Actueel
alle pijlers
geen donor = asociaal?
zaterdag 14 juni 2008 om 18:16
Onderhand krijg ik het gevoel een vreselijk asociaal iemand te zijn, haast crimineel misschien zelfs, want ik heb er zeer bewust en weloverwogen voor gekozen om geen donor te zijn.
Terwijl er van alle kanten tegen je wordt gezegd dat toch vooral te zijn. Het kabinet heeft zelfs een 'diepe voorkeur' voor orgaandonatie.
Ik wil graag gewoon doodgaan als mijn tijd gekomen is en niet volkomen onnatuurlijk nog min of meer in leven gehouden worden, zodat ze bruikbare organen uit mijn lijf kunnen halen, om daarna pas en niet meer helemaal intact echt te sterven. Dat staat me vreselijk tegen.
Maar ook als je wel eerst gewoon 100% kunt sterven, lijkt het mij niets. Het is/was mijn lijf en daar direct in gaan snijden en weghalen na overlijden vind ik nogal oneerbiedig.
Dus nee, ik ben geen donor. Maar misschien wel asociaal?
Terwijl er van alle kanten tegen je wordt gezegd dat toch vooral te zijn. Het kabinet heeft zelfs een 'diepe voorkeur' voor orgaandonatie.
Ik wil graag gewoon doodgaan als mijn tijd gekomen is en niet volkomen onnatuurlijk nog min of meer in leven gehouden worden, zodat ze bruikbare organen uit mijn lijf kunnen halen, om daarna pas en niet meer helemaal intact echt te sterven. Dat staat me vreselijk tegen.
Maar ook als je wel eerst gewoon 100% kunt sterven, lijkt het mij niets. Het is/was mijn lijf en daar direct in gaan snijden en weghalen na overlijden vind ik nogal oneerbiedig.
Dus nee, ik ben geen donor. Maar misschien wel asociaal?
tonkje wijzigde dit bericht op 14-06-2008 18:18
Reden: typefoutje
Reden: typefoutje
% gewijzigd
Morrigan Crow, net zo leuk als Harry Potter.
maandag 16 juni 2008 om 18:32
maandag 16 juni 2008 om 19:40
Wij zijn christelijk en beide gewoon donor. Naar mijn idee kan dat naast elkaar bestaan. Ik weet natuurlijk niet wat voor geloof je schoonouders aanhangen maar in het kort gaat naar mijn mening het christelijk geloof er van uit dat de staat van je "aardse lichaam" niet van belang is dus waarom zou je geen organen kunnen afstaan? Maar ja, er zijn er ook die hun kinderen niet inenten....
dinsdag 17 juni 2008 om 00:05
Er is geen enkel wetenschappelijk onderzoek dat ook maar in de verste verte een schijntje bewezen acht dat dit zou kunnen gebeuren. De verhalen die erover circuleren zijn niet wetenschappelijk, maar bevinden zich op "jomanda" niveau.
Ik lees weer een hoop onzin in jouw stellingen hopelijk heb je de site van eurotransplant gelezen, zodat je ziet ook je samenzweringstheorieen over sjoemelende artsen uiterst onwaarschijnlijk zijn. Een stuk onwaarschijnlijker dan de mogelijkheid dat jij zelf op een dag een donororgaan nodig zult hebben
dinsdag 17 juni 2008 om 00:14
over het algemeen wordt je echt niet van je rustige thuis-sterfbed gelicht om alsnog thuis in het ziekenhuis gekoppeld aan allerlei apparaten dood te gaan. Geschikte donors zijn juist die mensen die na een ongeluk oid in het ziekenhuis terecht komen en daarmee dus 'toevalligerwijs' overlijden als ze al aan al die apparaten gekoppeld zijn.
Dus zelfs als je je registreert als donor is de kans relatief klein dat je echt een fullfledged donor wordt. Vaak ben je te oud, te ziek, te onverwacht gestorven om nog geschikte organen op te leveren, behalve misschien je hoornvlies.
Misschien ben ik trouwens volledig mosterd en/ of onzin aan het verkondigen, want ik weet het allemaal niet zeker, want een beetje tweede hand/ ooit eens gelezen info. Maar je hoeft dus niet bang voor
Maar ik vind het oneerbiedig omdat ze je niet eerst rustig laten sterven, maar juist aan allerlei apparaten koppelen ten behoeve van de transplantaties. Ik heb het in een van mijn reacties hier "lijkenpikkerij voordat er een lijk is" genoemd.
Als jij rustig in je bed aan het sterven bent dan wordt je volgens mij geen donor. Als je daarentegen met je motor onderuitgaat en in kritieke toestand het ziekenhuis in komt, tsja dan is er van rustig sterven toch al geen sprake meer.
Misschien ten overvloede, ik sta dus wel geregistreerd als donor.
Dus zelfs als je je registreert als donor is de kans relatief klein dat je echt een fullfledged donor wordt. Vaak ben je te oud, te ziek, te onverwacht gestorven om nog geschikte organen op te leveren, behalve misschien je hoornvlies.
Misschien ben ik trouwens volledig mosterd en/ of onzin aan het verkondigen, want ik weet het allemaal niet zeker, want een beetje tweede hand/ ooit eens gelezen info. Maar je hoeft dus niet bang voor
Maar ik vind het oneerbiedig omdat ze je niet eerst rustig laten sterven, maar juist aan allerlei apparaten koppelen ten behoeve van de transplantaties. Ik heb het in een van mijn reacties hier "lijkenpikkerij voordat er een lijk is" genoemd.
Als jij rustig in je bed aan het sterven bent dan wordt je volgens mij geen donor. Als je daarentegen met je motor onderuitgaat en in kritieke toestand het ziekenhuis in komt, tsja dan is er van rustig sterven toch al geen sprake meer.
Misschien ten overvloede, ik sta dus wel geregistreerd als donor.
dinsdag 17 juni 2008 om 00:38
Ik sta ook geregistreerd als donor maar ik ben er ook wel huiverig voor.
Ik ben eigenlijk een beetje bang voor het volgende. Stel je ligt aan allerlei apparaten en bent hersendood verklaard. Vervolgens gaan ze je opereren om je organen eruit te halen. Wordt ik dan onder narcose gebracht ja of nee ?
Ik heb daarover gebeld en de dame die ik aan de lijn kreeg deed er een beetje lacherig over en zei:"U bent dan dood mevrouw." Waarop ik zei:"Nee, ik ben dan hersendood."
En dat is in toch niet helemaal hetzelfde, in zoverre, dat ze nooit voor de volle 100% zeker weten of je nog wat voelt of niet.
De dame die ik aan de lijn had, vond dit allemaal maar onzin. Maar nou heb ik laatst een stuk gelezen van een cardioloog (die zich ook verdiept heeft in de werking van de hersenen ,weet zijn naam zo even niet meer) die zei dat er nog zo ontzettend weinig bekend is over de hersenen dat bepaalde dingen gewoon echt nog niet duidelijk zijn.
Dat maakt mij dus huiverig en daarom wil ik hoe dan ook onder narcose gebracht worden. Ongeacht wat een ander daarvan vindt.
Ik ben eigenlijk een beetje bang voor het volgende. Stel je ligt aan allerlei apparaten en bent hersendood verklaard. Vervolgens gaan ze je opereren om je organen eruit te halen. Wordt ik dan onder narcose gebracht ja of nee ?
Ik heb daarover gebeld en de dame die ik aan de lijn kreeg deed er een beetje lacherig over en zei:"U bent dan dood mevrouw." Waarop ik zei:"Nee, ik ben dan hersendood."
En dat is in toch niet helemaal hetzelfde, in zoverre, dat ze nooit voor de volle 100% zeker weten of je nog wat voelt of niet.
De dame die ik aan de lijn had, vond dit allemaal maar onzin. Maar nou heb ik laatst een stuk gelezen van een cardioloog (die zich ook verdiept heeft in de werking van de hersenen ,weet zijn naam zo even niet meer) die zei dat er nog zo ontzettend weinig bekend is over de hersenen dat bepaalde dingen gewoon echt nog niet duidelijk zijn.
Dat maakt mij dus huiverig en daarom wil ik hoe dan ook onder narcose gebracht worden. Ongeacht wat een ander daarvan vindt.
dinsdag 17 juni 2008 om 00:50
Hersendood betekent dat er geen enkele hersenactiviteit meer is. Uit de wikipedia
Onder hersendood wordt verstaan het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde merg. De persoon kan niet meer zelfstandig ademhalen. Alle hersenfuncties zijn uitgevallen en het lichaam kan de bloeddruk en temperatuur niet meer regelen. Deze toestand is juridisch gelijkgesteld aan de dood. Als de eventuele beademing wordt gestopt zullen alle weefsels snel beginnen af te sterven.
Als de hersenen niet meer functioneren kan je niet meer ademen, je hart laten slaan, pijn voelen of wat dan ook. Je bent klinisch dood.
Hersendood wordt vastgesteld door een arts na het volgen van een vastgestelde procedure waarin diverse onderzoeken worden gedaan. Deze bestaat uit de volgende fasen:
Algemeen Onderzoek
Klinisch Neurologisch onderzoek uitgevoerd door een neuroloog of neurochirurg:
Aanvullend onderzoek zoals Afwezigheid van elektrische hersenactiviteit aangetoond met EEG
Dit EEG wordt altijd twee keer gemaakt. Er is nog nooit iemand opgestaan die een volledige afwezigheid van hersenactiviteit bij EEG had.
Op een intensivecareafdeling kan het lichaam van een hersendode nog enige tijd blijven functioneren door het toepassen van kunstmatige ademhaling. Wanneer iemand hersendood wordt verklaard, kan dat voor nabestaanden een moeilijk te verwerken mededeling zijn. Door de kunstmatige beademing ziet de hersendode er niet dood uit. Hij lijkt te slapen, heeft een normale huidkleur en voelt nog warm aan. Op de monitor is de hartslag te zien. Toch is hij overleden.
Een jonge hersendode is een ideale orgaandonor, omdat de organen bij kloppend hart (en met beademing) in goede toestand blijven tot ze kunnen worden uitgenomen. De meeste gevallen treden op na ongevallen met schedelletsel of na een hersenbloeding.
dinsdag 17 juni 2008 om 00:57
dinsdag 17 juni 2008 om 00:58
Meds, ik had gebeld met het nummer van de donor registratie. Ik dacht dat zij toch wel heel zeker wisten hoe dat allemaal zou gaan.
Maar ik heb laatst gelezen dat je wel degelijk onder narcose gebracht wordt als je hersendood bent en je organen getransplanteerd worden. Of dat ook echt zo is, weet ik niet. Op internet kan ik er verder niks over vinden.
Maar als het wel zo is, is mijn verhaal (en was mijn vraag) kennelijk toch niet zo raar.
Maar ik heb laatst gelezen dat je wel degelijk onder narcose gebracht wordt als je hersendood bent en je organen getransplanteerd worden. Of dat ook echt zo is, weet ik niet. Op internet kan ik er verder niks over vinden.
Maar als het wel zo is, is mijn verhaal (en was mijn vraag) kennelijk toch niet zo raar.
dinsdag 17 juni 2008 om 01:08
Ik heb net nog even gegoogeld en kwam o.a het volgende tegen. (Ik weet niet hoe ik moet linken, dus ik probeer het maar even zo)
Zijn er bewijzen of bepaalde aanwijzingen voor deze bewering van de Oostenrijkse profeet Jakob Lorber (1800-1864)? Jazeker, zijn die er. Augustus 2000 verschenen er ineens krantenberichten over orgaandonoren, die ondanks dat ze hersendood waren, mogelijk toch pijn voelden. Trouw kwam met de krantenkop: “hersendode patiënt voelt pijn”. Vooraf dient nog gezegd te worden, dat bij orgaandonatie pas na de hersendood de organen mogen worden uitgenomen, waarbij hart en longen kunstmatig aan de praat gehouden worden, de doorbloeding is nog aanwezig, want aan dode organen heeft men niets.
Ik citeer Trouw: “Kunnen mensen die hersendood zijn, pijn voelen? Artsen zullen deze vraag gewoonlijk ontkennend beantwoorden. Zo niet de Britse anesthesist Philip Keep. Volgens hem is het best mogelijk dat een hersendode patiënt het scalpel van de chirurg voelt terwijl die zijn organen voor transplantatie verwijdert. Deze gruwelijke gedachte schreef hij op in het medische tijdschrift Anaesthesia. Philip Keep weigert een donorcodicil bij zich te dragen totdat de richtlijnen zijn veranderd. Hij wil dat voortaan alle hersendode orgaandonoren onder narcose worden gebracht tijdens de operatie.”
Ook Het Parool kwam, een dag eerder, met een bericht over de hersendode orgaandonor. Dit bericht is nog gruwelijker.
Het Parool: “Kan iemand die hersendood is verklaard, nog pijn lijden? De vraag lijkt misschien academisch, maar is dat niet voor mensen die hun organen beschikbaar hebben gesteld voor transplantatie. Britse anesthesisten willen daarom dat hersendoden voortaan voor alle zekerheid worden verdoofd voordat hun organen worden verwijderd.
Tot dusver hebben de narcotiseurs over het probleem gezwegen, omdat er ook in Groot-Brittannië een tekort is aan donororganen en ze geen paniek willen zaaien. Maar nu hebben ze alarm geslagen in Anaesthesia, het blad van het Royal College of Anaesthesists.
Hersendode patiënten krijgen wel een spierverlammend middel toegediend voordat de chirurg aan het werk gaat, legt een anesthesist uit in The Guardian, omdat ze ‘anders zo kronkelen en bewegen dat opereren onmogelijk is’.
Tot dusver werd er altijd van uitgegaan dat die spiertrekkingen niets met de hersenen te maken hadden en vergelijkbaar zijn met de reflex die je krijgt als er met een hamertje op de knie wordt geslagen.
Ook de bloeddruk en het hartritme kunnen stijgen als de organen worden weggenomen, reacties die er mogelijk op wijzen dat de donor pijn heeft. “Dat is bijzonder akelig om te zien voor de mensen die de operatie uitvoeren (!)”, schrijven de narcotiseurs Basil Matta en Peter Young in Anasesthesia.
Waarschijnlijk zijn niet de hersenen, maar het ruggenmerg verantwoordelijk voor die zogeheten hemodynamische reactie, volgens Matta en Young, maar dat valt niet met zekerheid te zeggen, omdat er geen EEG’s gemaakt worden van donorpatiënten op de operatietafel.
De meeste anesthesisten gaan ervan uit dat een patiënt die in coma is geraakt en wiens hersenstam niet meer op prikkels reageert, onmogelijk nog te redden is. Maar ze hebben hun twijfels over wat er nog in de hersenen van de donor gebeurt.
“Sterven is geen gebeurtenis, maar een proces, waar we nog te weinig van weten om te kunnen zeggen dat verdoving niet nodig is”, aldus Matta en Young.”
Zijn er bewijzen of bepaalde aanwijzingen voor deze bewering van de Oostenrijkse profeet Jakob Lorber (1800-1864)? Jazeker, zijn die er. Augustus 2000 verschenen er ineens krantenberichten over orgaandonoren, die ondanks dat ze hersendood waren, mogelijk toch pijn voelden. Trouw kwam met de krantenkop: “hersendode patiënt voelt pijn”. Vooraf dient nog gezegd te worden, dat bij orgaandonatie pas na de hersendood de organen mogen worden uitgenomen, waarbij hart en longen kunstmatig aan de praat gehouden worden, de doorbloeding is nog aanwezig, want aan dode organen heeft men niets.
Ik citeer Trouw: “Kunnen mensen die hersendood zijn, pijn voelen? Artsen zullen deze vraag gewoonlijk ontkennend beantwoorden. Zo niet de Britse anesthesist Philip Keep. Volgens hem is het best mogelijk dat een hersendode patiënt het scalpel van de chirurg voelt terwijl die zijn organen voor transplantatie verwijdert. Deze gruwelijke gedachte schreef hij op in het medische tijdschrift Anaesthesia. Philip Keep weigert een donorcodicil bij zich te dragen totdat de richtlijnen zijn veranderd. Hij wil dat voortaan alle hersendode orgaandonoren onder narcose worden gebracht tijdens de operatie.”
Ook Het Parool kwam, een dag eerder, met een bericht over de hersendode orgaandonor. Dit bericht is nog gruwelijker.
Het Parool: “Kan iemand die hersendood is verklaard, nog pijn lijden? De vraag lijkt misschien academisch, maar is dat niet voor mensen die hun organen beschikbaar hebben gesteld voor transplantatie. Britse anesthesisten willen daarom dat hersendoden voortaan voor alle zekerheid worden verdoofd voordat hun organen worden verwijderd.
Tot dusver hebben de narcotiseurs over het probleem gezwegen, omdat er ook in Groot-Brittannië een tekort is aan donororganen en ze geen paniek willen zaaien. Maar nu hebben ze alarm geslagen in Anaesthesia, het blad van het Royal College of Anaesthesists.
Hersendode patiënten krijgen wel een spierverlammend middel toegediend voordat de chirurg aan het werk gaat, legt een anesthesist uit in The Guardian, omdat ze ‘anders zo kronkelen en bewegen dat opereren onmogelijk is’.
Tot dusver werd er altijd van uitgegaan dat die spiertrekkingen niets met de hersenen te maken hadden en vergelijkbaar zijn met de reflex die je krijgt als er met een hamertje op de knie wordt geslagen.
Ook de bloeddruk en het hartritme kunnen stijgen als de organen worden weggenomen, reacties die er mogelijk op wijzen dat de donor pijn heeft. “Dat is bijzonder akelig om te zien voor de mensen die de operatie uitvoeren (!)”, schrijven de narcotiseurs Basil Matta en Peter Young in Anasesthesia.
Waarschijnlijk zijn niet de hersenen, maar het ruggenmerg verantwoordelijk voor die zogeheten hemodynamische reactie, volgens Matta en Young, maar dat valt niet met zekerheid te zeggen, omdat er geen EEG’s gemaakt worden van donorpatiënten op de operatietafel.
De meeste anesthesisten gaan ervan uit dat een patiënt die in coma is geraakt en wiens hersenstam niet meer op prikkels reageert, onmogelijk nog te redden is. Maar ze hebben hun twijfels over wat er nog in de hersenen van de donor gebeurt.
“Sterven is geen gebeurtenis, maar een proces, waar we nog te weinig van weten om te kunnen zeggen dat verdoving niet nodig is”, aldus Matta en Young.”
dinsdag 17 juni 2008 om 01:13
Bikkie, het is zeker geen gekke of domme vraag ik denk dat meer mensen die zullen hebben. Maar voor zover ik weet worden donoren niet onder narcose gebracht. Omdat dit niet nodig is. Er is geen pijnprikkel meer de patient is al dood. Er worden wel allerlei andere medicatie toegediend, maar dat is vooral ter behoud van de organen, want in een hersendode patient gaat het afsterven van de weefsel gewoon door als er niks gebeurt, alleen beademen is niet voldoende, dat maakt ook wel weer duidelijk dat een hersendode echt dood is.
Hier het algemene protocol. Lees de stukken over hersendood maar eens, lees ook vooral het protocol wat er allemaal gebeurt voordat iemand hersendood wordt verklaard.
protocol orgaandonatie
Hier het algemene protocol. Lees de stukken over hersendood maar eens, lees ook vooral het protocol wat er allemaal gebeurt voordat iemand hersendood wordt verklaard.
protocol orgaandonatie
dinsdag 17 juni 2008 om 01:19
Hoi Bikkie,
de berichten ken ik, en ze zijn al oud. Het hersendood protocol is onlangs nog vernieuwd en aangescherpt. Het zgn. kronkelen wordt verklaard door reflexen vanuit het ruggenmerg. Ik ken geen arts die dat overigens heeft meegemaakt tijdens de transplantatieoperatie. Maar in theorie zou het kunnen, zo heb je ook de verhalen van de ademreflex of andere reflexen die lijkschouwers of mortuarium medewerkers soms meemaken. Dat betekent niet dat het lijk nog leeft of pijn heeft. Je leest ook in hetzelfde artikel dat niemand twijfelt aan de definitieve staat van hersendood zijn. Er is 1 anaesthesist in Engeland die dit verhaal in de wereld heeft geholpen het stuk in het Parool gaat over dezelfde meneer, alleen hebben zij er een meervoud van gemaakt.
de berichten ken ik, en ze zijn al oud. Het hersendood protocol is onlangs nog vernieuwd en aangescherpt. Het zgn. kronkelen wordt verklaard door reflexen vanuit het ruggenmerg. Ik ken geen arts die dat overigens heeft meegemaakt tijdens de transplantatieoperatie. Maar in theorie zou het kunnen, zo heb je ook de verhalen van de ademreflex of andere reflexen die lijkschouwers of mortuarium medewerkers soms meemaken. Dat betekent niet dat het lijk nog leeft of pijn heeft. Je leest ook in hetzelfde artikel dat niemand twijfelt aan de definitieve staat van hersendood zijn. Er is 1 anaesthesist in Engeland die dit verhaal in de wereld heeft geholpen het stuk in het Parool gaat over dezelfde meneer, alleen hebben zij er een meervoud van gemaakt.
dinsdag 17 juni 2008 om 07:59
Naar aanleiding van de informatie over hersendood zijn en het al of niet voelen van pijnprikkels, ben ik daarover meer gaan lezen.
Wat mij zorgen baart, is dat er wordt geschreven dat de hersendood zorgvuldig wordt vastgesteld door artsen.
Tot nu toe is mijn ervaring met de medische wereld en haar zorgvuldigheid zodanig, dat ik daar geen hoge pet van op heb. De medische wereld is wat mij betreft toch een wereld waarin de 1-ogigen het land der blinden regeren.
Inmiddels heb ik besloten geen donor meer te willen zijn. Ik heb door dit topic meer vragen gekregen dan antwoorden. Zelf wilde ik al geen organen ontvangen. Nu wil ik ze ook niet meer verwijderd hebben om te doneren.
Wat mij zorgen baart, is dat er wordt geschreven dat de hersendood zorgvuldig wordt vastgesteld door artsen.
Tot nu toe is mijn ervaring met de medische wereld en haar zorgvuldigheid zodanig, dat ik daar geen hoge pet van op heb. De medische wereld is wat mij betreft toch een wereld waarin de 1-ogigen het land der blinden regeren.
Inmiddels heb ik besloten geen donor meer te willen zijn. Ik heb door dit topic meer vragen gekregen dan antwoorden. Zelf wilde ik al geen organen ontvangen. Nu wil ik ze ook niet meer verwijderd hebben om te doneren.
dinsdag 17 juni 2008 om 09:12
Heb je de protocollen gelezen? En heb je gelezen wat er moet gebeuren voordat je daardwerkelijk hersendood wordt verklaard? Want dan snap ik niet waar je je twijfel vandaan haalt. Hersendood is onveranderlijk en heel duidelijk vast te stellen op diverse fronten en dit gebeurt door verschillende apparaten en soorten artsen, meerdere keren.
Waarom dan niet alsnog geregistreerd blijven staan als non heartbeating donor?
dinsdag 17 juni 2008 om 09:27
Er volgt eerst een algemeen onderzoek en daarna een klinisch neurologisch onderzoek, vervolgens wordt er gemeten met de apparaten, die metingen worden beschreven in deze procedure, elke stap wordt uitvoerig beschreven. Er is het EEG wat laat zien dat er geen hersenactitiviteit meer is, er is de apneutest wat laat zien dat dat er geen zelfstandigen adem meer is, er is de doppler die laat zien dat er geen doorbloeding meer is en een CT die laat zien dat er geen circulatie meer is. Als je als patient deze procedure doorloopt en de conclusie is hersendood, dan ben je ook echt zo dood als een pier.
3.2 Elektro-encefalogram (EEG)
Het vervaardigen van een EEG dient te geschieden door, of onder toezicht van een (kinder)neuroloog met de
bevoegdheid ‘klinische neurofysiologie’.
Technische criteria
a Te gebruiken: alle oppervlakte-elektroden van het 10-20 systeem. Deze behoren een overgangsweerstand
≤ 5 kOhm te hebben. Naaldelektroden mogen slechts worden toegepast, indien tevoren is vastgesteld dat
deze de frequentiebandbreedte van het registratiesysteem niet nadelig beïnvloeden.
b Vereiste gevoeligheid: 20 microvolt/cm.
c Vereiste bandbreedte: 0,27 - 30 Hz (-3dB).
d Afleidingscombinaties: van belang is toepassing van een combinatie met grote interelektrode-afstand. Zo
mogelijk dienen alle elektroden van het 10-20 systeem in de gebruikte afleidingscombinatie continu voor te
komen. Dit impliceert registratie met een EEG-toestel van ten minste 16 kanalen.
e De (effectieve) registratieduur dient ten minste 30 minuten te bedragen.
f Reacties op prikkels dienen te worden nagegaan:
- geluidprikkels: aanbieden ter hoogte van beide oren
- lichtflitsprikkels: zowel hoge (bijvoorbeeld 18 Hz) als lage (1-3 Hz) frequenties toepassen.
Het verdient aanbeveling elektrocardiogram (ECG), ademhaling en bewegingsartefacten mee te registreren.
Een eventueel aanwezig retinogram is niet in strijd met de diagnose iso-elektrisch EEG.
g Tijdens de registratie mogen kortwerkende, spierverslappende middelen gebruikt worden om de eventueel
aanwezige, elektrisch waarneembare spieractiviteit (‘motor-unit’ activiteit) te onderdrukken.
h Brom- en ruisniveaus dienen kleiner dan 5 microvolt te zijn. Eventueel nog aanwezige artefacten dienen
tijdens de registratie als zodanig geduid te worden.
i Het EEG heet ‘iso-elektrisch’ wanneer geen elektrische activiteit van cerebrale oorsprong aanwezig is
j Beoordeling van het EEG via datatransmissie (telefoon, kabel, internet) is niet toegestaan vanwege het risico
van signaalverstoring.
3.3 Apneutest
Dit onderzoek dient te worden verricht door een anesthesioloog, een arts-intensivist, of een longarts, dan wel
een internist of neuroloog met expertise op het gebied van ademhalingsstoornissen.
Alvorens de test uit te voeren gelden de volgende voorwaarden:
a) aanwijzingen voor beademingsafhankelijkheid (zie 3.1)
b) uitsluiting van niet in de hersenen gelegen oorzaken van het ontbreken van spontane ademhaling; naast de
in de prealabele voorwaarden genoemde oorzaken (2.1) dienen uitgesloten te zijn: een hoge cervicale
ruggemerglesie en een dubbelzijdige lesie van de nervus phrenicus
Hersendoodprotocool
Modelprocotol postmortale orgaan- en weefseldonatie 2006/2007 33
c) een vooraf vervaardigd iso-elektrisch EEG (andere werkwijze volgen bij onuitvoerbaarheid elektroencefalografie,
zie 2.3)
Technische criteria
a) Voorbereiding: na 10 minuten kunstmatige beademing met 100 procent zuurstof wordt door aanpassing
van de kunstmatige beademing een paCO2 van 40 mm Hg (5,3 kPa) bereikt (uitgangswaarde), gemeten via
bloedgasanalyse, danwel een paCO2 van ten minste 45 mm Hg (6 kPa) bij personen met een chronische
luchtwegaandoening.
b) Tijdens de test dient:
• via een pulse-oximeter continue registratie te geschieden van de perifere zuurstofsaturatie, die steeds 90
procent of hoger moet zijn
• via een capnograaf, aangesloten op de endotracheale tube, continue registratie plaats te vinden van het
CO2-gehalte in de ademlucht
• een elektrocardiogram te worden vervaardigd ter registratie van hartfrequentie en eventuele hartritmestoornissen
• de bloeddruk - indien geen continue bewaking via een intra-arteriële ‘lijn’ plaatsvindt - met intervallen van
maximaal 3 minuten te worden gemeten; de systolische bloeddruk moet steeds ten minste 80 mmHg
(10,7 kPa) bedragen.
c) De apneutest begint - bij de vereiste paCO2-uitgangswaarde - met het stopzetten van de beademingsmachine,
waarna direct voorzien moet worden in zuurstoftoediening van 6 liter per minuut via een katheter, ingebracht
(bij volwassenen: 20 centimeter) in de endotracheale tube. Bij personen die wegens een verminderde
gaswisseling in de longen vooraf beademing met PEEP (‘positive end expiratory pressure’) ondergingen,
behoort de 100 procent zuurstof niet met een katheter maar via CPAP (‘continuous positive airway pressure’)
te worden toegediend (waarbij de apparatuur is ingesteld op druktriggering, in de gevoeligste stand:
gewoonlijk -2 cm H2O).
d) De apneutest kan worden beëindigd wanneer bij het bereiken van een, via een tweede bloedgasanalyse
gemeten, paCO2 van 50 mm Hg (6,65 kPa) of hoger (danwel 60 mm Hg, ofwel 8 kPa, bij personen met chronische
longaandoeningen) geen ademhalingsbewegingen zijn opgetreden.
Aan de hand van de in het begin gemeten uitgangswaarde kan worden geschat - uitgaande van een gemiddelde
stijging van de paCO2 van 2 mm Hg (0,27 kPa) per minuut - na hoeveel tijd de vereiste minimale
eindwaarde waarschijnlijk zal zijn bereikt (globaal 5 tot 10 minuten).
Ademhalingsbewegingen zijn soms moeilijk te onderscheiden van spierschokken van de borstkas. Wanneer
de capnograaf een tijdelijke stijging van het CO2-gehalte in de ademlucht laat zien, is er sprake van een
echte adembeweging.
e) Bij het optreden van complicaties moet de apneutest worden afgebroken en de beademing meteen worden
hervat; tevens dient de paCO2 te worden bepaald (bloedgasanalyse). De test is dan niet (verder) uitvoerbaar.
Dit geldt onder meer bij:
• daling van de systolische bloeddruk onder 80 mm Hg (10,7 kPa), c.q. bij kinderen meer dan twee standaarddeviaties
onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd (zie tabel 1)
• daling van de via de pulse-oxymeter gemeten zuurstofsaturatie onder 90 procent (bij personen met chronische
longaandoeningen is een daling tot 85 procent aanvaardbaar)
• het optreden van ernstige hartritmestoornissen.
f) Het afbreken van de apneutest houdt in, dat de hersendood (vooralsnog) niet met deze vorm van aanvullend
onderzoek kan worden aangetoond. De kans dat later, bij herhaling, de test wel uitvoerbaar zal blijken, is
klein. Er zijn dan twee mogelijkheden, namelijk:
• te besluiten dat de hersendood niet kan worden gediagnosticeerd
• alsnog trachten via TCD en CTA ter bevestiging, de hersendood definitief vast te stellen.
Hersendoodprotocool
Modelprocotol postmortale orgaan- en weefseldonatie 2006/2007 34
3.4 Transcranieel Doppleronderzoek (TCD)
Het vervaardigen van een TCD dient te geschieden door, of onder toezicht van een KNF-arts of
(kinder)neuroloog met specifieke expertise. Speciaal opgeleide laboranten mogen de test uitvoeren, maar bedoelde
arts dient ter plekke aanwezig te zijn voor de eindbeoordeling van het onderzoek.
Men kan volstaan met onderzoek van de intracraniële vaten (TCD). Onderzoek van de extracraniële vaten is
niet nodig. De test heeft een positieve respons als deze wijst op afwezigheid van hersendoorbloeding.
Technische criteria
a) Men dient eerst de aanwezigheid van een temporaal en suboccipitaal insonatievenster (window) na te gaan.
b) De test bestaat vervolgens uit twee na elkaar uitgevoerde series Dopplermetingen.
c) Te gebruiken apparatuur: pulsed wave machines met een insonatiefrequentie ≤ 2 MHz.
d) De te onderzoeken intracraniële vaten zijn:
• de arteria cerebri media beiderzijds (via het temporale venster) en
• de arteria basilaris (via het suboccipitale venster, waarbij de patiënt dan op de zij ligt).
e) Elke Dopplermeting geschiedt gedurende minimaal 10 hartslagen per bloedvat.
f) De tweede serie metingen dient niet eerder dan twintig minuten na het begin van de eerste serie te worden
gestart. Het gehele onderzoek zal dan circa een half uur in beslag nemen.
g) In beide series metingen dient men een zogenaamd hoge-weerstandsprofiel te registreren. Dit uit zich in de
aanwezigheid van een reverberating pattern of van systolic spikes en wijst op afwezigheid van cerebrale
circulatie.
Opmerkingen
De test is ongeschikt bij het ontbreken van een, voor ultrageluid goed toegankelijk, temporaal of suboccipitaal
venster vanwege een veranderde structuur van het schedelbot (bij 10 tot 15 procent van de patiënten), de
afwezigheid van een ‘starre’ schedel (flexibele schedel, open schedelnaden, schedelfracturen, schedeltrepanatie)
of de aanwezigheid van een ventrikeldrain. De test kan dan een fout-negatieve uitslag geven: cerebrale circulatiestilstand
wordt niet geregistreerd. TCD is ook ongeschikt bij bepaalde ongecorrigeerde cor-vitia, bijvoorbeeld
een ernstige aortoklepinsufficiëntie. Een flowpatroon dat lijkt op een reverberating pattern kan dan een fout-positieve
uitslag geven: ten onrechte wordt de testrespons als ‘cerebrale circulatiestilstand’ geïnterpreteerd.
3.5 CT-angiografie (CTA)
Dit onderzoek dient te worden verricht door een (neuro)radioloog met expertise op het gebied van CTAvaatdiagnostiek
in het hoofd-hals gebied.
Technische criteria
a) De toe te passen methode is cerebrale CT-angiografie (CTA) die kan worden uitgevoerd met een
multi-detector row CT-scanner.
b) De vereiste minimale systolische bloeddruk is 80 mm Hg (10,7 kPa), c.q. bij kinderen niet lager dan twee
standaarddeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd.
c) Als contraststof dient een niet-ionisch middel (bevattend ≥ 300 mg jodium per ml) te worden gebruikt.
d) 1 00 ml contrastmiddel wordt via mechanische injectie intraveneus (bijvoorbeeld in een armvene of in een
centrale veneuze ‘lijn’) toegediend met een flow-snelheid van ≥ 3 ml per seconde.
e) Er worden twee CTA scans vervaardigd. De start van de eerste CTA-scan is 25 seconden na de start van
de injectie van het contrastmiddel. De tweede CTA-scan wordt gestart 60 seconden na de start van injectie.
f) Scan-parameters: detectorcollimatie ≤1mm, pitch van ≤1.5 kV en mAs worden gebaseerd op, en komen
overeen met de instellingen van de lokale CTA-protocollen van het hoofd-hals gebied.
g) Scanrange: ongeanguleerde scan van C3 tot de vertex. Scanrichting: caudocraniaal.
h) Reconstructie met een slice-dikte van ≤1.25, met 50% overlap en een FOV waarbij de gehele schedel wordt
afgebeeld.
Hersendoodprotocool
Modelprocotol postmortale orgaan- en weefseldonatie 2006/2007 35
i) Er kan alleen een uitspraak worden gedaan over cerebrale cirulatiestilstand, en daarmee hersendood, als er
bewijs is dat het contrast daadwerkelijk in de bloedbaan is ingespoten. Dit is het geval indien er sprake is
van contrastvulling in de extracraniële vaten (zijtakken van de arteria carotis externa, zoals de arteria temporalis
superficialis).
j) Het onderzoek wordt bij voorkeur beoordeeld op een werkstation met de mogelijkheid om slab-MIPs in
diversie richtingen te reconstrueren. Intracranieel kan er contrastvulling zichtbaar zijn in de arteria carotis
interna t/m het M1-segment van de arteria cerebri media en het A1-segment van de arteria cerebri anterior,
en tot de basilaristop en het P1-segment van de arteria cerebri posterior.
k) Er is sprake van cerebrale circulatiestilstand, en daarmee hersendood, indien er geen aankleuring optreedt
in beide CTA’s van de arteria pericallosa, corticale arteriën en de diepe veneuze structuren (vena cerebri
interna, vene van Galen en sinus rectus).
4. Verslaglegging
De wijze waarop de hersendood is vastgesteld, dient te worden gedocumenteerd in een verklaring (zie Bijlage
IV ‘formulier vaststelling hersendood’), waarin gegevens worden vastgelegd over de verschillende diagnostische
fasen (prealabale voorwaarden, klinisch-neurologisch en aanvullend onderzoek) en het officiële tijdstip van overlijden,
te weten het moment waarop de definitieve diagnose ‘hersendood’ is vastgesteld. Deze verklaring dient
ondertekend te worden door de (kinder)neuroloog of neurochirurg die het klinisch-neurologisch onderzoek heeft
uitgevoerd.
3.2 Elektro-encefalogram (EEG)
Het vervaardigen van een EEG dient te geschieden door, of onder toezicht van een (kinder)neuroloog met de
bevoegdheid ‘klinische neurofysiologie’.
Technische criteria
a Te gebruiken: alle oppervlakte-elektroden van het 10-20 systeem. Deze behoren een overgangsweerstand
≤ 5 kOhm te hebben. Naaldelektroden mogen slechts worden toegepast, indien tevoren is vastgesteld dat
deze de frequentiebandbreedte van het registratiesysteem niet nadelig beïnvloeden.
b Vereiste gevoeligheid: 20 microvolt/cm.
c Vereiste bandbreedte: 0,27 - 30 Hz (-3dB).
d Afleidingscombinaties: van belang is toepassing van een combinatie met grote interelektrode-afstand. Zo
mogelijk dienen alle elektroden van het 10-20 systeem in de gebruikte afleidingscombinatie continu voor te
komen. Dit impliceert registratie met een EEG-toestel van ten minste 16 kanalen.
e De (effectieve) registratieduur dient ten minste 30 minuten te bedragen.
f Reacties op prikkels dienen te worden nagegaan:
- geluidprikkels: aanbieden ter hoogte van beide oren
- lichtflitsprikkels: zowel hoge (bijvoorbeeld 18 Hz) als lage (1-3 Hz) frequenties toepassen.
Het verdient aanbeveling elektrocardiogram (ECG), ademhaling en bewegingsartefacten mee te registreren.
Een eventueel aanwezig retinogram is niet in strijd met de diagnose iso-elektrisch EEG.
g Tijdens de registratie mogen kortwerkende, spierverslappende middelen gebruikt worden om de eventueel
aanwezige, elektrisch waarneembare spieractiviteit (‘motor-unit’ activiteit) te onderdrukken.
h Brom- en ruisniveaus dienen kleiner dan 5 microvolt te zijn. Eventueel nog aanwezige artefacten dienen
tijdens de registratie als zodanig geduid te worden.
i Het EEG heet ‘iso-elektrisch’ wanneer geen elektrische activiteit van cerebrale oorsprong aanwezig is
j Beoordeling van het EEG via datatransmissie (telefoon, kabel, internet) is niet toegestaan vanwege het risico
van signaalverstoring.
3.3 Apneutest
Dit onderzoek dient te worden verricht door een anesthesioloog, een arts-intensivist, of een longarts, dan wel
een internist of neuroloog met expertise op het gebied van ademhalingsstoornissen.
Alvorens de test uit te voeren gelden de volgende voorwaarden:
a) aanwijzingen voor beademingsafhankelijkheid (zie 3.1)
b) uitsluiting van niet in de hersenen gelegen oorzaken van het ontbreken van spontane ademhaling; naast de
in de prealabele voorwaarden genoemde oorzaken (2.1) dienen uitgesloten te zijn: een hoge cervicale
ruggemerglesie en een dubbelzijdige lesie van de nervus phrenicus
Hersendoodprotocool
Modelprocotol postmortale orgaan- en weefseldonatie 2006/2007 33
c) een vooraf vervaardigd iso-elektrisch EEG (andere werkwijze volgen bij onuitvoerbaarheid elektroencefalografie,
zie 2.3)
Technische criteria
a) Voorbereiding: na 10 minuten kunstmatige beademing met 100 procent zuurstof wordt door aanpassing
van de kunstmatige beademing een paCO2 van 40 mm Hg (5,3 kPa) bereikt (uitgangswaarde), gemeten via
bloedgasanalyse, danwel een paCO2 van ten minste 45 mm Hg (6 kPa) bij personen met een chronische
luchtwegaandoening.
b) Tijdens de test dient:
• via een pulse-oximeter continue registratie te geschieden van de perifere zuurstofsaturatie, die steeds 90
procent of hoger moet zijn
• via een capnograaf, aangesloten op de endotracheale tube, continue registratie plaats te vinden van het
CO2-gehalte in de ademlucht
• een elektrocardiogram te worden vervaardigd ter registratie van hartfrequentie en eventuele hartritmestoornissen
• de bloeddruk - indien geen continue bewaking via een intra-arteriële ‘lijn’ plaatsvindt - met intervallen van
maximaal 3 minuten te worden gemeten; de systolische bloeddruk moet steeds ten minste 80 mmHg
(10,7 kPa) bedragen.
c) De apneutest begint - bij de vereiste paCO2-uitgangswaarde - met het stopzetten van de beademingsmachine,
waarna direct voorzien moet worden in zuurstoftoediening van 6 liter per minuut via een katheter, ingebracht
(bij volwassenen: 20 centimeter) in de endotracheale tube. Bij personen die wegens een verminderde
gaswisseling in de longen vooraf beademing met PEEP (‘positive end expiratory pressure’) ondergingen,
behoort de 100 procent zuurstof niet met een katheter maar via CPAP (‘continuous positive airway pressure’)
te worden toegediend (waarbij de apparatuur is ingesteld op druktriggering, in de gevoeligste stand:
gewoonlijk -2 cm H2O).
d) De apneutest kan worden beëindigd wanneer bij het bereiken van een, via een tweede bloedgasanalyse
gemeten, paCO2 van 50 mm Hg (6,65 kPa) of hoger (danwel 60 mm Hg, ofwel 8 kPa, bij personen met chronische
longaandoeningen) geen ademhalingsbewegingen zijn opgetreden.
Aan de hand van de in het begin gemeten uitgangswaarde kan worden geschat - uitgaande van een gemiddelde
stijging van de paCO2 van 2 mm Hg (0,27 kPa) per minuut - na hoeveel tijd de vereiste minimale
eindwaarde waarschijnlijk zal zijn bereikt (globaal 5 tot 10 minuten).
Ademhalingsbewegingen zijn soms moeilijk te onderscheiden van spierschokken van de borstkas. Wanneer
de capnograaf een tijdelijke stijging van het CO2-gehalte in de ademlucht laat zien, is er sprake van een
echte adembeweging.
e) Bij het optreden van complicaties moet de apneutest worden afgebroken en de beademing meteen worden
hervat; tevens dient de paCO2 te worden bepaald (bloedgasanalyse). De test is dan niet (verder) uitvoerbaar.
Dit geldt onder meer bij:
• daling van de systolische bloeddruk onder 80 mm Hg (10,7 kPa), c.q. bij kinderen meer dan twee standaarddeviaties
onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd (zie tabel 1)
• daling van de via de pulse-oxymeter gemeten zuurstofsaturatie onder 90 procent (bij personen met chronische
longaandoeningen is een daling tot 85 procent aanvaardbaar)
• het optreden van ernstige hartritmestoornissen.
f) Het afbreken van de apneutest houdt in, dat de hersendood (vooralsnog) niet met deze vorm van aanvullend
onderzoek kan worden aangetoond. De kans dat later, bij herhaling, de test wel uitvoerbaar zal blijken, is
klein. Er zijn dan twee mogelijkheden, namelijk:
• te besluiten dat de hersendood niet kan worden gediagnosticeerd
• alsnog trachten via TCD en CTA ter bevestiging, de hersendood definitief vast te stellen.
Hersendoodprotocool
Modelprocotol postmortale orgaan- en weefseldonatie 2006/2007 34
3.4 Transcranieel Doppleronderzoek (TCD)
Het vervaardigen van een TCD dient te geschieden door, of onder toezicht van een KNF-arts of
(kinder)neuroloog met specifieke expertise. Speciaal opgeleide laboranten mogen de test uitvoeren, maar bedoelde
arts dient ter plekke aanwezig te zijn voor de eindbeoordeling van het onderzoek.
Men kan volstaan met onderzoek van de intracraniële vaten (TCD). Onderzoek van de extracraniële vaten is
niet nodig. De test heeft een positieve respons als deze wijst op afwezigheid van hersendoorbloeding.
Technische criteria
a) Men dient eerst de aanwezigheid van een temporaal en suboccipitaal insonatievenster (window) na te gaan.
b) De test bestaat vervolgens uit twee na elkaar uitgevoerde series Dopplermetingen.
c) Te gebruiken apparatuur: pulsed wave machines met een insonatiefrequentie ≤ 2 MHz.
d) De te onderzoeken intracraniële vaten zijn:
• de arteria cerebri media beiderzijds (via het temporale venster) en
• de arteria basilaris (via het suboccipitale venster, waarbij de patiënt dan op de zij ligt).
e) Elke Dopplermeting geschiedt gedurende minimaal 10 hartslagen per bloedvat.
f) De tweede serie metingen dient niet eerder dan twintig minuten na het begin van de eerste serie te worden
gestart. Het gehele onderzoek zal dan circa een half uur in beslag nemen.
g) In beide series metingen dient men een zogenaamd hoge-weerstandsprofiel te registreren. Dit uit zich in de
aanwezigheid van een reverberating pattern of van systolic spikes en wijst op afwezigheid van cerebrale
circulatie.
Opmerkingen
De test is ongeschikt bij het ontbreken van een, voor ultrageluid goed toegankelijk, temporaal of suboccipitaal
venster vanwege een veranderde structuur van het schedelbot (bij 10 tot 15 procent van de patiënten), de
afwezigheid van een ‘starre’ schedel (flexibele schedel, open schedelnaden, schedelfracturen, schedeltrepanatie)
of de aanwezigheid van een ventrikeldrain. De test kan dan een fout-negatieve uitslag geven: cerebrale circulatiestilstand
wordt niet geregistreerd. TCD is ook ongeschikt bij bepaalde ongecorrigeerde cor-vitia, bijvoorbeeld
een ernstige aortoklepinsufficiëntie. Een flowpatroon dat lijkt op een reverberating pattern kan dan een fout-positieve
uitslag geven: ten onrechte wordt de testrespons als ‘cerebrale circulatiestilstand’ geïnterpreteerd.
3.5 CT-angiografie (CTA)
Dit onderzoek dient te worden verricht door een (neuro)radioloog met expertise op het gebied van CTAvaatdiagnostiek
in het hoofd-hals gebied.
Technische criteria
a) De toe te passen methode is cerebrale CT-angiografie (CTA) die kan worden uitgevoerd met een
multi-detector row CT-scanner.
b) De vereiste minimale systolische bloeddruk is 80 mm Hg (10,7 kPa), c.q. bij kinderen niet lager dan twee
standaarddeviaties onder de gemiddelde waarde voor de desbetreffende kinderleeftijd.
c) Als contraststof dient een niet-ionisch middel (bevattend ≥ 300 mg jodium per ml) te worden gebruikt.
d) 1 00 ml contrastmiddel wordt via mechanische injectie intraveneus (bijvoorbeeld in een armvene of in een
centrale veneuze ‘lijn’) toegediend met een flow-snelheid van ≥ 3 ml per seconde.
e) Er worden twee CTA scans vervaardigd. De start van de eerste CTA-scan is 25 seconden na de start van
de injectie van het contrastmiddel. De tweede CTA-scan wordt gestart 60 seconden na de start van injectie.
f) Scan-parameters: detectorcollimatie ≤1mm, pitch van ≤1.5 kV en mAs worden gebaseerd op, en komen
overeen met de instellingen van de lokale CTA-protocollen van het hoofd-hals gebied.
g) Scanrange: ongeanguleerde scan van C3 tot de vertex. Scanrichting: caudocraniaal.
h) Reconstructie met een slice-dikte van ≤1.25, met 50% overlap en een FOV waarbij de gehele schedel wordt
afgebeeld.
Hersendoodprotocool
Modelprocotol postmortale orgaan- en weefseldonatie 2006/2007 35
i) Er kan alleen een uitspraak worden gedaan over cerebrale cirulatiestilstand, en daarmee hersendood, als er
bewijs is dat het contrast daadwerkelijk in de bloedbaan is ingespoten. Dit is het geval indien er sprake is
van contrastvulling in de extracraniële vaten (zijtakken van de arteria carotis externa, zoals de arteria temporalis
superficialis).
j) Het onderzoek wordt bij voorkeur beoordeeld op een werkstation met de mogelijkheid om slab-MIPs in
diversie richtingen te reconstrueren. Intracranieel kan er contrastvulling zichtbaar zijn in de arteria carotis
interna t/m het M1-segment van de arteria cerebri media en het A1-segment van de arteria cerebri anterior,
en tot de basilaristop en het P1-segment van de arteria cerebri posterior.
k) Er is sprake van cerebrale circulatiestilstand, en daarmee hersendood, indien er geen aankleuring optreedt
in beide CTA’s van de arteria pericallosa, corticale arteriën en de diepe veneuze structuren (vena cerebri
interna, vene van Galen en sinus rectus).
4. Verslaglegging
De wijze waarop de hersendood is vastgesteld, dient te worden gedocumenteerd in een verklaring (zie Bijlage
IV ‘formulier vaststelling hersendood’), waarin gegevens worden vastgelegd over de verschillende diagnostische
fasen (prealabale voorwaarden, klinisch-neurologisch en aanvullend onderzoek) en het officiële tijdstip van overlijden,
te weten het moment waarop de definitieve diagnose ‘hersendood’ is vastgesteld. Deze verklaring dient
ondertekend te worden door de (kinder)neuroloog of neurochirurg die het klinisch-neurologisch onderzoek heeft
uitgevoerd.
dinsdag 17 juni 2008 om 09:32
Nederlander naar België voor orgaan
Patiënten die hier in Nederland niet in aanmerking komen voor een nieuw orgaan, kunnen in België binnen drie maanden terecht.
Tekort
De afgelopen drie jaar zijn zeker 50 Nederlanders in België aan een orgaan geholpen, meldt NOVA. In Nederland is een tekort aan organen. Daarom zijn in Nederland de criteria om op de wachtlijst voor een orgaandonatie te komen heel streng. In België zijn de criteria minder streng.
Automatisch
In België ben je automatisch donor, tenzij je bezwaar maakt. Daarom zijn er tweemaal zoveel donoren als hier. In Nederland ben je geen donor tot je zelf aangeeft dat je dat wel wilt.
Minister Klink van Volksgezondheid heeft aangegeven geen reden te zien om het orgaanbeleid in ons land te wijzigen.
Patiënten die hier in Nederland niet in aanmerking komen voor een nieuw orgaan, kunnen in België binnen drie maanden terecht.
Tekort
De afgelopen drie jaar zijn zeker 50 Nederlanders in België aan een orgaan geholpen, meldt NOVA. In Nederland is een tekort aan organen. Daarom zijn in Nederland de criteria om op de wachtlijst voor een orgaandonatie te komen heel streng. In België zijn de criteria minder streng.
Automatisch
In België ben je automatisch donor, tenzij je bezwaar maakt. Daarom zijn er tweemaal zoveel donoren als hier. In Nederland ben je geen donor tot je zelf aangeeft dat je dat wel wilt.
Minister Klink van Volksgezondheid heeft aangegeven geen reden te zien om het orgaanbeleid in ons land te wijzigen.
dinsdag 17 juni 2008 om 10:26
Meds, dank voor je zeer onderbouwde bijdragen. Maar mensen vinden altijd wel een reden om geen donor te willen zijn.
Voor de een is het privacy (al hoor je zelden precies waarvoor ze dan bang zijn), voor de ander is het een behouden aankomst in het hiernamaals (vergeet dan niet je zakken te ontdoen van gejatte dingen, Brummetje, daar geven ze aan de hemelpoort een minpuntje voor). Sommigen denken zelfs een deel van andermans persoonlijkheid over te nemen met een ander orgaan, iets wat je toch eerder bij wilde stammen zou vermoeden dan bij Nederlanders in de 21e eeuw.
Maar de ervaring leert dat al die argumenten stuk voor stuk omvallen, zodra mensen zélf een orgaan nodig hebben.
Mijn voorstel is al jaren hetzelfde: ontdoe de discussie van alle emotionele en bijgeloofsbalast, en beschouw het als een afspraak tussen een groep mensen. Die werkt op basis van wederkerigheid. Afspraak: allemaal wat inleggen (donor worden) en zodra er een orgaan vrijkomt, krijgt iemand die van de groep deel uitmaakt voorrang.
En om te zorgen dat alleen die mensen erbuiten vallen die er echt goed over hebben nagedacht: schakel over op een systeem waarbij iedereen in principe donor is, tenzij hij/zij dat uitdrukkelijk niet wil. Dat is hun keuze. Ze moeten dan alleen wel achter in de rij aansluiten.
Dat bespraat mensen als Tonkje een hoop hoofdbrekens over hun principes (die, als puntje bij paaltje komt, niet langer dan vijf minuten standhouden). En veel belangrijker: het levert meer organen op, waardoor minder mensen komen te overlijden, voor wie er geen orgaan is.
En hoe je het ook wendt of keert: een deel van hen overlijdt omdat veel mensen het 'eng' vinden om hierover na te denken of te beroerd zijn een formuliertje in te vullen.
Voor de een is het privacy (al hoor je zelden precies waarvoor ze dan bang zijn), voor de ander is het een behouden aankomst in het hiernamaals (vergeet dan niet je zakken te ontdoen van gejatte dingen, Brummetje, daar geven ze aan de hemelpoort een minpuntje voor). Sommigen denken zelfs een deel van andermans persoonlijkheid over te nemen met een ander orgaan, iets wat je toch eerder bij wilde stammen zou vermoeden dan bij Nederlanders in de 21e eeuw.
Maar de ervaring leert dat al die argumenten stuk voor stuk omvallen, zodra mensen zélf een orgaan nodig hebben.
Mijn voorstel is al jaren hetzelfde: ontdoe de discussie van alle emotionele en bijgeloofsbalast, en beschouw het als een afspraak tussen een groep mensen. Die werkt op basis van wederkerigheid. Afspraak: allemaal wat inleggen (donor worden) en zodra er een orgaan vrijkomt, krijgt iemand die van de groep deel uitmaakt voorrang.
En om te zorgen dat alleen die mensen erbuiten vallen die er echt goed over hebben nagedacht: schakel over op een systeem waarbij iedereen in principe donor is, tenzij hij/zij dat uitdrukkelijk niet wil. Dat is hun keuze. Ze moeten dan alleen wel achter in de rij aansluiten.
Dat bespraat mensen als Tonkje een hoop hoofdbrekens over hun principes (die, als puntje bij paaltje komt, niet langer dan vijf minuten standhouden). En veel belangrijker: het levert meer organen op, waardoor minder mensen komen te overlijden, voor wie er geen orgaan is.
En hoe je het ook wendt of keert: een deel van hen overlijdt omdat veel mensen het 'eng' vinden om hierover na te denken of te beroerd zijn een formuliertje in te vullen.
dinsdag 17 juni 2008 om 10:40
Meds, ik heb er veel over gelezen. En ik heb ook nu zorgvuldig jouw posts gelezen. Ik weet natuurlijk echt niet of het al dan niet pijn zal doen. Maar ik heb te vaak gelezen, op TV gezien en tijdens mijn studie (HBO-V) gehoord dat ze echt heel veel van de (werking van) de hersenen gewoon nog niet weten.
Ik blijf hoe dan ook orgaan donor. Maar ik wil (als het ooit zover zou komen) toch echt graag onder narcose.
Ik blijf hoe dan ook orgaan donor. Maar ik wil (als het ooit zover zou komen) toch echt graag onder narcose.
dinsdag 17 juni 2008 om 10:50
Meds, ik heb de protocollen gelezen. En dank voor je zorgvuldigheid en ook je uitgebreide informatie in dit topic. Je bent in mijn ogen beslist een goed pleitbezorgster van het donor-worden.
Ik realiseer me door dit topic en het topic over 'waarom willen mensen kinderen' dat ik ben gaan nadenken over de mogelijkheid van mensen om in te grijpen in levensverwekking en het sterven van de mens.
Dat heeft vermoedelijk te maken met mijn absolute onbegrip voor de angst om te sterven. Ik begrijp het niet dat mensen bang zijn om dood te gaan. Ik begrijp die behoefte om je vast te klampen aan iedere strohalm om maar te blijven niet. Vooral omdat in veel gevallen de kwaliteit van leven na dergelijke ingrepen niet per definitie beter hoeft te worden.
Ik begrijp de paniek die men kan hebben t.a.v. de verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld je kinderen en dat je daarom niet dood wilt. Of dat een partner achterblijft. Of meerdere andere dierbaren.
Enerzijds zou ik me gebrek aan inlevingsvermogen kunnen afvragen. Maar in essentie is het juist mijn vertrouwen in de mens dat ik oprecht geloof dat een mens tot veel in staat is, ook tot het aankunnen van de dood van een geliefde. Dat het een beproeving is staat buiten kijf. Maar het is geen onmenselijke beproeving. Het is mens eigen.
En als het op bevruchting aankomt, begrijp ik eenvoudigweg niet dat iemand die graag kinderen wil, alleen maar kinderen van zichzelf wil en derhalve kapitalen uit laat geven door de samenleving (en zij zelf) die aan zo veel al rondlopende kinderen besteed zouden kunnen worden.
Begrijp me goed, ik heb geen oordeel over diegenen die dit anders zien. Ieder mens leeft zijn leven naar zijn mogelijkheden en omstandigheden en de daaruit voortvloeiende keuzes die een mens maakt.
Maar ik heb ontdekt dat ik er inmiddels zo over denk. En ik ben blij dat wij in een samenleving leven waarin wij daarin ieder onze eigen keuzes kunnen maken. Zodat diegenen donor kunnen zijn of donororganen kunnen krijgen, wanneer zij dit graag willen voor zichzelf. En mensen kinderen kunnen (laten) maken om aan hun kinderwens te kunnen voldoen.
Ik realiseer me door dit topic en het topic over 'waarom willen mensen kinderen' dat ik ben gaan nadenken over de mogelijkheid van mensen om in te grijpen in levensverwekking en het sterven van de mens.
Dat heeft vermoedelijk te maken met mijn absolute onbegrip voor de angst om te sterven. Ik begrijp het niet dat mensen bang zijn om dood te gaan. Ik begrijp die behoefte om je vast te klampen aan iedere strohalm om maar te blijven niet. Vooral omdat in veel gevallen de kwaliteit van leven na dergelijke ingrepen niet per definitie beter hoeft te worden.
Ik begrijp de paniek die men kan hebben t.a.v. de verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld je kinderen en dat je daarom niet dood wilt. Of dat een partner achterblijft. Of meerdere andere dierbaren.
Enerzijds zou ik me gebrek aan inlevingsvermogen kunnen afvragen. Maar in essentie is het juist mijn vertrouwen in de mens dat ik oprecht geloof dat een mens tot veel in staat is, ook tot het aankunnen van de dood van een geliefde. Dat het een beproeving is staat buiten kijf. Maar het is geen onmenselijke beproeving. Het is mens eigen.
En als het op bevruchting aankomt, begrijp ik eenvoudigweg niet dat iemand die graag kinderen wil, alleen maar kinderen van zichzelf wil en derhalve kapitalen uit laat geven door de samenleving (en zij zelf) die aan zo veel al rondlopende kinderen besteed zouden kunnen worden.
Begrijp me goed, ik heb geen oordeel over diegenen die dit anders zien. Ieder mens leeft zijn leven naar zijn mogelijkheden en omstandigheden en de daaruit voortvloeiende keuzes die een mens maakt.
Maar ik heb ontdekt dat ik er inmiddels zo over denk. En ik ben blij dat wij in een samenleving leven waarin wij daarin ieder onze eigen keuzes kunnen maken. Zodat diegenen donor kunnen zijn of donororganen kunnen krijgen, wanneer zij dit graag willen voor zichzelf. En mensen kinderen kunnen (laten) maken om aan hun kinderwens te kunnen voldoen.
dinsdag 17 juni 2008 om 10:53
Frits schreef : "Mijn voorstel is al jaren hetzelfde: ontdoe de discussie van alle emotionele en bijgeloofsbalast, en beschouw het als een afspraak tussen een groep mensen. Die werkt op basis van wederkerigheid. Afspraak: allemaal wat inleggen (donor worden) en zodra er een orgaan vrijkomt, krijgt iemand die van de groep deel uitmaakt voorrang.
En om te zorgen dat alleen die mensen erbuiten vallen die er echt goed over hebben nagedacht: schakel over op een systeem waarbij iedereen in principe donor is, tenzij hij/zij dat uitdrukkelijk niet wil. Dat is hun keuze. Ze moeten dan alleen wel achter in de rij aansluiten."
Mee eens. Dat zou een beter systeem zijn. Met als groot voordeel dat mensen daarmee gericht nadenken en zich bewust worden wat donorschap inhoudt. En dus over leven en dood.
En om te zorgen dat alleen die mensen erbuiten vallen die er echt goed over hebben nagedacht: schakel over op een systeem waarbij iedereen in principe donor is, tenzij hij/zij dat uitdrukkelijk niet wil. Dat is hun keuze. Ze moeten dan alleen wel achter in de rij aansluiten."
Mee eens. Dat zou een beter systeem zijn. Met als groot voordeel dat mensen daarmee gericht nadenken en zich bewust worden wat donorschap inhoudt. En dus over leven en dood.