Werk & Studie
alle pijlers
Oke, toch een nieuw onderwerp wat betreft schrijven...
vrijdag 8 februari 2008 om 22:14
...van artikelen en columns. Ik weet van Mastermind en Lindy dat zij op dit gebied succesvol zijn, en hoewel ik erg lang in het ongewisse ben gebleven betreffende wat nu toch te willen worden, kom ik toch terug op mijn jeugdwens: schrijfster worden.
Ten tijde van de digiwebstrijd (tweede plaats, grmbl) hebben enkele mensen mij over de streep moeten trekken om mee te doen. Alleen had ik het nooit aangedurfd, faalangst en vermeende onkunde. Nu ben ik best een leuk schrijvertje hoor, en kan ik behoorlijk goed argumenteren. Maar ik ben niet meer dan een middelmootje, en zie dat graag veranderen. In mijn zelfmedelijdende act van vandaag heb ik -tot mijn schaamte- insgeschreven voor een cursus schrijven bij de LOI. Staat iig best leuk op je CV, denk ik dan maar.
Ook heb ik veel magazines gecontacteerd, waaronder Psychologie Magazine en damesbladen. Columns, stukken met een bepaald thema, het maakt me niet uit, zolang ik maar een soort van schrijversportfolio kan samenstellen. Uiteindelijk, na afstuderen, wordt er natuurlijk ook wel een beetje verwacht een filosofisch getint boekje te schrijven. Ook heb ik plannen om een boek over mijn leven te schrijven, over hoereren en over de rest van mijn roerig leven. Probleem is, dat ik niet durf. Tips, schoppen onder mijn bevallige derriere of andersoortige posts zijn van harte welkom. Ik wil hier niet klagen over mijn onkunde, maar vooruit kijken. Al is dat toch een beetje lastig, omdat ik mij tov velen minderwaardig voel (en dat voor iemand die erg knap is en buitengewoon intelligent en avontuurlijk).
Wie helpt mij op weg?
Ten tijde van de digiwebstrijd (tweede plaats, grmbl) hebben enkele mensen mij over de streep moeten trekken om mee te doen. Alleen had ik het nooit aangedurfd, faalangst en vermeende onkunde. Nu ben ik best een leuk schrijvertje hoor, en kan ik behoorlijk goed argumenteren. Maar ik ben niet meer dan een middelmootje, en zie dat graag veranderen. In mijn zelfmedelijdende act van vandaag heb ik -tot mijn schaamte- insgeschreven voor een cursus schrijven bij de LOI. Staat iig best leuk op je CV, denk ik dan maar.
Ook heb ik veel magazines gecontacteerd, waaronder Psychologie Magazine en damesbladen. Columns, stukken met een bepaald thema, het maakt me niet uit, zolang ik maar een soort van schrijversportfolio kan samenstellen. Uiteindelijk, na afstuderen, wordt er natuurlijk ook wel een beetje verwacht een filosofisch getint boekje te schrijven. Ook heb ik plannen om een boek over mijn leven te schrijven, over hoereren en over de rest van mijn roerig leven. Probleem is, dat ik niet durf. Tips, schoppen onder mijn bevallige derriere of andersoortige posts zijn van harte welkom. Ik wil hier niet klagen over mijn onkunde, maar vooruit kijken. Al is dat toch een beetje lastig, omdat ik mij tov velen minderwaardig voel (en dat voor iemand die erg knap is en buitengewoon intelligent en avontuurlijk).
Wie helpt mij op weg?
anoniem_60552 wijzigde dit bericht op 08-02-2008 22:15
Reden: nou, mijn eerste typo is alweer binnen
Reden: nou, mijn eerste typo is alweer binnen
% gewijzigd
maandag 3 maart 2008 om 10:19
Het lijkt me dat er maar 1 persoon kan zijn die 'opdrachten' geeft, anders wordt het nogal chaotisch. En wat je beschrijft was precies mijn doel. Ik vind dat de schrijvers hier vooral vanuit hun eigen wereld schrijven en wilde juist dat men eens een totaal ander perspectief zou kiezen. Zodat je je in een andere wereld en denkwijze in moet leven. Lijkt me erg gezond voor de creativiteit en ontwikkeling van schrijfvaardigheden. Dat kan alleen met zo'n concrete opdracht, anders kiezen ze toch weer voor hetzelfde perspectief. En volgens mij heb ik laten zien dat je er dan nog steeds heel creatieve dingen mee kan doen. Laat je fantasie werken, denk buiten de gebaande paden en je komt wel met iets leuks, hoe vast het thema ook is.
Magoed, het sloeg niet aan, das duidelijk. Dan niet. So be it.
Magoed, het sloeg niet aan, das duidelijk. Dan niet. So be it.
Soep met ballen zal nooit met hetzelfde zijn
maandag 3 maart 2008 om 21:51
Het leek - en lijkt me nog steeds - mij leerzaam om alledrie de dingen (schrijven, lezen/feedback, opdracht geven) een beetje te laten rouleren. Voor een aantal staat schrijven voorop of het laten-leren-schrijven (opdracht/feedback) geven en zelf zal ik weinig feedback geven als ik zelf uberhaupt niet aan een opdracht ben toegekomen. Misschien wel zo eerlijk, misschien kun je erover discussieren (zie pagina's terug voor mijn eerste schrijfpoging).
Misschien kan de opdrachtgever uit de 'opdrachtnemers' iemand kiezen die de volgende opdracht mag geven ofzo. Dit kan ook weer motiverend werken voor als iemand minder met het aangedragen thema heeft.
Morgenavond lees ik wel weer of dit topic nog leeft en hoe we verder gaan.
Oftewel:
-wie mag/wil/gaat opdracht geven
-wie mogen er feedback geven (alleen als je hebt meegeschreven??)
-hoe ruim nemen we deadlines?
-wat verder ter tafel komt
*bovenstaande is niet bedoelt als 'nieuweling kaapt topic'*
maandag 3 maart 2008 om 21:58
Veel en veel meer dan me lief is, Digi wat meer gewone seks en een portie geweld erin en het is perfect.
Maar serieus.
Ik vind beter en slechter dan je andere stukken. Het is beter omdat de hoofdpersoon verder van je afstaat. Dat maakt het stukken minder zwaar en veel minder beladen. Dat merk je als lezer, het is leuker, luchtiger en prettig om te lezen. Het is slechter omdat het moeilijker is je hoofdpersoon te begrijpen, alsof ik net niet echt in haar hoofd kan kijken. Hoe weet ze bijvoorbeeld dat de huisgenote niet terug komt. Wat heeft ze eerder met die fantasie van haar gedaan en wanneer ontdekte ze dat. Iets dat het levend maakt. Maar dat is moeilijk om te schrijven als de hoofdpersoon verder van je afstaat. De plot is grappig, al zag ik hem wel aankomen, maar dat ligt waarschijnlijk aan mij, omdat ik het zelf ook zo af zou laten lopen. Ik ben dus niet representatief.
Volgens mij heb je er nog wel wat aan herschreven en daar is het zeker beter van geworden.
Soep met ballen zal nooit met hetzelfde zijn
dinsdag 4 maart 2008 om 22:06
OK
Mijn idee van 'kapen':
0.Ik schaaf aan mijn verhaal en de nieuwere (ruwe) versie komt morgen.
1. Hierbij verwoord ik ook een opdracht.
(1a als opdrachtgever kom ik vrij snel met een (ruwe) voorbeelduitwerking))
2. De opdracht komt dus op woensdag, de deadline op dinsdag.
3. Zo bouwen we een ritme op. (Goed puntje voor de wannabeschrijfsters of we er nu wel of niet ooit 'rijk' mee worden...)
4. Na nog een opdracht geef ik aan wie de volgende twee opdrachten mag geven
>> met twee ipv een opdracht per persoon blijven we makkelijker in het ritme van woensdag opdracht, dinsdag uitwerking en zijn we hier niet afhankelijk van het perspectief /de interesse/de inspiratie van 1 permanente opdrachtgever
Dinsdag/woensdag is redelijk toevallig bedacht, maar zo hebben we bijvoorbeeld minder last van "Paasreces" of dergelijke
5. Feedback door opdrachtgevers/opdrachtnemers maar van mij mag het ook als je alleen gelezen hebt. Probeer muggenziften over spelling of persoonlijke smaak te vermijden...
(ben zelf erg goed in muggenziften, dus mooi leerpunt)
Hopelijk komen we zo 2008 wel door, leren we van elkaar maar hebben we ook lol.....
Is het wat???
(staat het topic hier nog goed of wordt het Enterntainment/Overig??; TO mag zeggen of dat boeit)
Mijn idee van 'kapen':
0.Ik schaaf aan mijn verhaal en de nieuwere (ruwe) versie komt morgen.
1. Hierbij verwoord ik ook een opdracht.
(1a als opdrachtgever kom ik vrij snel met een (ruwe) voorbeelduitwerking))
2. De opdracht komt dus op woensdag, de deadline op dinsdag.
3. Zo bouwen we een ritme op. (Goed puntje voor de wannabeschrijfsters of we er nu wel of niet ooit 'rijk' mee worden...)
4. Na nog een opdracht geef ik aan wie de volgende twee opdrachten mag geven
>> met twee ipv een opdracht per persoon blijven we makkelijker in het ritme van woensdag opdracht, dinsdag uitwerking en zijn we hier niet afhankelijk van het perspectief /de interesse/de inspiratie van 1 permanente opdrachtgever
Dinsdag/woensdag is redelijk toevallig bedacht, maar zo hebben we bijvoorbeeld minder last van "Paasreces" of dergelijke
5. Feedback door opdrachtgevers/opdrachtnemers maar van mij mag het ook als je alleen gelezen hebt. Probeer muggenziften over spelling of persoonlijke smaak te vermijden...
(ben zelf erg goed in muggenziften, dus mooi leerpunt)
Hopelijk komen we zo 2008 wel door, leren we van elkaar maar hebben we ook lol.....
Is het wat???
(staat het topic hier nog goed of wordt het Enterntainment/Overig??; TO mag zeggen of dat boeit)
dinsdag 4 maart 2008 om 23:11
Watervrouw, ik vind het een goed plan! Ik was voor de vorige opdracht aan 2 stukjes begonnen, maar omdat ik druk was met studie en een paar dagen weggeweest ben, ben ik er niet aan toegekomen ze af te maken. Als de deadline niet al verstreken was had ik dat zondag wel gedaan denk ik. Dus een week de tijd lijkt mij prima!
Wat mij betreft mogen ook 'losse schrijfsels' tussendoor geplaatst worden, dus buiten de opdracht om. Zorgt dat er niet een piekbelasting is op maandag/dinsdag, en houdt het ook een beetje los, speels.
Wat feedback geven betreft: mag van mij ook iedereen doen. Waarbij het natuurlijk wel een beetje zinnig moet zijn. Int heeft daar eerder goede voorbeelden van gegeven. Niet: "leuk stuk!" maar "ik vind het leuk dat je ervoor kiest om ...".
Maar that's just me Ik ben benieuwd naar je opdracht! Ik beloof bij deze plechtig dat ik een stuk zal schrijven, ik heb dit weekend de tijd!
Wat mij betreft mogen ook 'losse schrijfsels' tussendoor geplaatst worden, dus buiten de opdracht om. Zorgt dat er niet een piekbelasting is op maandag/dinsdag, en houdt het ook een beetje los, speels.
Wat feedback geven betreft: mag van mij ook iedereen doen. Waarbij het natuurlijk wel een beetje zinnig moet zijn. Int heeft daar eerder goede voorbeelden van gegeven. Niet: "leuk stuk!" maar "ik vind het leuk dat je ervoor kiest om ...".
Maar that's just me Ik ben benieuwd naar je opdracht! Ik beloof bij deze plechtig dat ik een stuk zal schrijven, ik heb dit weekend de tijd!
-
woensdag 5 maart 2008 om 21:10
Op zich vind ik het prima dat de opdrachten zijn bedoeld om schrijvers buiten hun eigen vertrouwde wereldje te laten schrijven.
En waarom daar ben ik het wel mee eens.
Dat mogen ook best onderwerpen zijn die ver van je bed liggen, dat geeft niks. Alleen als je er echt helemaal niks mee hebt, het je zelfs tegenstaat, wordt het wel erg lastig je in te gaan leven.
Zo had ik persoonlijk echt niks met die Duitse (was het hè) piloot en de poepseks. Het inspireerde me niet.
Het mag ook best concreet zijn maar dat kan op andere manieren.
Ik zal er eens over nadenken hoe dan. Moet ik even teruggraven hoe dat ook alweer ging met de schrijfcursus die ik ooit gevolgd heb voor de lol.
Het is mij: shaHla (Iranian version)
woensdag 5 maart 2008 om 21:20
Ik zat ook met die deadline. Zo was ik serieus bezig aan een stuk maar ik haalde de dag niet. Meer ook niet, las ik wel. Daarna hadden we ineens weer een ander onderwerp dus heb ik het maar niet meer afgemaakt en geplaatst. Een week de tijd is beter of zoals watervrouw aangaf: woensdag opdracht, dinsdag sluitingsdatum. Dat geeft toch meer ruimte.
Als je opdrachtgéver bent, moet je dus snel met je eigen versie komen of begrijp ik dat verkeerd? Want dan zou ik dus niet kunnen.
Wat de feedback betreft, vind ik niet dat je dan ook verplicht iets geschreven moet hebben. Wel vind ik dat die feedback dan ergens op gebaseerd moet zijn. Niet van 'ik vind het drie keer niks' of 'wat leuk geschreven'. Gewoon concrete voorbeelden wat je dan wel goed vond en wat je dan niet goed vond en dat hoeft echt niet superlang te zijn.
Als je opdrachtgéver bent, moet je dus snel met je eigen versie komen of begrijp ik dat verkeerd? Want dan zou ik dus niet kunnen.
Wat de feedback betreft, vind ik niet dat je dan ook verplicht iets geschreven moet hebben. Wel vind ik dat die feedback dan ergens op gebaseerd moet zijn. Niet van 'ik vind het drie keer niks' of 'wat leuk geschreven'. Gewoon concrete voorbeelden wat je dan wel goed vond en wat je dan niet goed vond en dat hoeft echt niet superlang te zijn.
Het is mij: shaHla (Iranian version)
woensdag 5 maart 2008 om 21:49
Niet perse snel, meer dat het wel fijn is ter illustratie. Opdrachtgever geeft immers (waarschijnlijk) een opdracht die 'dichtbij' haar (of hem) ligt en kan de opdrachtnemers een eindje op weg helpen met een eigen bijdrage. Toevallig heb ik voor mijn eerste opdracht zelf wel een idee, maar voor de tweede opdracht ben ik vooral heel benieuwd wat anderen bedenken dus heb ik zelf ook nog een uitdaging....
Idee is bijvoorbeeld dat de opdrachtgever in het weekend een voorbeeld dropt dan kunnen mensen daar nog inspiratie uit halen.
Kan me ook voorstellen dat de opdrachtgever de ene keer meeschrijft en de andere keer niet...
Wat betreft stokje overdragen. Denk dat een paar dagen voor de deadline van de tweede opdracht handig is. Of is het handiger dat al te weten bij het verstrekken van de tweede opdracht???
(Heb even geen idee hoe druk het wordt enzo, maar is wel handig als de nieuwe opdrachtgever eventjes op een opdracht kan broeden)
Voorlopig gaan we in dit topic door en we zien vanzelf wel of opsplitsen/verplaatsen/opnieuw beginnen ofzo nodig/handig is
woensdag 5 maart 2008 om 21:57
Retourtje Den Haag
”We naderen station Den Haag Centraal, de eindbestemming van deze trein. U wordt verzocht vriendelijk uit te stappen.”
Bij deze woorden ontwaakt Moniek uit haar dagdroom en ze glimlacht om het verzoek vooral vriendelijk te zijn bij het uitstappen.
Het weekend is begonnen.
Ze staat op en voegt zich in de rij mensen die de trein uit loopt. Stationshal in en deur door. Eenmaal uit de drukte loopt ze snel de vertrouwde route naar huis.
Een kwartier later steekt ze de sleutel in het slot en loopt de gang in. In de huiskamer begroet haar vriend haar, maar minder enthousiast dan anders. Voordat ze iets kan vragen begint hij:
"Ik heb nagedacht. Het gaat niet werken tussen ons. Het is uit"
Sprakeloos zakt ze op de bank neer. Peter zegt nog meer, maar dat dringt niet direct tot haar door. Vorig weekend zaten zij en Peter nog in een hotel in Vlissingen. Ze waren allebei moe, maar hebben fietstochtjes gemaakt en hadden het gezellig. En nu maakt hij het uit?!
"Ik ga avondeten voor ons halen. Jij kunt je familie bellen" Peter wijst naar de telefoon en verlaat de kamer.
Als de buitendeur dicht valt zoekt Moniek zenuwachtig naar een nummer in haar mobiel. Op zijn kosten bellen is nog het minste dat ze kan doen….
Bij Kim krijgt ze de voicemail, maar Esther neemt gelukkig wel op.
“Hoi. Met mij. Ben je thuis vandaag?”
“Ja hoor, hoezo?”
“Peter heeft het uitgemaakt..” Monieks stem stokt
“Ooh zus, wat zonde. Waarom dan?”
“Dat weet ik niet. Hij zegt alleen dat het niet gaat werken tussen ons. Hij is nu naar de supermarkt en wil dat ik wegga na het eten. Daarna gaat hij met zijn familie praten, maar met mij wil hij het er niet over hebben.” Moniek probeert te reconstrueren wat Peter eigenlijk gezegd heeft.
“ Wat een looser”
“Eigenlijk wel hè. Wel een lieve looser… tot zonet. Ik wil weten waarom, maar ik wil nu ook niet meer hier blijven. Als ik de laatste trein mis, moet ik hier nog logeren ook.”
“Je kunt wel hier terecht hoor”
“Thanks!”
Peter komt weer thuis. Het avondeten blijkt pannenkoeken voor de magnetron te zijn. Moniek praat nog even met haar zus over koetjes en kalfjes, terwijl Peter op internet kijkt en vervolgens de tv aan zet voor het nieuws.
Moniek eet een pannenkoek terwijl ze in de keuken staat, ze wil niet naast Peter op de bank gaan zitten. Ze heeft geen idee waar het nieuws over gaat.
Pannenkoeken waren nog nooit zo moeilijk te eten.
"Je trein gaat om kwart voor" meldt Peter nog, vlak voordat hij zijn sleutel opeist. Moniek beseft nu dat het definitief uit is. Ze stapt de gang in en pakt haar tas weer op. Haar jas had ze nog niet eens uitgedaan.
Even later gooit ze de deur dicht en loopt in gedachten naar het station. Maandenlang hebben ze om elkaar heen gedraaid en droomde ze over een gezamenlijke toekomst. Durft hij eindelijk en dan is het na zeven weken uit. Rare vent.
Gelukkig heeft ze haar eigen huisje nog. Binnenkort neemt ze een kat.
Hij haat katten.
Zover de positieve poging. Spellingkwestie van panne(n)koek daar gelaten... Zijn de gedachtesprongen en vragen er nu uit??
”We naderen station Den Haag Centraal, de eindbestemming van deze trein. U wordt verzocht vriendelijk uit te stappen.”
Bij deze woorden ontwaakt Moniek uit haar dagdroom en ze glimlacht om het verzoek vooral vriendelijk te zijn bij het uitstappen.
Het weekend is begonnen.
Ze staat op en voegt zich in de rij mensen die de trein uit loopt. Stationshal in en deur door. Eenmaal uit de drukte loopt ze snel de vertrouwde route naar huis.
Een kwartier later steekt ze de sleutel in het slot en loopt de gang in. In de huiskamer begroet haar vriend haar, maar minder enthousiast dan anders. Voordat ze iets kan vragen begint hij:
"Ik heb nagedacht. Het gaat niet werken tussen ons. Het is uit"
Sprakeloos zakt ze op de bank neer. Peter zegt nog meer, maar dat dringt niet direct tot haar door. Vorig weekend zaten zij en Peter nog in een hotel in Vlissingen. Ze waren allebei moe, maar hebben fietstochtjes gemaakt en hadden het gezellig. En nu maakt hij het uit?!
"Ik ga avondeten voor ons halen. Jij kunt je familie bellen" Peter wijst naar de telefoon en verlaat de kamer.
Als de buitendeur dicht valt zoekt Moniek zenuwachtig naar een nummer in haar mobiel. Op zijn kosten bellen is nog het minste dat ze kan doen….
Bij Kim krijgt ze de voicemail, maar Esther neemt gelukkig wel op.
“Hoi. Met mij. Ben je thuis vandaag?”
“Ja hoor, hoezo?”
“Peter heeft het uitgemaakt..” Monieks stem stokt
“Ooh zus, wat zonde. Waarom dan?”
“Dat weet ik niet. Hij zegt alleen dat het niet gaat werken tussen ons. Hij is nu naar de supermarkt en wil dat ik wegga na het eten. Daarna gaat hij met zijn familie praten, maar met mij wil hij het er niet over hebben.” Moniek probeert te reconstrueren wat Peter eigenlijk gezegd heeft.
“ Wat een looser”
“Eigenlijk wel hè. Wel een lieve looser… tot zonet. Ik wil weten waarom, maar ik wil nu ook niet meer hier blijven. Als ik de laatste trein mis, moet ik hier nog logeren ook.”
“Je kunt wel hier terecht hoor”
“Thanks!”
Peter komt weer thuis. Het avondeten blijkt pannenkoeken voor de magnetron te zijn. Moniek praat nog even met haar zus over koetjes en kalfjes, terwijl Peter op internet kijkt en vervolgens de tv aan zet voor het nieuws.
Moniek eet een pannenkoek terwijl ze in de keuken staat, ze wil niet naast Peter op de bank gaan zitten. Ze heeft geen idee waar het nieuws over gaat.
Pannenkoeken waren nog nooit zo moeilijk te eten.
"Je trein gaat om kwart voor" meldt Peter nog, vlak voordat hij zijn sleutel opeist. Moniek beseft nu dat het definitief uit is. Ze stapt de gang in en pakt haar tas weer op. Haar jas had ze nog niet eens uitgedaan.
Even later gooit ze de deur dicht en loopt in gedachten naar het station. Maandenlang hebben ze om elkaar heen gedraaid en droomde ze over een gezamenlijke toekomst. Durft hij eindelijk en dan is het na zeven weken uit. Rare vent.
Gelukkig heeft ze haar eigen huisje nog. Binnenkort neemt ze een kat.
Hij haat katten.
Zover de positieve poging. Spellingkwestie van panne(n)koek daar gelaten... Zijn de gedachtesprongen en vragen er nu uit??
woensdag 5 maart 2008 om 22:02
Opdracht (1/2)
Voor het zomerseizoen ben je aangenomen als zeilinstructeur. Zes weken lang mag je elke week les geven aan tieners die willen leren zeilen. Op de bonte avond is het tijd voor stoere zeilverhalen. Welk verhaal heb jij te vertellen???
-minimaal 500 woorden(max.1500)
-ik-figuur in aanwezighed van publiek: ofwel de mede-instructeurs in jullie kennismakingsweek ofwel de leerlingen
-dialoog mag. Publiek kan vragen stellen of juist ademloos luisteren
Deadline dinsdag 22.00u (kun je met een gerust hart naar het nieuws kijken ;) ) Mijn uitwerking zaterdagavond denk ik. Volgende opdracht woensdagavond. Uiterlijk rond 22u.
Voor het zomerseizoen ben je aangenomen als zeilinstructeur. Zes weken lang mag je elke week les geven aan tieners die willen leren zeilen. Op de bonte avond is het tijd voor stoere zeilverhalen. Welk verhaal heb jij te vertellen???
-minimaal 500 woorden(max.1500)
-ik-figuur in aanwezighed van publiek: ofwel de mede-instructeurs in jullie kennismakingsweek ofwel de leerlingen
-dialoog mag. Publiek kan vragen stellen of juist ademloos luisteren
Deadline dinsdag 22.00u (kun je met een gerust hart naar het nieuws kijken ;) ) Mijn uitwerking zaterdagavond denk ik. Volgende opdracht woensdagavond. Uiterlijk rond 22u.
donderdag 6 maart 2008 om 06:47
Ik dacht eerst: Shit, het gaat over een sport. Als ik buiten de twee onderwerpen die ik eerder al noemde ergens niks mee heb, is het sport. Maar in dit geval kreeg ik dus meteen een idee hoe ik dat kon verweven tot een verhaal. Geen idee of ik de deadline haal, zou leuk zijn maar dan post ik wel gewoon wat ik dan tot op dat moment heb.
Het is mij: shaHla (Iranian version)
zondag 9 maart 2008 om 18:52
zondag 9 maart 2008 om 21:37
Zeilvakantie in Thailand
Het is mijn beurt. Vanavond is de allerlaatste avond van de serie zeilkampen waar ik als instructeur gewerkt heb deze zomer. Iedere week heeft één van ons als afsluiter een spannend zeilavontuur verteld. Ik heb het zo lang mogelijk voor me uit weten te schuiven. Het is te pijnlijk.
De groep begint onrustig te worden. "Kom op Sjoerd, jij hebt toch ook wel wat te vertellen?" Zachtjes beginnen ze mijn naam te scanderen. "Sjoerd! Sjoerd! Sjoerd! Sjoerd! Sjoerd!" roepen ze, steeds harder, steeds sneller.
Ik krijg een flesje Grolsch in mijn handen gedrukt. "Spraakwater, alsjeblieft!" Ik neem een flinke slok, haal diep adem en begin mijn verhaal. Het verhaal dat ik nooit verteld heb, maar bijna elke nacht opnieuw beleef.
"Een paar jaar geleden was ik op zeilvakantie in Thailand. We waren met een hele groep, en zeilden elke dag op kleine bootjes een stuk verder. Mijn vriendin Sietske en ik zeilden die dag samen op een Valk. Meestal zaten we met drie of vier man op een boot, maar vandaag kwam het toevallig zo uit dat wij met z’n tweeën overbleven. Omdat we allebei goed konden zeilen, vond de leiding dat wel verantwoord.
Ik was een beetje chagrijnig die ochtend. Ik had te weinig geslapen, had een beetje een kater, en het waaide ook nog eens nauwelijks, zodat we amper vooruit kwamen. Uit het vooronder pakte ik de thermosfles met koffie. Ik nam een slok, maar wist niet hoe snel ik die weer uit moest spugen. Oude, koude koffie van gisteren. Getverdemme.
Sietske moest lachen. Ieder ander die het nu gewaagd zou hebben me uit te lachen zou ik direct overboord gekieperd hebben, maar Sietske niet. Ze lachte zo mooi, en ondanks mijn chagrijnige bui voelde ik me ineens supergelukkig met haar. Dit was hoe ik haar het mooist vond: in haar korte broek, bikinitopje, haar blonde haar in een staartje, geen make-up op. Ze was prachtig!
Sietske en ik kenden elkaar van de Sneekweek, waar we allebei mee vaarden op één van de Skûtsjes. De vonk sprong over, en we zijn nooit meer bij elkaar weggegaan. Een jaar eerder hadden we een oude Valk gekocht die we, met wat hulp van mijn broer, helemaal opgeknapt hebben. We hadden daar al heel wat tochtjes mee gemaakt over de Friese meren, maar nu leek het ons leuk om eens in een hele andere omgeving te gaan varen. En dat werd dus Thailand.
We schoten nog steeds voor geen meter op, de wind leek eigenlijk alleen maar zwakker te worden. 'Sjoerd! Als jij nou eens even in de zeilen blaast, misschien komen we dan wel vooruit!' grapte Sietske. Ze moest alweer lachen, mijn lieve, mooie Sietske. Maar ineens betrok haar gezicht. Ze keek naar iets in de verte. 'Wat is er?' vroeg ik haar, 'je ziet eruit alsof het monster van Loch Ness naar Thailand gekomen is!'. Ik vond mijn eigen opmerking erg grappig, maar Sietske bleef stil. Ze was flink gekleurd door de zon de afgelopen week, maar nu was ze ineens lijkbleek. Dit leek toch wel serieus.
Ik draaide me om, om te zien waar ze nou zo van geschrokken was, en ook ik viel stil. Hoewel ons stukje zee nog zonnig en windstil was, kwam er vanuit de verte een dik pak donkergrijze, bijna zwarte wolken in een enorm tempo onze kant op. En dat niet alleen, de zee leek er compleet op hol geslagen. We waren een flink eind uit de branding, maar niet ver bij ons vandaan ontstonden enorme brekende golven. En ze kwamen onze kant op.
We konden het nu ook goed horen. Dit was niet zomaar een storm, dit was alsof er een oorlog plaatsvond onder de zeespiegel. Ook bij ons begon het nu te waaien. Te stormen. Over het bulderende geluid van de storm riep ik naar Sietske: 'Omlaag! Die zeilen moeten eraf!' En als een gek begon ik de schoten los te knopen. Eerst de fok naar beneden. Het was haast niet te doen, hij klapperde als een gek tegen me aan. Ik zat op handen en knieën op het voordek, en hield me vast aan de stag. De storm werd wilder en wilder. Ik had de fok gestreken, niet zoals jullie dat geleerd hebben, maar hij was los. Ik kon hem ook niet meer vasthouden, dus toen ik hem eenmaal los had, vloog hij zijn vrijheid tegemoet.
Binnen no time was de fok uit het zicht verdwenen, maar veel tijd om daar aandacht aan te besteden had ik niet. Ik moest Sietske helpen, die met het grootzeil aan het ploeteren was. Door de harde storm waren de schoten in de war geraakt en bleef het zeil halverwege steken. Ik moest in de mast klimmen om hem los te krijgen. Sietske smeekte me om het niet te doen, het was te gevaarlijk. Daar had ze gelijk in, maar in deze storm met half gehesen zeil midden op zee blijven, was nog veel gevaarlijker. Dacht ik.
Ik klom naar boven, voor zover dat ging. Sietske probeerde de giek in bedwang te houden, maar dat ging natuurlijk voor geen meter. De schoten waren nog meer in de knoop geraakt dan ik al gedacht had, en het leek uren te duren voor ik ze los had. Door de hoge golven hing ik steeds bijna horizontaal boven het water hing, het was een wonder dat we niet gekapseisd waren.
'Ik heb hem los!' schreeuwde ik naar Sietske, 'Hij is los!' Ze keek naar boven. Haar aandacht verslapte even. Ik keek haar recht in haar ogen toen een windvlaag het zeil te pakken kreeg en er een enorme ruk aan gaf. Ik verloor bijna mijn evenwicht, en hield me stevig vast aan de mast. 'SIETSKE! PAS OP!' riep ik. Maar het was te laat. Ik zag het gebeuren. Wat in werkelijkheid een fractie van een seconde was, leek minutenlang door te gaan. De giek knalde met een rotvaart tegen Sietskes bovenlijf en door de kracht ervan werd ze als een lappen pop het kolkende water ingeslingerd.
Zo snel als ik kon, klauterde ik naar beneden. Ik keek of ik haar zag, maar ze was nergens te bekennen. Ik tuurde, en tuurde, maar nergens zag ik mijn meisje. Ik bleef haar maar roepen: 'Sietske, Sietske!', maar dat had geen enkele zin. Mijn stem werd direct meegevoerd met de storm. Toen zag ik haar! Haar hand kwam steeds heel even boven het water uit. Ze was niet ver weg, en ik het lukte me om de boom los te maken van de mast. Ik reikte ermee naar haar. 'Siets! Pak 'em vast!'. Ze greep de boom en ik begon haar richting de boot te trekken.
Ze was er bijna. Ik keek haar aan en stak mijn hand uit. Onze vingers raakten elkaar op een centimeter na, toen de grootste golf tot dan toe ons greep. De boot werd keihard meegevoerd en ik kon me nog net vasthouden. Sietske verloor haar grip. Vanuit mijn ooghoeken zag ik haar verdwijnen in de verte, in de diepte van de zee.
Ik werd honderden meters meegesleurd op de golf, en kwam uiteindelijk op het strand terecht. Door die klap raakte ik bewusteloos. Ik moet er een paar uur gelegen hebben, want toen ik bijkwam was de zee weer net zo rustig als die ochtend toen we vertrokken. De ravage van kapot gewaaide huizen en versplinterde boten was het enige bewijs van de storm. Huilende mensen liepen over het strand. Ze zochten hun spullen, en hun geliefden.
Het duurde even tot het tot me doordrong. Ik moest óók zoeken. Ik was mijn Sietske kwijt! Ik kon de kracht niet opbrengen. Mijn hele lijf deed pijn, ik was kapot. 'You need help?' vroeg een oud vrouwtje aan me in gebroken Engels. 'Ik… ik weet het niet.' Ze keek me vragend aan, en ik realiseerde me dat ik Nederlands tegen haar gesproken had. 'My girlfriend… She's gone'
Het vrouwtje hielp me overeind en nam me mee naar één van de weinige huizen die overeind gebleven waren. Daar zaten nog veel meer toeristen. Ik herkende wat mensen uit onze groep. Maar Sietske was er niet. En ze zou ook niet komen. Ze was meegenomen door de zee."
Ik slaak een zucht en knipper de tranen uit mijn ogen. Nu pas heb ik weer door dat ik hier tussen een groep tieners zat, zo was ik opgegaan in het vertellen van ons verhaal. De meisjes snikken, de jongens kijken stilletjes voor zich uit.
Ik sta op en loop naar buiten. De lucht is helder, de sterren zijn goed zichtbaar. 'Dag meisje,' fluister ik naar boven, en ik blaas een kus naar onze ster, die fonkelt en schittert als altijd. Net als zij dat deed. Net als mijn Sietske.
Het is mijn beurt. Vanavond is de allerlaatste avond van de serie zeilkampen waar ik als instructeur gewerkt heb deze zomer. Iedere week heeft één van ons als afsluiter een spannend zeilavontuur verteld. Ik heb het zo lang mogelijk voor me uit weten te schuiven. Het is te pijnlijk.
De groep begint onrustig te worden. "Kom op Sjoerd, jij hebt toch ook wel wat te vertellen?" Zachtjes beginnen ze mijn naam te scanderen. "Sjoerd! Sjoerd! Sjoerd! Sjoerd! Sjoerd!" roepen ze, steeds harder, steeds sneller.
Ik krijg een flesje Grolsch in mijn handen gedrukt. "Spraakwater, alsjeblieft!" Ik neem een flinke slok, haal diep adem en begin mijn verhaal. Het verhaal dat ik nooit verteld heb, maar bijna elke nacht opnieuw beleef.
"Een paar jaar geleden was ik op zeilvakantie in Thailand. We waren met een hele groep, en zeilden elke dag op kleine bootjes een stuk verder. Mijn vriendin Sietske en ik zeilden die dag samen op een Valk. Meestal zaten we met drie of vier man op een boot, maar vandaag kwam het toevallig zo uit dat wij met z’n tweeën overbleven. Omdat we allebei goed konden zeilen, vond de leiding dat wel verantwoord.
Ik was een beetje chagrijnig die ochtend. Ik had te weinig geslapen, had een beetje een kater, en het waaide ook nog eens nauwelijks, zodat we amper vooruit kwamen. Uit het vooronder pakte ik de thermosfles met koffie. Ik nam een slok, maar wist niet hoe snel ik die weer uit moest spugen. Oude, koude koffie van gisteren. Getverdemme.
Sietske moest lachen. Ieder ander die het nu gewaagd zou hebben me uit te lachen zou ik direct overboord gekieperd hebben, maar Sietske niet. Ze lachte zo mooi, en ondanks mijn chagrijnige bui voelde ik me ineens supergelukkig met haar. Dit was hoe ik haar het mooist vond: in haar korte broek, bikinitopje, haar blonde haar in een staartje, geen make-up op. Ze was prachtig!
Sietske en ik kenden elkaar van de Sneekweek, waar we allebei mee vaarden op één van de Skûtsjes. De vonk sprong over, en we zijn nooit meer bij elkaar weggegaan. Een jaar eerder hadden we een oude Valk gekocht die we, met wat hulp van mijn broer, helemaal opgeknapt hebben. We hadden daar al heel wat tochtjes mee gemaakt over de Friese meren, maar nu leek het ons leuk om eens in een hele andere omgeving te gaan varen. En dat werd dus Thailand.
We schoten nog steeds voor geen meter op, de wind leek eigenlijk alleen maar zwakker te worden. 'Sjoerd! Als jij nou eens even in de zeilen blaast, misschien komen we dan wel vooruit!' grapte Sietske. Ze moest alweer lachen, mijn lieve, mooie Sietske. Maar ineens betrok haar gezicht. Ze keek naar iets in de verte. 'Wat is er?' vroeg ik haar, 'je ziet eruit alsof het monster van Loch Ness naar Thailand gekomen is!'. Ik vond mijn eigen opmerking erg grappig, maar Sietske bleef stil. Ze was flink gekleurd door de zon de afgelopen week, maar nu was ze ineens lijkbleek. Dit leek toch wel serieus.
Ik draaide me om, om te zien waar ze nou zo van geschrokken was, en ook ik viel stil. Hoewel ons stukje zee nog zonnig en windstil was, kwam er vanuit de verte een dik pak donkergrijze, bijna zwarte wolken in een enorm tempo onze kant op. En dat niet alleen, de zee leek er compleet op hol geslagen. We waren een flink eind uit de branding, maar niet ver bij ons vandaan ontstonden enorme brekende golven. En ze kwamen onze kant op.
We konden het nu ook goed horen. Dit was niet zomaar een storm, dit was alsof er een oorlog plaatsvond onder de zeespiegel. Ook bij ons begon het nu te waaien. Te stormen. Over het bulderende geluid van de storm riep ik naar Sietske: 'Omlaag! Die zeilen moeten eraf!' En als een gek begon ik de schoten los te knopen. Eerst de fok naar beneden. Het was haast niet te doen, hij klapperde als een gek tegen me aan. Ik zat op handen en knieën op het voordek, en hield me vast aan de stag. De storm werd wilder en wilder. Ik had de fok gestreken, niet zoals jullie dat geleerd hebben, maar hij was los. Ik kon hem ook niet meer vasthouden, dus toen ik hem eenmaal los had, vloog hij zijn vrijheid tegemoet.
Binnen no time was de fok uit het zicht verdwenen, maar veel tijd om daar aandacht aan te besteden had ik niet. Ik moest Sietske helpen, die met het grootzeil aan het ploeteren was. Door de harde storm waren de schoten in de war geraakt en bleef het zeil halverwege steken. Ik moest in de mast klimmen om hem los te krijgen. Sietske smeekte me om het niet te doen, het was te gevaarlijk. Daar had ze gelijk in, maar in deze storm met half gehesen zeil midden op zee blijven, was nog veel gevaarlijker. Dacht ik.
Ik klom naar boven, voor zover dat ging. Sietske probeerde de giek in bedwang te houden, maar dat ging natuurlijk voor geen meter. De schoten waren nog meer in de knoop geraakt dan ik al gedacht had, en het leek uren te duren voor ik ze los had. Door de hoge golven hing ik steeds bijna horizontaal boven het water hing, het was een wonder dat we niet gekapseisd waren.
'Ik heb hem los!' schreeuwde ik naar Sietske, 'Hij is los!' Ze keek naar boven. Haar aandacht verslapte even. Ik keek haar recht in haar ogen toen een windvlaag het zeil te pakken kreeg en er een enorme ruk aan gaf. Ik verloor bijna mijn evenwicht, en hield me stevig vast aan de mast. 'SIETSKE! PAS OP!' riep ik. Maar het was te laat. Ik zag het gebeuren. Wat in werkelijkheid een fractie van een seconde was, leek minutenlang door te gaan. De giek knalde met een rotvaart tegen Sietskes bovenlijf en door de kracht ervan werd ze als een lappen pop het kolkende water ingeslingerd.
Zo snel als ik kon, klauterde ik naar beneden. Ik keek of ik haar zag, maar ze was nergens te bekennen. Ik tuurde, en tuurde, maar nergens zag ik mijn meisje. Ik bleef haar maar roepen: 'Sietske, Sietske!', maar dat had geen enkele zin. Mijn stem werd direct meegevoerd met de storm. Toen zag ik haar! Haar hand kwam steeds heel even boven het water uit. Ze was niet ver weg, en ik het lukte me om de boom los te maken van de mast. Ik reikte ermee naar haar. 'Siets! Pak 'em vast!'. Ze greep de boom en ik begon haar richting de boot te trekken.
Ze was er bijna. Ik keek haar aan en stak mijn hand uit. Onze vingers raakten elkaar op een centimeter na, toen de grootste golf tot dan toe ons greep. De boot werd keihard meegevoerd en ik kon me nog net vasthouden. Sietske verloor haar grip. Vanuit mijn ooghoeken zag ik haar verdwijnen in de verte, in de diepte van de zee.
Ik werd honderden meters meegesleurd op de golf, en kwam uiteindelijk op het strand terecht. Door die klap raakte ik bewusteloos. Ik moet er een paar uur gelegen hebben, want toen ik bijkwam was de zee weer net zo rustig als die ochtend toen we vertrokken. De ravage van kapot gewaaide huizen en versplinterde boten was het enige bewijs van de storm. Huilende mensen liepen over het strand. Ze zochten hun spullen, en hun geliefden.
Het duurde even tot het tot me doordrong. Ik moest óók zoeken. Ik was mijn Sietske kwijt! Ik kon de kracht niet opbrengen. Mijn hele lijf deed pijn, ik was kapot. 'You need help?' vroeg een oud vrouwtje aan me in gebroken Engels. 'Ik… ik weet het niet.' Ze keek me vragend aan, en ik realiseerde me dat ik Nederlands tegen haar gesproken had. 'My girlfriend… She's gone'
Het vrouwtje hielp me overeind en nam me mee naar één van de weinige huizen die overeind gebleven waren. Daar zaten nog veel meer toeristen. Ik herkende wat mensen uit onze groep. Maar Sietske was er niet. En ze zou ook niet komen. Ze was meegenomen door de zee."
Ik slaak een zucht en knipper de tranen uit mijn ogen. Nu pas heb ik weer door dat ik hier tussen een groep tieners zat, zo was ik opgegaan in het vertellen van ons verhaal. De meisjes snikken, de jongens kijken stilletjes voor zich uit.
Ik sta op en loop naar buiten. De lucht is helder, de sterren zijn goed zichtbaar. 'Dag meisje,' fluister ik naar boven, en ik blaas een kus naar onze ster, die fonkelt en schittert als altijd. Net als zij dat deed. Net als mijn Sietske.
-
zondag 9 maart 2008 om 21:42
dinsdag 11 maart 2008 om 21:56
*haalt net wel of net niet de eigen deadline*
Zeilen in Friesland
Het is Bonte Avond. Alma, haar collega’s en de leerlingen hebben een leerzame week achter de rug. Nu is het tijd voor zelf verzonnen liedjes, toneelstukjes en stoere verhalen. Zingen of acteren kan Alma niet, dus zij heeft nagedacht over de avonturen uit haar jonge jaren.
Alma neemt plaats op de praatstoel en steekt van wal.
“Dames en heren, jongens en meisjes. Afgelopen week hebben we veel gezeild. Soms was het windstil, soms waaide het hard. Meestal was het droog, dus het waren fijne dagen. Als kind heb ik ook veel gezeild. Soms waaide het nog harder dan afgelopen week. Eén keer was het zelfs een beetje eng.”
Alma pauzeert even om een slok van haar cola te nemen.
“We waren met scouting op zomerkamp en hadden net een nachtje zonder de leiding gekampeerd. Zij waren op de kampeerboerderij Nijestee gebleven en wij hadden de tent en onze slaapzakken meegenomen. Na een gezellige avond en een korte nacht braken wij de tent weer af en laadden de spullen in de boot. We waren in Friesland vlakbij een groot meer: de Langweerder Wielen. Dit meer moesten we dwars oversteken om bij Nijestee te komen. Eerst door een paar brede sloten en daarna het grote meer op. Vanuit een sloot zeilden we het meer op. Hier waaide het harder en we schoten lekker op. Maaike zat aan het roer, Eva had de grootschoot en ik had de fokkeschoot vast. De andere twee meiden zaten in de kuip gezellig te kletsen. Even later hadden we de fok en het grootzeil helemaal uit staan. We zaten voor de wind en voelden niet hoe de wind in kracht toe nam. .. “
“Opééns klapte de giek naar de andere boeg. De boot was even uit evenwicht en er kwam water binnenboord. Voordat we van de schrik bekomen waren klapte de giek naar de andere kant en golfde er weer water de boot in. Blijkbaar was er slechter weer op komst. We moesten maken dat we bij Nijestee kwamen. We draaiden iets van de wind weg, maar bleven doorvaren richting de sloot die ons naar Nijestee zou leiden. Toch klapte de giek nog een paar keer heen en weer en raakte de boot voller met water. Nu zaten er twee meiden aan het roer, twee meiden aan de grootschoot en ik hing aan de fokkeschoot. De fok die trok ook aan de schoot, maar loslaten durfde ik niet.”
Alma zucht even.
“Loslaten was misschien wel verstandiger geweest, maar dat wist ik als dertienjarige nog niet. Ik hield dus de fok stevig vast en zag de boot na elke zwiep van de giek voller stromen met water. Maaike gaf opdracht om de aandacht van andere boten te trekken, dus ik liet één hand los en zo zwaaiden we naar andere boten. De anderen zwaaiden en riepen ook. De bemanningen van andere boten negeerden ons of zwaaiden vrolijk terug zonder dichterbij te komen. Het zag er niet best voor ons uit.”
“Opeens was er dichtbij ons, vlak achter mij een motorbootje met een vader en zoon. Zij kwamen dichterbij om ons terug te groeten. Toen zagen ze dat we in de problemen zaten en wierpen ons snel een sleeplijn toe. Hun vakantiehuisje lag vlakbij. We legden aan en stapten op de kant. Maaike liep mee naar het huisje om Nijestee te kunnen bellen. Ik heb minutenlang met een landvast in de hand naar onze boot staan staren terwijl de anderen de natte slaapzakken uitlaadden. Toen alle spullen uit de boot waren zijn we gaan hozen. We hadden maar één hoosblik, dus de anderen hoosden met hun schoenen. Deze waren toch al doorweekt en die boot moest leeg”
“De leiding werd gerust gesteld: wij waren veilig op de wal en zouden met het motorbootje naar de kampeerboerderij gesleept worden.
Eindelijk terug bij Nijestee rolde Anne haar slaapzak uit op het grasveld en mopperde: “Mijn slaapzak is helemaal bezopen””
Mijn titel kan beter, maar weet hem ff niet. Verder vooral benieuwd of ik nog gedachtesprongen heb laten zitten. (in de laatste twee alinea's sowieso, maar is dat erg?)
Morgen ga ik gezellig de andere bijdrage(s?) lezen.
Zeilen in Friesland
Het is Bonte Avond. Alma, haar collega’s en de leerlingen hebben een leerzame week achter de rug. Nu is het tijd voor zelf verzonnen liedjes, toneelstukjes en stoere verhalen. Zingen of acteren kan Alma niet, dus zij heeft nagedacht over de avonturen uit haar jonge jaren.
Alma neemt plaats op de praatstoel en steekt van wal.
“Dames en heren, jongens en meisjes. Afgelopen week hebben we veel gezeild. Soms was het windstil, soms waaide het hard. Meestal was het droog, dus het waren fijne dagen. Als kind heb ik ook veel gezeild. Soms waaide het nog harder dan afgelopen week. Eén keer was het zelfs een beetje eng.”
Alma pauzeert even om een slok van haar cola te nemen.
“We waren met scouting op zomerkamp en hadden net een nachtje zonder de leiding gekampeerd. Zij waren op de kampeerboerderij Nijestee gebleven en wij hadden de tent en onze slaapzakken meegenomen. Na een gezellige avond en een korte nacht braken wij de tent weer af en laadden de spullen in de boot. We waren in Friesland vlakbij een groot meer: de Langweerder Wielen. Dit meer moesten we dwars oversteken om bij Nijestee te komen. Eerst door een paar brede sloten en daarna het grote meer op. Vanuit een sloot zeilden we het meer op. Hier waaide het harder en we schoten lekker op. Maaike zat aan het roer, Eva had de grootschoot en ik had de fokkeschoot vast. De andere twee meiden zaten in de kuip gezellig te kletsen. Even later hadden we de fok en het grootzeil helemaal uit staan. We zaten voor de wind en voelden niet hoe de wind in kracht toe nam. .. “
“Opééns klapte de giek naar de andere boeg. De boot was even uit evenwicht en er kwam water binnenboord. Voordat we van de schrik bekomen waren klapte de giek naar de andere kant en golfde er weer water de boot in. Blijkbaar was er slechter weer op komst. We moesten maken dat we bij Nijestee kwamen. We draaiden iets van de wind weg, maar bleven doorvaren richting de sloot die ons naar Nijestee zou leiden. Toch klapte de giek nog een paar keer heen en weer en raakte de boot voller met water. Nu zaten er twee meiden aan het roer, twee meiden aan de grootschoot en ik hing aan de fokkeschoot. De fok die trok ook aan de schoot, maar loslaten durfde ik niet.”
Alma zucht even.
“Loslaten was misschien wel verstandiger geweest, maar dat wist ik als dertienjarige nog niet. Ik hield dus de fok stevig vast en zag de boot na elke zwiep van de giek voller stromen met water. Maaike gaf opdracht om de aandacht van andere boten te trekken, dus ik liet één hand los en zo zwaaiden we naar andere boten. De anderen zwaaiden en riepen ook. De bemanningen van andere boten negeerden ons of zwaaiden vrolijk terug zonder dichterbij te komen. Het zag er niet best voor ons uit.”
“Opeens was er dichtbij ons, vlak achter mij een motorbootje met een vader en zoon. Zij kwamen dichterbij om ons terug te groeten. Toen zagen ze dat we in de problemen zaten en wierpen ons snel een sleeplijn toe. Hun vakantiehuisje lag vlakbij. We legden aan en stapten op de kant. Maaike liep mee naar het huisje om Nijestee te kunnen bellen. Ik heb minutenlang met een landvast in de hand naar onze boot staan staren terwijl de anderen de natte slaapzakken uitlaadden. Toen alle spullen uit de boot waren zijn we gaan hozen. We hadden maar één hoosblik, dus de anderen hoosden met hun schoenen. Deze waren toch al doorweekt en die boot moest leeg”
“De leiding werd gerust gesteld: wij waren veilig op de wal en zouden met het motorbootje naar de kampeerboerderij gesleept worden.
Eindelijk terug bij Nijestee rolde Anne haar slaapzak uit op het grasveld en mopperde: “Mijn slaapzak is helemaal bezopen””
Mijn titel kan beter, maar weet hem ff niet. Verder vooral benieuwd of ik nog gedachtesprongen heb laten zitten. (in de laatste twee alinea's sowieso, maar is dat erg?)
Morgen ga ik gezellig de andere bijdrage(s?) lezen.
woensdag 12 maart 2008 om 20:21
Feedback volgt; heb dadelijk een afspraak, dus het kan morgen worden.
Een opdracht die misschien wat 'dichter bij huis' is voor meer mensen:
Beschrijf hoe interessant je woon-werkverkeer is. Een momentopname uit je totale reis mag.
-300-800 woorden
-fictie mag!
-kies zelf of het verhaal speelt van huis naar werk/studie of andersom
-gedachtes/waarnemingen van ik-figuur staan centraal; korte dialoog kan maar hoeft niet
Een opdracht die misschien wat 'dichter bij huis' is voor meer mensen:
Beschrijf hoe interessant je woon-werkverkeer is. Een momentopname uit je totale reis mag.
-300-800 woorden
-fictie mag!
-kies zelf of het verhaal speelt van huis naar werk/studie of andersom
-gedachtes/waarnemingen van ik-figuur staan centraal; korte dialoog kan maar hoeft niet
vrijdag 14 maart 2008 om 11:32
*note to self: meer dan 1000 woorden is wel veel voor een online schrijfclubje*
stukje feedback voor Anemoon:
Je verhaal leest als een trein, beetje heftig (voor tienerpubliek) zo'n slecht eind maar goed einde was ook niet meer geloofwaardig of je had op zijn minst de woordenlimiet overschreden..(denk ik)
Zonder de alinea over Sneekweek is het verhaal leuker/sneller vind ik persoonlijk. De twee alinea's ervoor zorgen al dat je geen gedachtesprongen hebt.
Taaldingetjes: let op verleden/tegenwoordige tijd.(alinea over kapseisen en laatste alinea)
In allebei de verhalen is de organisatie blijkbaar zo dom geweest om geen zwem-/reddingsvesten te verstrekken...
Mijn verteller is er niet eens aan toegekomen op het eind ook nog te beseffen dat er publiek bij het verhaal zit
Is er al een vrijwilliger om de derde en vierde opdracht te geven of zal ik zondag zelf verzinnen wie de aangewezen vrijwilliger wordt?
stukje feedback voor Anemoon:
Je verhaal leest als een trein, beetje heftig (voor tienerpubliek) zo'n slecht eind maar goed einde was ook niet meer geloofwaardig of je had op zijn minst de woordenlimiet overschreden..(denk ik)
Zonder de alinea over Sneekweek is het verhaal leuker/sneller vind ik persoonlijk. De twee alinea's ervoor zorgen al dat je geen gedachtesprongen hebt.
Taaldingetjes: let op verleden/tegenwoordige tijd.(alinea over kapseisen en laatste alinea)
In allebei de verhalen is de organisatie blijkbaar zo dom geweest om geen zwem-/reddingsvesten te verstrekken...
Mijn verteller is er niet eens aan toegekomen op het eind ook nog te beseffen dat er publiek bij het verhaal zit
Is er al een vrijwilliger om de derde en vierde opdracht te geven of zal ik zondag zelf verzinnen wie de aangewezen vrijwilliger wordt?
maandag 17 maart 2008 om 19:48
Waarschijnlijk komt mijn poging morgen (of niet).
Ga morgen eens bedenken:
-of het een optie is de schrijfopdracht twee weken te laten duren
-of het een optie is per keer twee opdrachten te geven dat men kan doen wat het meeste aanspreekt
(aantal woorden blijft een beetje natte vingerwerk en op zich kan ik nog een derde opdracht gaan verzinnen, maar daarna heb ik een aantal woensdagen achtereen geen tijd)
Ga morgen eens bedenken:
-of het een optie is de schrijfopdracht twee weken te laten duren
-of het een optie is per keer twee opdrachten te geven dat men kan doen wat het meeste aanspreekt
(aantal woorden blijft een beetje natte vingerwerk en op zich kan ik nog een derde opdracht gaan verzinnen, maar daarna heb ik een aantal woensdagen achtereen geen tijd)