Werk & Studie
alle pijlers
Oke, toch een nieuw onderwerp wat betreft schrijven...
vrijdag 8 februari 2008 om 22:14
...van artikelen en columns. Ik weet van Mastermind en Lindy dat zij op dit gebied succesvol zijn, en hoewel ik erg lang in het ongewisse ben gebleven betreffende wat nu toch te willen worden, kom ik toch terug op mijn jeugdwens: schrijfster worden.
Ten tijde van de digiwebstrijd (tweede plaats, grmbl) hebben enkele mensen mij over de streep moeten trekken om mee te doen. Alleen had ik het nooit aangedurfd, faalangst en vermeende onkunde. Nu ben ik best een leuk schrijvertje hoor, en kan ik behoorlijk goed argumenteren. Maar ik ben niet meer dan een middelmootje, en zie dat graag veranderen. In mijn zelfmedelijdende act van vandaag heb ik -tot mijn schaamte- insgeschreven voor een cursus schrijven bij de LOI. Staat iig best leuk op je CV, denk ik dan maar.
Ook heb ik veel magazines gecontacteerd, waaronder Psychologie Magazine en damesbladen. Columns, stukken met een bepaald thema, het maakt me niet uit, zolang ik maar een soort van schrijversportfolio kan samenstellen. Uiteindelijk, na afstuderen, wordt er natuurlijk ook wel een beetje verwacht een filosofisch getint boekje te schrijven. Ook heb ik plannen om een boek over mijn leven te schrijven, over hoereren en over de rest van mijn roerig leven. Probleem is, dat ik niet durf. Tips, schoppen onder mijn bevallige derriere of andersoortige posts zijn van harte welkom. Ik wil hier niet klagen over mijn onkunde, maar vooruit kijken. Al is dat toch een beetje lastig, omdat ik mij tov velen minderwaardig voel (en dat voor iemand die erg knap is en buitengewoon intelligent en avontuurlijk).
Wie helpt mij op weg?
Ten tijde van de digiwebstrijd (tweede plaats, grmbl) hebben enkele mensen mij over de streep moeten trekken om mee te doen. Alleen had ik het nooit aangedurfd, faalangst en vermeende onkunde. Nu ben ik best een leuk schrijvertje hoor, en kan ik behoorlijk goed argumenteren. Maar ik ben niet meer dan een middelmootje, en zie dat graag veranderen. In mijn zelfmedelijdende act van vandaag heb ik -tot mijn schaamte- insgeschreven voor een cursus schrijven bij de LOI. Staat iig best leuk op je CV, denk ik dan maar.
Ook heb ik veel magazines gecontacteerd, waaronder Psychologie Magazine en damesbladen. Columns, stukken met een bepaald thema, het maakt me niet uit, zolang ik maar een soort van schrijversportfolio kan samenstellen. Uiteindelijk, na afstuderen, wordt er natuurlijk ook wel een beetje verwacht een filosofisch getint boekje te schrijven. Ook heb ik plannen om een boek over mijn leven te schrijven, over hoereren en over de rest van mijn roerig leven. Probleem is, dat ik niet durf. Tips, schoppen onder mijn bevallige derriere of andersoortige posts zijn van harte welkom. Ik wil hier niet klagen over mijn onkunde, maar vooruit kijken. Al is dat toch een beetje lastig, omdat ik mij tov velen minderwaardig voel (en dat voor iemand die erg knap is en buitengewoon intelligent en avontuurlijk).
Wie helpt mij op weg?
anoniem_60552 wijzigde dit bericht op 08-02-2008 22:15
Reden: nou, mijn eerste typo is alweer binnen
Reden: nou, mijn eerste typo is alweer binnen
% gewijzigd
donderdag 14 februari 2008 om 15:00
Liefdesverhaaltje
Daan knipt het lichtje uit. Ik draai me op mijn zij. Geen makkelijke slaaphouding, ik weet nu alweer dat ik vannacht minstens een keer wakker ga worden met pijn in mijn heupen, en dat kussen is ook te warm onder mijn oor. Op mijn buik slapen durf ik niet meer en op mijn rug lig ik ook niet onprettig, Vena cava syndroom, heb ik op internet gelezen, iets met een holle ader die dichtgedrukt wordt. Hoe dan ook. Ik moet er maar aan wennen dat lekker slapen er de komende tijd niet bij zal zijn.
Daan geeft me nog een zoen, draait zich om en ik kruip dichter tegen hem aan, mijn buik tegen zijn rug. Vannacht zal ik het waarschijnlijk weer te warm hebben, maar voor nu is het wel behaaglijk. Ik luister naar zijn ademhaling en vraag me af of ik in slaap val als ik in hetzelfde ritme probeer te ademen. In mijn buik voel ik dat geruststellende gevoel, die subtiele golfbeweging. Hij is in ieder geval wakker en zal de komende uren ook wakker blíjven.
Weer beweging, nu wat minder subtiel. Daan kreunt even. Jammer dat hij slaapt, of zou hij het toch gevoeld hebben, dat kleine schopje tegen zijn rug?
Anders zal het echt niet lang meer duren. Er zit steeds meer kracht in die kleine beentjes. Nog even aai ik over mijn buik en zucht diep. Ik ben gelukkig.
Daar liggen we dan, met z'n drieën. Ons gezin.
Daan knipt het lichtje uit. Ik draai me op mijn zij. Geen makkelijke slaaphouding, ik weet nu alweer dat ik vannacht minstens een keer wakker ga worden met pijn in mijn heupen, en dat kussen is ook te warm onder mijn oor. Op mijn buik slapen durf ik niet meer en op mijn rug lig ik ook niet onprettig, Vena cava syndroom, heb ik op internet gelezen, iets met een holle ader die dichtgedrukt wordt. Hoe dan ook. Ik moet er maar aan wennen dat lekker slapen er de komende tijd niet bij zal zijn.
Daan geeft me nog een zoen, draait zich om en ik kruip dichter tegen hem aan, mijn buik tegen zijn rug. Vannacht zal ik het waarschijnlijk weer te warm hebben, maar voor nu is het wel behaaglijk. Ik luister naar zijn ademhaling en vraag me af of ik in slaap val als ik in hetzelfde ritme probeer te ademen. In mijn buik voel ik dat geruststellende gevoel, die subtiele golfbeweging. Hij is in ieder geval wakker en zal de komende uren ook wakker blíjven.
Weer beweging, nu wat minder subtiel. Daan kreunt even. Jammer dat hij slaapt, of zou hij het toch gevoeld hebben, dat kleine schopje tegen zijn rug?
Anders zal het echt niet lang meer duren. Er zit steeds meer kracht in die kleine beentjes. Nog even aai ik over mijn buik en zucht diep. Ik ben gelukkig.
Daar liggen we dan, met z'n drieën. Ons gezin.
Don't waste your time on jealousy,
Sometimes you're ahead, sometimes you're behind.
Sometimes you're ahead, sometimes you're behind.
donderdag 14 februari 2008 om 15:38
Ik heb her en der wat wijzigingen aangebracht. Het vetgedrukte stukje 'alles was verpest' is bedoeld om aan te geven dat je in je stukje de verleden tijd en tegenwoordige tijd door elkaar gebruikt. Dat is niet handig in één boodschap. Wel bijvoorbeeld in een weblog in verschillende alinea's om maar wat aan te geven. Wel al veel beter hoor! En niet vergeten, heb zeer weinig schrijversachtergrond. Doe gewoon mee omdat ik dit wel een leuk constructief topic vind.
Het is mij: shaHla (Iranian version)
donderdag 14 februari 2008 om 16:39
Ik heb mijn stuk wat aangepast, en Arnout een schop gegeven: geen minnaar meer in mijn stuk. Is het zo duidelijker? En de bewakers zijn iets minder gemeen nu.
Zijn auto parkeert hij een eindje van de ingang vandaan. Zo kan hij net haar raam zien. Geen beweging. Hij tuurt een paar minuten naar het raam, in gedachten verzonken. Dan pakt hij de roos, en stapt uit.
'Goedemorgen, naam en paspoort graag.'
'Van der Laak, voor Sonja van der Laak.'
De bewaakster kijkt op: 'Meneer van der Laak, u hier?'
Hij glimlacht vriendelijk.
'Mag ik u iets vragen? Waarom komt u nog steeds?'
'Ik kan niet anders, mevrouw.'
Hij geeft zijn horloge, zijn portemonnee en zijn autosleutels af bij twee bewakers. Terwijl hij wegloopt hoort hij ze praten over hun nieuwste veroveringen. Ze doen maar, denkt hij, ze weten niet hoe het voelt om echt van iemand te houden.
Een forse man brengt hem door de gang naar de bezoekersruimte. Door het raam kan hij haar zien aankomen. Haar boeien worden losgemaakt voor ze gaat zitten. Wat ziet ze er mooi uit vandaag, met haar blonde haren slordig opgestoken en haar lippen gestift. Zou er een kus inzitten vandaag?
'Koffie, meneer?'
'Ja, graag.'
'Met suiker, melk of heeft u liever nog een lepeltje arsenicum?'
Een bulderende lach vult de gang. Van der Laak krimpt ineen.
Hij mag naar binnen. Ze kijkt op.
'Jij? Wat moet je van me?'
'Ik kom Valentijnsdag met je vieren. Ik heb een roos voor je meegenomen.'
Ze zwijgt.
'Ik hoopte... ik wil een nieuwe start maken met je. Ik wil met je samen zijn. Ik heb het je allang vergeven.'
'Wat ben je toch een loser. Doodzonde dat het me toen niet gelukt is. Ik kan die rotkop van je niet meer verdragen.'
De forse bewaker opent de deur. De tijd is om. Hij loopt naar buiten. Bij de uitgang geeft hij de roos aan de vriendelijke bewaakster. 'Wilt u die bij haar post doen? Tot volgende week.'
Zijn auto parkeert hij een eindje van de ingang vandaan. Zo kan hij net haar raam zien. Geen beweging. Hij tuurt een paar minuten naar het raam, in gedachten verzonken. Dan pakt hij de roos, en stapt uit.
'Goedemorgen, naam en paspoort graag.'
'Van der Laak, voor Sonja van der Laak.'
De bewaakster kijkt op: 'Meneer van der Laak, u hier?'
Hij glimlacht vriendelijk.
'Mag ik u iets vragen? Waarom komt u nog steeds?'
'Ik kan niet anders, mevrouw.'
Hij geeft zijn horloge, zijn portemonnee en zijn autosleutels af bij twee bewakers. Terwijl hij wegloopt hoort hij ze praten over hun nieuwste veroveringen. Ze doen maar, denkt hij, ze weten niet hoe het voelt om echt van iemand te houden.
Een forse man brengt hem door de gang naar de bezoekersruimte. Door het raam kan hij haar zien aankomen. Haar boeien worden losgemaakt voor ze gaat zitten. Wat ziet ze er mooi uit vandaag, met haar blonde haren slordig opgestoken en haar lippen gestift. Zou er een kus inzitten vandaag?
'Koffie, meneer?'
'Ja, graag.'
'Met suiker, melk of heeft u liever nog een lepeltje arsenicum?'
Een bulderende lach vult de gang. Van der Laak krimpt ineen.
Hij mag naar binnen. Ze kijkt op.
'Jij? Wat moet je van me?'
'Ik kom Valentijnsdag met je vieren. Ik heb een roos voor je meegenomen.'
Ze zwijgt.
'Ik hoopte... ik wil een nieuwe start maken met je. Ik wil met je samen zijn. Ik heb het je allang vergeven.'
'Wat ben je toch een loser. Doodzonde dat het me toen niet gelukt is. Ik kan die rotkop van je niet meer verdragen.'
De forse bewaker opent de deur. De tijd is om. Hij loopt naar buiten. Bij de uitgang geeft hij de roos aan de vriendelijke bewaakster. 'Wilt u die bij haar post doen? Tot volgende week.'
anoniem_43033 wijzigde dit bericht op 14-02-2008 16:55
Reden: kleurtje toegevoegd
Reden: kleurtje toegevoegd
% gewijzigd
donderdag 14 februari 2008 om 16:54
Omwille van de werkende mensjes, en de menschen die bij moeders gaan eten enzo, stel ik voor om de deadline van het liefdesverhaal een klein beetje op te rekken
Oftewel, ikke wil ook een liefdesstukje schrijven, maar ik word eigenlijk over 5 minuten bij Mastermamma verwacht (en moet nog twintig minuten rijden )
Oftewel, ikke wil ook een liefdesstukje schrijven, maar ik word eigenlijk over 5 minuten bij Mastermamma verwacht (en moet nog twintig minuten rijden )
anoniem_10333 wijzigde dit bericht op 14-02-2008 16:55
Reden: drukte op send voordat ik de smileys had toegevoegd
Reden: drukte op send voordat ik de smileys had toegevoegd
% gewijzigd
donderdag 14 februari 2008 om 17:52
donderdag 14 februari 2008 om 17:59
Ik vind dit een leuk topic en wil ook meedoen! Alhoewel ik al een boek op mijn naam heb staan en een flink aantal artikelen, is het toch reuze eng. Want ik schrijf altijd zakelijk en krijg dat goed voor elkaar. Maar goed, een stukje fictie, al is het maar om de reacties erop te zien.
Soep met ballen zal nooit met hetzelfde zijn
donderdag 14 februari 2008 om 18:06
Als het volmaakte komt
"Alles is liefde, aaaallllees is liefde," zingt Bløf me wakker. Nog half in slaap bedenk ik me dat wakker worden met Bløf geen liefde is. Tenzij echt alles liefde is, natuurlijk. De gedachte fascineert me. Ik weet niet wat liefde is en heb me dat al vaak afgevraagd. Zou ik het herkennen als ik het tegenkom? Is het echt?
Ik ga op mijn rug liggen. Terwijl mijn ogen op de lamp vallen, neem ik in gedachten aan dat alles liefde is. Dan is die lamp ook liefde. Mijn gewone doordeweekse rijstlamp die ik voor een prikkie bij de Xenos heb gekocht, is liefde. Als ik die lamp vastpak, hou ik liefde vast. Zou het zo eenvoudig zijn? Ik ben nog te loom om op te staan, maar als de lamp liefde is, dan is mijn deken dat ook. En de lucht. Ik steek mijn handen omhoog, grijp in de lucht en bekijk de inhoud van mijn handen. Niets. Alles is liefde en liefde is niets. Hier kom ik niet verder mee. Op dat moment besluit ik de liefde te zoeken.
In deze moderne tijden begint elke zoektocht op google, dus ook mijn zoektocht naar liefde. De zoekterm 'liefde' geeft het maximum aantal hits. Snel scroll ik door de eerste pagina's heen en ik zie drie steeds terugkerende categorieën: Seks, familie, en het geloof. Daar moet ik dus zoeken. Ik besluit bij de familie te beginnen en bel mijn moeder.
"Hoi mam, met mij."
"Jij! Waarom bel jij me? Is er iets gebeurd?"
"Nee hoor, ik bel zo maar, of eigenlijk om uit te vinden of je van me houdt, of ik van jou," weet ik uit te brengen.
Ik hoor haar zuchten.
"Heb je weer rare gedachten in je hoofd? Ik had je toch gezegd dat ik niet meer wil dat je me belt. Tenzij er iets ergs is. Iets met de familie of zo. Verder wil ik je niet horen en niet zien, je bent te raar, ik ben klaar met jou."
Ze hangt op zonder af te sluiten. Alleen bellen als er iets ergs is, dat voelt niet als liefde. Ik schrap familie van mijn lijstje.
"Was dit nou liefde?" vraag ik aan de dame van lichte zeden terwijl ik het geld neer leg. Ze lacht.
"Nee jongen, dit was geen liefde, dit was sex."
"Maar is sex geen liefde dan?"
Ze kijkt me onderzoekend aan.
"Goed, dan was dit liefde, zolang je me er maar voor betaalt."
Ik twijfel, zo gemakkelijk kan het niet zijn.
"Ik laat het er maar bij," antwoord ik, "maar bedankt voor je eerlijkheid."
Als ik bij de deur sta, zegt ze:
"Waarom ga je niet naar de McDonalds, die is een eindje verderop."
"De McDonalds? Wat moet ik daar?"
"Eten, natuurlijk. Je bent toch op zoek naar liefde? Bij een man schijnt die door de maag te gaan."
Ik geef haar 20 euro extra en vertrek richting centrum.
Laat ik daar kort over zijn, eten is geen liefde. Tenminste, niet bij de McDonalds. Van het eten voel ik me beroerd, het personeel heeft nauwelijks aandacht voor me, mijn medemensen zijn luidruchtig en morsen frisdrank over mij, alles is standaard, voorverpakt en lauw en aan het eind ben ik vooral plakkerig en zout. Dat ik niet weet wat liefde is, betekent niet dat ik niet weet wat geen liefde is. Liefde is niet alles en niet alles is liefde, zoveel is me duidelijk. Bløf slaat de plank daar gewoon mis. En waarom ook niet, als je je levenslessen uit liedteksten haalt, hoe sneu ben je dan? Ik schrap eten en sex van mijn lijstje.
Alleen God blijft over. Maar God heb ik al eens gezocht. God is overal, alomtegenwoordig, eeuwig en almachtig. Waarom zie ik hem dan niet, waarom kan ik hem niet vinden? Dagenlang heb ik gedwaald, gevraagd, gezocht maar ondanks zijn alomtegenwoordigheid kwam ik hem niet tegen. Eigenlijk net als nu met de liefde.
Dan valt het kwartje.
God is liefde! Ze zijn allebei tegelijk alles en onvindbaar. Dezelfde paradox vraagt om dezelfde oplossing. Nog één keer pak ik de Bijbel er bij.
"Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets," lees ik. Maar ik geloof niet meer. Ik heb de liefde niet, maar ben zeker niet niets, ik ben gelukkig met wie ik ben en dat is voor mij voldoende. Vanaf nu geloof ik niet meer in God of in liefde. Ik geloof in geluk. Dat is tenminste vindbaar.
"Alles is liefde, aaaallllees is liefde," zingt Bløf me wakker. Nog half in slaap bedenk ik me dat wakker worden met Bløf geen liefde is. Tenzij echt alles liefde is, natuurlijk. De gedachte fascineert me. Ik weet niet wat liefde is en heb me dat al vaak afgevraagd. Zou ik het herkennen als ik het tegenkom? Is het echt?
Ik ga op mijn rug liggen. Terwijl mijn ogen op de lamp vallen, neem ik in gedachten aan dat alles liefde is. Dan is die lamp ook liefde. Mijn gewone doordeweekse rijstlamp die ik voor een prikkie bij de Xenos heb gekocht, is liefde. Als ik die lamp vastpak, hou ik liefde vast. Zou het zo eenvoudig zijn? Ik ben nog te loom om op te staan, maar als de lamp liefde is, dan is mijn deken dat ook. En de lucht. Ik steek mijn handen omhoog, grijp in de lucht en bekijk de inhoud van mijn handen. Niets. Alles is liefde en liefde is niets. Hier kom ik niet verder mee. Op dat moment besluit ik de liefde te zoeken.
In deze moderne tijden begint elke zoektocht op google, dus ook mijn zoektocht naar liefde. De zoekterm 'liefde' geeft het maximum aantal hits. Snel scroll ik door de eerste pagina's heen en ik zie drie steeds terugkerende categorieën: Seks, familie, en het geloof. Daar moet ik dus zoeken. Ik besluit bij de familie te beginnen en bel mijn moeder.
"Hoi mam, met mij."
"Jij! Waarom bel jij me? Is er iets gebeurd?"
"Nee hoor, ik bel zo maar, of eigenlijk om uit te vinden of je van me houdt, of ik van jou," weet ik uit te brengen.
Ik hoor haar zuchten.
"Heb je weer rare gedachten in je hoofd? Ik had je toch gezegd dat ik niet meer wil dat je me belt. Tenzij er iets ergs is. Iets met de familie of zo. Verder wil ik je niet horen en niet zien, je bent te raar, ik ben klaar met jou."
Ze hangt op zonder af te sluiten. Alleen bellen als er iets ergs is, dat voelt niet als liefde. Ik schrap familie van mijn lijstje.
"Was dit nou liefde?" vraag ik aan de dame van lichte zeden terwijl ik het geld neer leg. Ze lacht.
"Nee jongen, dit was geen liefde, dit was sex."
"Maar is sex geen liefde dan?"
Ze kijkt me onderzoekend aan.
"Goed, dan was dit liefde, zolang je me er maar voor betaalt."
Ik twijfel, zo gemakkelijk kan het niet zijn.
"Ik laat het er maar bij," antwoord ik, "maar bedankt voor je eerlijkheid."
Als ik bij de deur sta, zegt ze:
"Waarom ga je niet naar de McDonalds, die is een eindje verderop."
"De McDonalds? Wat moet ik daar?"
"Eten, natuurlijk. Je bent toch op zoek naar liefde? Bij een man schijnt die door de maag te gaan."
Ik geef haar 20 euro extra en vertrek richting centrum.
Laat ik daar kort over zijn, eten is geen liefde. Tenminste, niet bij de McDonalds. Van het eten voel ik me beroerd, het personeel heeft nauwelijks aandacht voor me, mijn medemensen zijn luidruchtig en morsen frisdrank over mij, alles is standaard, voorverpakt en lauw en aan het eind ben ik vooral plakkerig en zout. Dat ik niet weet wat liefde is, betekent niet dat ik niet weet wat geen liefde is. Liefde is niet alles en niet alles is liefde, zoveel is me duidelijk. Bløf slaat de plank daar gewoon mis. En waarom ook niet, als je je levenslessen uit liedteksten haalt, hoe sneu ben je dan? Ik schrap eten en sex van mijn lijstje.
Alleen God blijft over. Maar God heb ik al eens gezocht. God is overal, alomtegenwoordig, eeuwig en almachtig. Waarom zie ik hem dan niet, waarom kan ik hem niet vinden? Dagenlang heb ik gedwaald, gevraagd, gezocht maar ondanks zijn alomtegenwoordigheid kwam ik hem niet tegen. Eigenlijk net als nu met de liefde.
Dan valt het kwartje.
God is liefde! Ze zijn allebei tegelijk alles en onvindbaar. Dezelfde paradox vraagt om dezelfde oplossing. Nog één keer pak ik de Bijbel er bij.
"Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets," lees ik. Maar ik geloof niet meer. Ik heb de liefde niet, maar ben zeker niet niets, ik ben gelukkig met wie ik ben en dat is voor mij voldoende. Vanaf nu geloof ik niet meer in God of in liefde. Ik geloof in geluk. Dat is tenminste vindbaar.
Soep met ballen zal nooit met hetzelfde zijn
donderdag 14 februari 2008 om 19:27
Jezusmina. Ik had vanmiddag al even snel gescrolld om te kijken of er reacties waren, maar dit zijn er wel heel erg veel.
Ik ben net thuis, moet nog eten, en moet ook nog beginnen aan mijn eigen stukje. En dan zoveel andere stukjes. Wauw. Cool dat schrijven zo leeft.
Bear with me, alsjeblieft. Ik had niet zoveel reacties verwacht, dus het duurt allemaal even. Tot straks!
Ik ben net thuis, moet nog eten, en moet ook nog beginnen aan mijn eigen stukje. En dan zoveel andere stukjes. Wauw. Cool dat schrijven zo leeft.
Bear with me, alsjeblieft. Ik had niet zoveel reacties verwacht, dus het duurt allemaal even. Tot straks!
Am Yisrael Chai!
donderdag 14 februari 2008 om 19:53
donderdag 14 februari 2008 om 22:49
Merk dat ik het echt moeilijk vind om feedback te geven. In mijn hoofd lopen inhoud en vorm zo erg door elkaar dat ik ook niet meer weet wie wat waar en waarom. überhaupt niet hoor, trouwens , ben alleen gortdroge artikelen gewend.
Hebben de ervaren publicisten hier misschien ook richtlijnen voor? Zodat we elkaar /onszelf daar meer mee kunnen (be)helpen?
Om te beginnen is een verhalenstop inderdaad wel een goed idee denk ik. Dan kan iedereen stressloos bijlezen en bijkomen.
Hebben de ervaren publicisten hier misschien ook richtlijnen voor? Zodat we elkaar /onszelf daar meer mee kunnen (be)helpen?
Om te beginnen is een verhalenstop inderdaad wel een goed idee denk ik. Dan kan iedereen stressloos bijlezen en bijkomen.
anoniem_58180 wijzigde dit bericht op 14-02-2008 22:49
Reden: nou nou
Reden: nou nou
% gewijzigd
donderdag 14 februari 2008 om 22:58
'Snap je het dan niet?'
Ik kijk hem aan, zo lang dat het lijkt alsof de wereld alleen nog maar uit zijn bruine ogen bestaat. Zijn lieve bruine ogen, waar ik zo vaak een zweem groen in denk te zien. Mijn stem hapert.
'Ik kan het niet.'
Het is nauwelijks verstaanbaar, dus ik haal adem en zeg het hardop nog een keer.
'Ik kan het niet.'
De gekwetste blik waarmee hij me soms aankijkt is op slag terug. Wat ben ik ook een trut.
'Het ligt niet aan jou. Tim... hè verdomme, Timmy heeft me verpest. Ik bedoel, het zou nooit goed gaan. Het is alsof jij uit Family Ties komt en ik uit Married with Children. Weet ik het. Scarface meets Titanic. Het kan gewoon niet, okee?'
Ik wou dat hij boos werd. Hij komt dichterbij, waardoor ik zijn adem over mijn wang voel strijken. Als ik nu naar voren leun val ik in de holte van zijn schouder. Hij ruikt altijd naar wasverzachter en doucheschuim en naar hem. Aarzelend tilt hij zijn arm op, alsof hij het haar uit mijn gezicht wil vegen. Ik doe een stap naar achter. Verbaasd kijkt hij naar de hand die vlakbij mijn gezicht roerloos in de lucht hangt. Alsof hij zelf niet begrijpt dat hij zelfs nu nog voor me wil zorgen. Ik sluit mijn ogen, probeer hem met mijn gedachten te dwingen zijn beweging af te maken. Als ik het maar hard genoeg wens, dan hoef ik niet meer weg. Nog een stap naar voren, eentje maar, zodat ik me kan begraven in de werkelijkheid die hij is.
Hij zucht.
'Als ik nu ga, zie je me nooit meer terug.'
Jezus, wat een deja-vu. Het was in ons huis op de Kostverlorenkade. We hadden ruzie en ik zei dat hij weg moest gaan. Tim had alleen gezegd dat ik hem nooit meer terug zou zien. Dezelfde woorden.
Ik had hem niet laten gaan. Ik liet hem naar beneden lopen en wachtte tot hij in zijn auto was gestapt. En toen rende ik naar beneden, de tranen stromend over mijn wangen. Mijn slippertjes klepperden op de stoep, achter zijn stapvoets rijdende auto aan. Terwijl ik huilend zei dat ik niet wilde dat hij ging, wist ik dat we allebei deden alsof. Koning en koningin in onze eigen soap. Zelfs het weer speelde ons spelletje mee. Het miezerde. Mijn t-shirt plakte tegen mijn borsten terwijl hij me optilde en ik hem zoende, zoende, zoende alsof mijn leven ervan afhing.
Oscar voor de beste regie.
Hij kijkt me nog steeds met die gepijnigde blik aan. Ik wil een sigaret opsteken, maar hij haat roken. Roken is voor losers die zich geen houding weten te geven. Of voor mensen met een death wish. Hij zou het opvatten als een fuck you.
Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug naar die boodschap op mijn antwoordapparaat. De een na laatste boodschap die Tim ooit insprak. 'Doe verdomme niet zo koppig. Je zit zeker weer duizend sigaretjes te roken en kwaad te kijken. Ik weet precies hoe je er nu bijzit, en ik weet ook al wat je gaat zeggen, dus je kan net zo goed opnemen. Dan zeg jij dat je er geen zin meer in hebt, dan ga ik effe schelden, dan scheld jij terug, en dan ga ik lachen. En je weet zelf dat jij dan ook moet lachen, dus we kunnen net zo goed daar beginnen.'
Zijn gelach had me er bijna toe verleid om toch op te nemen. Mezelf vervloekend omdat ik ook lachte, had ik uit protest snel mijn sigaret uitgedrukt.
God, wat snak ik naar een sigaret. Naar de geur van tabak en zonnebrandcrème en leer. Naar de lachrimpeltjes rond zijn groene ogen. Het verlangen snijdt door mijn hart, mijn maag, mijn longen, vreet mijn ingewanden op als een kankergezwel dat alles stuk maakt. En het enige wat helpt is verdrinken in de geur van wasverzachter en doucheschuim en hem. Red me.
Alsjeblieft, red me. In plaats daarvan zeg ik:
'Het spijt me. Ik wou dat het anders was.'
Zwijgend draait hij zich om. Bij de deur kijkt hij me aan.
'Het ga je goed, Lotjelief.'
Ik krimp ineen en fixeer mijn blik op zijn borst. Zelfs die straalt verdriet uit. Hij heeft de deurklink al in zijn hand.
'Ik hoop echt dat je ooit weer gelukkig wordt.'
Met een zachte klik doet hij de deur achter zich dicht. Ik hoor zijn voetstappen wegsterven op de trap. De benedendeur valt hard in het slot.
Ik loop naar de deur, maar doe hem niet open. Zuchtend leun ik ertegenaan. Bij het geluid van zijn startende auto, komen de tranen.
The End.
Ik kijk hem aan, zo lang dat het lijkt alsof de wereld alleen nog maar uit zijn bruine ogen bestaat. Zijn lieve bruine ogen, waar ik zo vaak een zweem groen in denk te zien. Mijn stem hapert.
'Ik kan het niet.'
Het is nauwelijks verstaanbaar, dus ik haal adem en zeg het hardop nog een keer.
'Ik kan het niet.'
De gekwetste blik waarmee hij me soms aankijkt is op slag terug. Wat ben ik ook een trut.
'Het ligt niet aan jou. Tim... hè verdomme, Timmy heeft me verpest. Ik bedoel, het zou nooit goed gaan. Het is alsof jij uit Family Ties komt en ik uit Married with Children. Weet ik het. Scarface meets Titanic. Het kan gewoon niet, okee?'
Ik wou dat hij boos werd. Hij komt dichterbij, waardoor ik zijn adem over mijn wang voel strijken. Als ik nu naar voren leun val ik in de holte van zijn schouder. Hij ruikt altijd naar wasverzachter en doucheschuim en naar hem. Aarzelend tilt hij zijn arm op, alsof hij het haar uit mijn gezicht wil vegen. Ik doe een stap naar achter. Verbaasd kijkt hij naar de hand die vlakbij mijn gezicht roerloos in de lucht hangt. Alsof hij zelf niet begrijpt dat hij zelfs nu nog voor me wil zorgen. Ik sluit mijn ogen, probeer hem met mijn gedachten te dwingen zijn beweging af te maken. Als ik het maar hard genoeg wens, dan hoef ik niet meer weg. Nog een stap naar voren, eentje maar, zodat ik me kan begraven in de werkelijkheid die hij is.
Hij zucht.
'Als ik nu ga, zie je me nooit meer terug.'
Jezus, wat een deja-vu. Het was in ons huis op de Kostverlorenkade. We hadden ruzie en ik zei dat hij weg moest gaan. Tim had alleen gezegd dat ik hem nooit meer terug zou zien. Dezelfde woorden.
Ik had hem niet laten gaan. Ik liet hem naar beneden lopen en wachtte tot hij in zijn auto was gestapt. En toen rende ik naar beneden, de tranen stromend over mijn wangen. Mijn slippertjes klepperden op de stoep, achter zijn stapvoets rijdende auto aan. Terwijl ik huilend zei dat ik niet wilde dat hij ging, wist ik dat we allebei deden alsof. Koning en koningin in onze eigen soap. Zelfs het weer speelde ons spelletje mee. Het miezerde. Mijn t-shirt plakte tegen mijn borsten terwijl hij me optilde en ik hem zoende, zoende, zoende alsof mijn leven ervan afhing.
Oscar voor de beste regie.
Hij kijkt me nog steeds met die gepijnigde blik aan. Ik wil een sigaret opsteken, maar hij haat roken. Roken is voor losers die zich geen houding weten te geven. Of voor mensen met een death wish. Hij zou het opvatten als een fuck you.
Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug naar die boodschap op mijn antwoordapparaat. De een na laatste boodschap die Tim ooit insprak. 'Doe verdomme niet zo koppig. Je zit zeker weer duizend sigaretjes te roken en kwaad te kijken. Ik weet precies hoe je er nu bijzit, en ik weet ook al wat je gaat zeggen, dus je kan net zo goed opnemen. Dan zeg jij dat je er geen zin meer in hebt, dan ga ik effe schelden, dan scheld jij terug, en dan ga ik lachen. En je weet zelf dat jij dan ook moet lachen, dus we kunnen net zo goed daar beginnen.'
Zijn gelach had me er bijna toe verleid om toch op te nemen. Mezelf vervloekend omdat ik ook lachte, had ik uit protest snel mijn sigaret uitgedrukt.
God, wat snak ik naar een sigaret. Naar de geur van tabak en zonnebrandcrème en leer. Naar de lachrimpeltjes rond zijn groene ogen. Het verlangen snijdt door mijn hart, mijn maag, mijn longen, vreet mijn ingewanden op als een kankergezwel dat alles stuk maakt. En het enige wat helpt is verdrinken in de geur van wasverzachter en doucheschuim en hem. Red me.
Alsjeblieft, red me. In plaats daarvan zeg ik:
'Het spijt me. Ik wou dat het anders was.'
Zwijgend draait hij zich om. Bij de deur kijkt hij me aan.
'Het ga je goed, Lotjelief.'
Ik krimp ineen en fixeer mijn blik op zijn borst. Zelfs die straalt verdriet uit. Hij heeft de deurklink al in zijn hand.
'Ik hoop echt dat je ooit weer gelukkig wordt.'
Met een zachte klik doet hij de deur achter zich dicht. Ik hoor zijn voetstappen wegsterven op de trap. De benedendeur valt hard in het slot.
Ik loop naar de deur, maar doe hem niet open. Zuchtend leun ik ertegenaan. Bij het geluid van zijn startende auto, komen de tranen.
The End.
Am Yisrael Chai!
donderdag 14 februari 2008 om 23:03
Ik vind je eerste zin nog wat wankel. Misschien kun je die eens op verschillende manier proberen te herschrijven.
Het dik gedrukte stukje vind ik een beetje cliché. Het is iets wat veel mensen zouden schrijven in zo'n verhaal.
Je begint vaak op een nieuwe alinea waar dat niet nodig is.
Ik vind de dialoog tussen het meisje en Brian al best aardig. Al denk ik dat het misschien interessanter is om de gedachten van het meisje in de dialoog te betrekken.
Wel een creatieve wending bij het onderwerp liefde
donderdag 14 februari 2008 om 23:20
Er zit potentie in je stukje, maar 'de man' zou ik vervangen voor een wat persoonlijkere aanpak. Bijvoorbeeld het 'hij' wat je al eerder gebruikt. Het einde vind ik nog niet zo sterk. Bovendien vraag ik me af hoe realistisch dit verhaal is. Hoewel het niet realistisch hoeft te zijn natuurlijk, dat is het leuke van schrijven. Maar als lezer bekruipt mij wel de gedachte 'kom op, dit gaat wel erg gemakkelijk'.
Verder staan er wat typfouten.
donderdag 14 februari 2008 om 23:22
Ik zit met hetzelfde als Int. Een stukkie fictie is iets heel anders dan iemands levensverhaal vertellen (wat vaak neerkomt op en-toen-en-toen-en-toen en dan op zo'n manier dat niemand dat doorheeft ) of als een zakelijk artikel (waarbij het doel toch ligt bij informatie geven, voorlichten, uitleggen).
Ik heb een stukje geschreven in een genre wat ik nog niet eerder gedaan heb, behalve voor mezelf in dagboekvorm. Ik heb er dus ook nog nooit feedback op gekregen en vind dit heel erg eng
Afijn,
Schieten maar! (Het jachtseizoen is geopend...)
Liefde voor het leven
Wie leeft, neemt een levensgroot risico. Hoe je het ook wendt of keert, op een dag kost het je de kop. Reden te meer om te zorgen dat je leven je dat risico waard is.
Het bestaan van meerdere levens is nog steeds niet onomstotelijk bewezen, net zomin als een leven na de dood. Vooralsnog lijk je dus maar één kans te krijgen. En ja, ik grijp mijn kans met beide handen! Als ik door mijn agenda blader en teruglees wat ik allemaal heb meegemaakt, zit ik binnen de kortste keren met een glimlach op m’n gezicht. Soms een wránge glimlach, soms ook een traan, maar ik ken in ieder geval geen vlakke dagen die zonder gezicht of emotie in de eeuwigheid verdwijnen. Ook de dagen die gevuld zijn met verdriet en pijn, zijn dagen die er toe doen. Misschien nog wel meer dan anderen, want geluk bestaat alleen bij de gratie van het ongelukkig zijn. Zonder pijn geen vreugde. Maar ook: zonder vreugde geen pijn. Je kan alleen verdriet hebben om datgene waar je ook vreugde aan hebt beleeft, kijk terug naar achter je verdriet en wees dankbaar voor deze vreugde!
Echt sterven kan je alleen als je eerst echt geleefd hebt. Jij, lezer, leest nu mijn stukje en wordt –hopelijk- herinnerd aan je eigen leven: je dromen, je wensen, je verlangens. Doe er wat mee! Het is joúw leven, en jij bent de regisseur van je eigen scenario. Het is nog steeds niet bewezen dat we op onze laatste reis de film van ons leven voor ons afgespeeld krijgen. Maar ga er maar vanuit van wel. Blijkt het onverhoopt niet waar te zijn, dan weet je dat toch niet meer.
Welke film wil je voor ogen krijgen? Een slaapverwekkende documentaire, gevuld met verplichtingen en zinloze discussies? Een drama over gemiste kansen, vervlogen dromen en het eeuwige uitstel tot “ooit, wanneer de tijd er rijp voor is”? Pluk je kans maar vast, de tijd kan je altijd nog bij laten rijpen. Een onrijpe vrucht ligt hooguit zwaar op de maag, een overrijpe vrucht is niets anders dan het begin van een rottingsproces.
Hoe mooi zou het zijn om in je laatste momenten een adembenemend hoogstandje voorbij te zien flitsen? Zo veel momenten en zo weinig tijd, zodat je eigenlijk zou willen vragen of je het nog een keertje over zou mogen doen? Niet dat daar gehoor aan wordt gegeven, maar ach –zo mooi als de eerste keer wordt het toch nooit meer. De eerste ervaring met de liefde is daar een goed voorbeeld van.
Ja, de liefde…. De liefde is het leven in het klein. Zonder liefde geen voortplanting en daardoor ook al gauw geen leven meer, maar besides that: in de liefde zijn óók alle emoties vertegenwoordigd. Zweven op de toppen van geluk en in de zevende hemel, maar iedereen die weleens liefdesverdriet heeft gehad –en wie heeft dat niet?- weet dat er ook een andere kant aan het verhaal zit. Een minder leuke kant weliswaar, maar daarom niet minder waardevol.
Hetzelfde geldt voor leven en dood: de dood is niets anders dan de andere kant van de medaille. Angst voor de dood is angst voor het leven. Wat je ook van plan bent; dóe het. Morgen kan het misschien niet meer.
Ik heb een stukje geschreven in een genre wat ik nog niet eerder gedaan heb, behalve voor mezelf in dagboekvorm. Ik heb er dus ook nog nooit feedback op gekregen en vind dit heel erg eng
Afijn,
Schieten maar! (Het jachtseizoen is geopend...)
Liefde voor het leven
Wie leeft, neemt een levensgroot risico. Hoe je het ook wendt of keert, op een dag kost het je de kop. Reden te meer om te zorgen dat je leven je dat risico waard is.
Het bestaan van meerdere levens is nog steeds niet onomstotelijk bewezen, net zomin als een leven na de dood. Vooralsnog lijk je dus maar één kans te krijgen. En ja, ik grijp mijn kans met beide handen! Als ik door mijn agenda blader en teruglees wat ik allemaal heb meegemaakt, zit ik binnen de kortste keren met een glimlach op m’n gezicht. Soms een wránge glimlach, soms ook een traan, maar ik ken in ieder geval geen vlakke dagen die zonder gezicht of emotie in de eeuwigheid verdwijnen. Ook de dagen die gevuld zijn met verdriet en pijn, zijn dagen die er toe doen. Misschien nog wel meer dan anderen, want geluk bestaat alleen bij de gratie van het ongelukkig zijn. Zonder pijn geen vreugde. Maar ook: zonder vreugde geen pijn. Je kan alleen verdriet hebben om datgene waar je ook vreugde aan hebt beleeft, kijk terug naar achter je verdriet en wees dankbaar voor deze vreugde!
Echt sterven kan je alleen als je eerst echt geleefd hebt. Jij, lezer, leest nu mijn stukje en wordt –hopelijk- herinnerd aan je eigen leven: je dromen, je wensen, je verlangens. Doe er wat mee! Het is joúw leven, en jij bent de regisseur van je eigen scenario. Het is nog steeds niet bewezen dat we op onze laatste reis de film van ons leven voor ons afgespeeld krijgen. Maar ga er maar vanuit van wel. Blijkt het onverhoopt niet waar te zijn, dan weet je dat toch niet meer.
Welke film wil je voor ogen krijgen? Een slaapverwekkende documentaire, gevuld met verplichtingen en zinloze discussies? Een drama over gemiste kansen, vervlogen dromen en het eeuwige uitstel tot “ooit, wanneer de tijd er rijp voor is”? Pluk je kans maar vast, de tijd kan je altijd nog bij laten rijpen. Een onrijpe vrucht ligt hooguit zwaar op de maag, een overrijpe vrucht is niets anders dan het begin van een rottingsproces.
Hoe mooi zou het zijn om in je laatste momenten een adembenemend hoogstandje voorbij te zien flitsen? Zo veel momenten en zo weinig tijd, zodat je eigenlijk zou willen vragen of je het nog een keertje over zou mogen doen? Niet dat daar gehoor aan wordt gegeven, maar ach –zo mooi als de eerste keer wordt het toch nooit meer. De eerste ervaring met de liefde is daar een goed voorbeeld van.
Ja, de liefde…. De liefde is het leven in het klein. Zonder liefde geen voortplanting en daardoor ook al gauw geen leven meer, maar besides that: in de liefde zijn óók alle emoties vertegenwoordigd. Zweven op de toppen van geluk en in de zevende hemel, maar iedereen die weleens liefdesverdriet heeft gehad –en wie heeft dat niet?- weet dat er ook een andere kant aan het verhaal zit. Een minder leuke kant weliswaar, maar daarom niet minder waardevol.
Hetzelfde geldt voor leven en dood: de dood is niets anders dan de andere kant van de medaille. Angst voor de dood is angst voor het leven. Wat je ook van plan bent; dóe het. Morgen kan het misschien niet meer.
donderdag 14 februari 2008 om 23:38