb stiekem gegluurd bij het nestje. Althans in de buurt, niet erin hoor. Ik zie ze niet. Ik hoor overal in de tuin piepjes. Ik zie vader en moeder merel nog vliegen, alsof ze ze zoeken, kwijt zijn..
Ik kan er niet van slapen. Je moet de natuur haar gang laten gaan. Maar ze vallen steeds. Vliegen tegen het raam. Zitten klem achter de schutting. Ik kan er gewoon niet tegen.
Mijn kater zit voor het raam.
Ik zit naast hem en kijk naar buiten.
Vader en moeder merel vliegen rond en zoeken hun kinderen.
Dat gegil van deze vogels toen eerst mijn kat en later ik in de buurt kwam van hun kind zit in mijn hoofd.....
'kom niet aan mijn kind of....... '
Ik krijg er weer kippenvel van en veeg de tranen van mijn wangen.
Ik laat ze maar. Het is de natuur. De kat blijft binnen. Ik ook. De mereltjes blijven buiten. Ze moeten het zelf leren..
Kan je de beestjes oppakken als ze gevallen zijn? Kan je iets doen, moet je iets doen? Ik kijk met pijn in mijn hart toe hoe ze vallen op hun snaveltjes.....
Op een morgen
Deze morgen. Ik loop naar buiten. De zon doet erg haar best om mijn tuin alvast dat heerlijke lentegevoel mee te geven. Ik neem met een kopje thee plaats op mijn tuinbank. Ik voel me chagrijnig. Al dagen ben ik chagrijnig. Ik ben moe, geïrriteerd, kortaf, kortom niet te genieten. Het zullen zomaar 'de hormonen' zijn.
Pieppieppiep
Het geluid blijft aanhouden. Ik kijk om me heen om te ontdekken waar het geluid vandaan komt. Ik kijk links, rechts, voor, achter, overal.... Pieppieppiep Achter het schuurtje, in de heg, op de grond...... in de hoek.
Daar zit hij / zij (?)
Een Mereltje.
Groot genoeg om zijn nest uit te vliegen.
Te klein om daadwerkelijk hoog te blijven.
Hij zit en piept en kijkt me aan.
Ik kijk terug.
' Dag mereltje, ben je aan het leren vliegen?'
Pieppieppiep
'Lastig he. Het lijkt mij zo lastig.'
Pieppieppiep
Ik kijk op afstand naar het Mereltje. Hij probeert en valt. Vliegt op de schutting en valt er vanaf. Heel hard. Het piepen gaat door merg en been. Het lijken wel meerdere vogels.
Ik zie er nog eentje.
En nog eentje.
Alledrie oefenen ze. Ze vallen. Ze staan op. Ze raken klem in de heg. Vader en moeder vliegen driftig om ze heen. De Mereltjes zitten door mijn hele tuin. Ze willen zo graag maar het lukt niet. Ze blijven vallen. Voor mijn neus valt hij van de schutting. Hij beweegt niet meer. Vader en moeder merel vliegen eromheen. Ze fluiten als gekken. Het beestje ligt stil. Ik zit stil. Doodstil. Ik voel mijn hart pijn doen.
'Toe dan Merelt!' roep ik.
'Vlieg dan, kom op, hupsakee!'
Ik loop er langzaam naar toe. Mereltje beweegt en staat op. Ik huil. Ik moet zo huilen.
De andere twee zijn driftig met hun vlieglessen bezig. Ze raken om de beurt bekneld, vallen en raken klem in de heg.
Ik wil ze helpen.
Maar de natuur is de natuur.
Ik laat ze.
In de loop van de middag vergeet ik mijn deur dicht te doen en mijn kater is de tuin in gelopen. Ik hoor een vreselijk gekrijs. Het gekrijs gaat door merg en been. Het doet pijn aan mijn oren, mijn hart, mijn lijf. Ik sta boven maar door alle ramen raakt het gegil mij. Ik ren met drie treden tegelijk de trap af en hol naar buiten. In de hoek van de tuin zit mijn kat. Hij heeft Mereltje ingesloten. Vader en moeder merel vliegen eromheen. Het geluid wat zij maken is onheilspellend. Het lijkt net of ik ze hoor praten.
'Blijf van mijn kind!'
'Rot op kat, blijf van mijn kind. Ga weg!'
Ik pak de kater beet en zet hem binnen. Mereltje zit vast. Helemaal vast in de schutting. Ze piept. Wat moet ik toch. Ik wil haar redden. Ik loop zachtjes naar haar toe en wil haar met een handdoek losmaken. Ik word aangevallen door vader en moeder merel. Ze vliegen rond mijn hoofd en maken nog hardere geluiden als daarvoor.
'Ik wil jullie alleen helpen, echt ik doe niets!'
'Toe, laat me jullie helpen, echt ik wil jullie helpen.'
De tranen rollen over mijn wangen. Ik moet zo hard huilen.
Ik wil Mereltje niet pijn doen. Ik wil haar teruggeven aan haar ouders. Ondertussen komt het tweede Mereltje er ook aan gevlogen / gevallen. Hij maakt een smakkert voor mijn neus. Ze piepen. Ze zijn bang. Bang voor mij.
Ik maak ze los en zet ze op het gras en laat ze daar.
Daar komen de ouders aan gevlogen.
'Ik heb ze niets gedaan, ik wilde echt alleen maar helpen.'
Zo gaat het de hele middag.
Nu is het bijna donker. Ik heb stiekem gegluurd bij het nestje. Althans in de buurt, niet erin hoor. Ik zie ze niet. Ik hoor overal in de tuin piepjes. Ik zie vader en moeder merel nog vliegen, alsof ze ze zoeken, kwijt zijn..
Ik kan er niet van slapen. Je moet de natuur haar gang laten gaan. Maar ze vallen steeds. Vliegen tegen het raam. Zitten klem achter de schutting. Ik kan er gewoon niet tegen.
Mijn kater zit voor het raam.
Ik zit naast hem en kijk naar buiten.
Vader en moeder merel vliegen rond en zoeken hun kinderen.
Dat gegil van deze vogels toen eerst mijn kat en later ik in de buurt kwam van hun kind zit in mijn hoofd.....
'kom niet aan mijn kind of....... '
Ik krijg er weer kippenvel van en veeg de tranen van mijn wangen.
Ik laat ze maar. Het is de natuur. De kat blijft binnen. Ik ook. De mereltjes blijven buiten. Ze moeten het zelf leren..
Kan je de beestjes oppakken als ze gevallen zijn? Kan je iets doen, moet je iets doen? Ik kijk met pijn in mijn hart toe hoe ze vallen op hun snaveltjes.....
DTEEZ!
dinsdag 23 juni 2009 om 19:33
Update.....
Ze waren weg. Gewoon weg.
Af en toe hoorde ik ze nog wel. Vader & Moeder. Ik heb de afgelopen dagen met regelmaat de tuin van voor naar achteren doorlopen en gezocht. Gelukkig heeft mijn tuin een bescheiden afmeting en heeft het geenszins met een marathon te maken....
Ze zijn weg.
En dat geeft rust.
Ze zijn gevlogen.
Ik heb geen lijken gevonden.
Mijn kat heeft ze niet.
Maar..... net hoorde ik vader Merel weer als een bezetene tekeer gaan. Ik stond op en holde naar buiten, liep met mijn voet tegen de deur aan, struikelde half over de bloempotten en keek rond.
Zo heb ik wel even gestaan. Een minuut of tien. Okee twintig, dertig? Mij kennende een minuut of anderhalf... maar geen mini merels te bekennen. Ze zijn echt weg.... maar waarheen?
Wellicht zal ik dat ooit nog eens weten.
@Nijn, vond je het leuk ??? Wat grappig dat je ook echt daar bent gaan dansen.... Damn was ik maar niet zo chagrijnig en moe, dan had ik je gezocht op die blokjesvloer!
Ze waren weg. Gewoon weg.
Af en toe hoorde ik ze nog wel. Vader & Moeder. Ik heb de afgelopen dagen met regelmaat de tuin van voor naar achteren doorlopen en gezocht. Gelukkig heeft mijn tuin een bescheiden afmeting en heeft het geenszins met een marathon te maken....
Ze zijn weg.
En dat geeft rust.
Ze zijn gevlogen.
Ik heb geen lijken gevonden.
Mijn kat heeft ze niet.
Maar..... net hoorde ik vader Merel weer als een bezetene tekeer gaan. Ik stond op en holde naar buiten, liep met mijn voet tegen de deur aan, struikelde half over de bloempotten en keek rond.
Zo heb ik wel even gestaan. Een minuut of tien. Okee twintig, dertig? Mij kennende een minuut of anderhalf... maar geen mini merels te bekennen. Ze zijn echt weg.... maar waarheen?
Wellicht zal ik dat ooit nog eens weten.
@Nijn, vond je het leuk ??? Wat grappig dat je ook echt daar bent gaan dansen.... Damn was ik maar niet zo chagrijnig en moe, dan had ik je gezocht op die blokjesvloer!
DTEEZ!