Werk & Studie
alle pijlers
Oke, toch een nieuw onderwerp wat betreft schrijven...
vrijdag 8 februari 2008 om 22:14
...van artikelen en columns. Ik weet van Mastermind en Lindy dat zij op dit gebied succesvol zijn, en hoewel ik erg lang in het ongewisse ben gebleven betreffende wat nu toch te willen worden, kom ik toch terug op mijn jeugdwens: schrijfster worden.
Ten tijde van de digiwebstrijd (tweede plaats, grmbl) hebben enkele mensen mij over de streep moeten trekken om mee te doen. Alleen had ik het nooit aangedurfd, faalangst en vermeende onkunde. Nu ben ik best een leuk schrijvertje hoor, en kan ik behoorlijk goed argumenteren. Maar ik ben niet meer dan een middelmootje, en zie dat graag veranderen. In mijn zelfmedelijdende act van vandaag heb ik -tot mijn schaamte- insgeschreven voor een cursus schrijven bij de LOI. Staat iig best leuk op je CV, denk ik dan maar.
Ook heb ik veel magazines gecontacteerd, waaronder Psychologie Magazine en damesbladen. Columns, stukken met een bepaald thema, het maakt me niet uit, zolang ik maar een soort van schrijversportfolio kan samenstellen. Uiteindelijk, na afstuderen, wordt er natuurlijk ook wel een beetje verwacht een filosofisch getint boekje te schrijven. Ook heb ik plannen om een boek over mijn leven te schrijven, over hoereren en over de rest van mijn roerig leven. Probleem is, dat ik niet durf. Tips, schoppen onder mijn bevallige derriere of andersoortige posts zijn van harte welkom. Ik wil hier niet klagen over mijn onkunde, maar vooruit kijken. Al is dat toch een beetje lastig, omdat ik mij tov velen minderwaardig voel (en dat voor iemand die erg knap is en buitengewoon intelligent en avontuurlijk).
Wie helpt mij op weg?
Ten tijde van de digiwebstrijd (tweede plaats, grmbl) hebben enkele mensen mij over de streep moeten trekken om mee te doen. Alleen had ik het nooit aangedurfd, faalangst en vermeende onkunde. Nu ben ik best een leuk schrijvertje hoor, en kan ik behoorlijk goed argumenteren. Maar ik ben niet meer dan een middelmootje, en zie dat graag veranderen. In mijn zelfmedelijdende act van vandaag heb ik -tot mijn schaamte- insgeschreven voor een cursus schrijven bij de LOI. Staat iig best leuk op je CV, denk ik dan maar.
Ook heb ik veel magazines gecontacteerd, waaronder Psychologie Magazine en damesbladen. Columns, stukken met een bepaald thema, het maakt me niet uit, zolang ik maar een soort van schrijversportfolio kan samenstellen. Uiteindelijk, na afstuderen, wordt er natuurlijk ook wel een beetje verwacht een filosofisch getint boekje te schrijven. Ook heb ik plannen om een boek over mijn leven te schrijven, over hoereren en over de rest van mijn roerig leven. Probleem is, dat ik niet durf. Tips, schoppen onder mijn bevallige derriere of andersoortige posts zijn van harte welkom. Ik wil hier niet klagen over mijn onkunde, maar vooruit kijken. Al is dat toch een beetje lastig, omdat ik mij tov velen minderwaardig voel (en dat voor iemand die erg knap is en buitengewoon intelligent en avontuurlijk).
Wie helpt mij op weg?
anoniem_60552 wijzigde dit bericht op 08-02-2008 22:15
Reden: nou, mijn eerste typo is alweer binnen
Reden: nou, mijn eerste typo is alweer binnen
% gewijzigd
dinsdag 19 februari 2008 om 23:24
Hmm..vreemd, het quoten wilde even niet lukken.
Nou ja, volgens mij bedoelen we iets anders, Nijn. En daarnaast hebben we misschien een verschil in opvatting. Wat ik bedoel is dat wanneer je iemand uit je omgeving neemt en die een andere naam geeft, zoals jij met Annamaria, je dan nog steeds vast zit aan hoe die persoon in werkelijkheid is. En ik denk dat dat je beperkt als je fictie schrijft, maar goed, that's how I feel about that.
Iets anders is het wanneer je een personage baseert op één of meerdere personen die je kent. En volgens mij is dat wat je bedoelt.
Bijvoorbeeld: Ik kan mijn opa wel gaan opvoeren als brandweerman met hechtingsproblemen in mijn verhaal, maar dan is het mijn opa allang niet meer. Dan heeft dat personage kenmerken van mijn opa, maar ook van andere mensen uit mijn omgeving.
Nou ja, volgens mij bedoelen we iets anders, Nijn. En daarnaast hebben we misschien een verschil in opvatting. Wat ik bedoel is dat wanneer je iemand uit je omgeving neemt en die een andere naam geeft, zoals jij met Annamaria, je dan nog steeds vast zit aan hoe die persoon in werkelijkheid is. En ik denk dat dat je beperkt als je fictie schrijft, maar goed, that's how I feel about that.
Iets anders is het wanneer je een personage baseert op één of meerdere personen die je kent. En volgens mij is dat wat je bedoelt.
Bijvoorbeeld: Ik kan mijn opa wel gaan opvoeren als brandweerman met hechtingsproblemen in mijn verhaal, maar dan is het mijn opa allang niet meer. Dan heeft dat personage kenmerken van mijn opa, maar ook van andere mensen uit mijn omgeving.
dinsdag 19 februari 2008 om 23:37
Lees je in het Nederlands of in het engels? In het Nederlands vind ik de meeste boeken ook niet om door te komen, maar dat komt vooral door de uberslechte vertalingen. Die typische chicklit schrijfstijl is gewoon nauwelijks te vertalen, omdat volgens mij het allergrootste stijlkenmerk is dat vrijwel alle chicklit boeken "uit de losse pols" verteld worden door een ik-figuur. Dus met veel sidesteps, veel overdenkingen, veel 'nutteloze' informatie en veel commentaar op de gebeurtenissen.
Willekeurig voorbeeldje even overgetypt:
'Who is this?' In fact, I know damn well who it is and I am nursing a grudge of watermelon size.
'It's Michelle, honey!'
Oh, I say in my head. Would that be the same Michelle who professes to be a close friend yet doesn't turn up to my father's funeral, explain her absence, or bother to send her condolences? Sadly I am the Terminator in theory and Stan Laurel in practice, as pathetic at confronting friends as I am at confronting spiders. So all I say is an unenthusiastic, 'Hi'.
Dit is in het Nederlands nauwelijks te vertalen, ik zou het in ieder geval niet kunnen en ik vind ook dat echte vertalers dat niet kunnen. Die vervallen inderdaad over het algemeen in een soort popiejopie taaltje wat ik in ieder geval zo irritant vind dat ik gewoon helemaal geen Nederlands meer lees, tenzij door een Nederlandse schrijver geschreven.
Ik hou zelf trouwens wel enorm van die stijl, en ik zie nu, nu ik een willekeurig boek opensla en dit fragment gewoon van de eerste de beste pagina over heb getikt, dat ik idd zelf ook de neiging heb om op die manier te vertellen. Dus dat zou het weer wel chicklit maken.
Am Yisrael Chai!
woensdag 20 februari 2008 om 09:58
Moondancer, het verhaal is goed.
Dialoog. Het over en weer elkaar proberen te raken met rotopmerkingen is een mooie aanloop naar de gruwelijke gebeurtenis.
Sommige dialoogzinnen kunnen sterker door overbodige woorden te schrappen. Bijvoorbeeld de zin 'Als je hier gaat zitten janken mag je wel weer oprotten hoor.' kan sterker. -- > 'Als je gaat janken, rot je maar op'.
Dan heb je nog een zin: Begint te vallen.
Je begint te fietsen maar je begint te vallen? Volgens mij klopt dat niet.
Dialoog. Het over en weer elkaar proberen te raken met rotopmerkingen is een mooie aanloop naar de gruwelijke gebeurtenis.
Sommige dialoogzinnen kunnen sterker door overbodige woorden te schrappen. Bijvoorbeeld de zin 'Als je hier gaat zitten janken mag je wel weer oprotten hoor.' kan sterker. -- > 'Als je gaat janken, rot je maar op'.
Dan heb je nog een zin: Begint te vallen.
Je begint te fietsen maar je begint te vallen? Volgens mij klopt dat niet.
Het is mij: shaHla (Iranian version)
woensdag 20 februari 2008 om 12:52
Heb de stukken die zijn neergezet wel even doorgelezen, maar nu ff geen tijd om er iets uitgebreider op in te gaan.
Wil wel nog ff terugkomen op Nijn dr vragen (en heb nóg spijt dat ik over die naam begonnen ben :-); nee serieus, dat ging eigenlijk nergens over, excusez moi --> wel n grappige discussie, én helemaal mee eens dat namen een bepaald gevoel of beeld oproepen -maar dit terzijde-)
Of het belangrijk is te weten of het autobiografisch is: Nee, voor mij niet. De manier waarop je schrijft wekt bij mij de indruk dat het (deels) autobiografisch is en daarom vroeg ik het. Is gewoon pure nieuwsgierigheid
En of het uitmaakt of die brandwondenzaal er gekomen is? Moet bekennen dat toen ik het verhaal las ik me eigenlijk geen moment afgevraagd heb hoe het af zou lopen met die zaal. In mijn ogen deed dat er namelijk helemaal niet toe voor het verhaal. Maar goed, omdat shahla ernaar vroeg vond ik het toch wel leuk om te weten dat het 'goed' afgelopen is. Maar alleen ter bevrediging van mijn eigen nieuwsgierigheid, en niet omdat ik het voor het verhaal nodig vond.
Fijn om te weten dat er meer 'mierenneukers' zijn. En het lijkt me juist wel een voordeel dat er twee soorten mensen hier zijn (even grofweg verdeeld dan): mensen die meer op de grote lijn letten en mensen die (ook) naar de kleinere details kijken.
Oh, toch heel even een korte vraag aan Moondancer: ik kan je verhaal niet helemaal plaatsen. Ik heb geen idee hoe oud de personen in je verhaal zijn. Als ik kijk naar de taal die gebruikt wordt in de dialogen en sommige van de gedachtegangen zou ik zeggen dat het om jonge kinderen. Soms lijken het weer pubers, want welk kind van 6 (bijv) zou zeggen dat zn ouders depressief zijn of gebruikt woorden als zelfmarteling? Maar hoe oud zijn ze dan? Ehh, ik ben n beetje confused dus....
Wil wel nog ff terugkomen op Nijn dr vragen (en heb nóg spijt dat ik over die naam begonnen ben :-); nee serieus, dat ging eigenlijk nergens over, excusez moi --> wel n grappige discussie, én helemaal mee eens dat namen een bepaald gevoel of beeld oproepen -maar dit terzijde-)
Of het belangrijk is te weten of het autobiografisch is: Nee, voor mij niet. De manier waarop je schrijft wekt bij mij de indruk dat het (deels) autobiografisch is en daarom vroeg ik het. Is gewoon pure nieuwsgierigheid
En of het uitmaakt of die brandwondenzaal er gekomen is? Moet bekennen dat toen ik het verhaal las ik me eigenlijk geen moment afgevraagd heb hoe het af zou lopen met die zaal. In mijn ogen deed dat er namelijk helemaal niet toe voor het verhaal. Maar goed, omdat shahla ernaar vroeg vond ik het toch wel leuk om te weten dat het 'goed' afgelopen is. Maar alleen ter bevrediging van mijn eigen nieuwsgierigheid, en niet omdat ik het voor het verhaal nodig vond.
Fijn om te weten dat er meer 'mierenneukers' zijn. En het lijkt me juist wel een voordeel dat er twee soorten mensen hier zijn (even grofweg verdeeld dan): mensen die meer op de grote lijn letten en mensen die (ook) naar de kleinere details kijken.
Oh, toch heel even een korte vraag aan Moondancer: ik kan je verhaal niet helemaal plaatsen. Ik heb geen idee hoe oud de personen in je verhaal zijn. Als ik kijk naar de taal die gebruikt wordt in de dialogen en sommige van de gedachtegangen zou ik zeggen dat het om jonge kinderen. Soms lijken het weer pubers, want welk kind van 6 (bijv) zou zeggen dat zn ouders depressief zijn of gebruikt woorden als zelfmarteling? Maar hoe oud zijn ze dan? Ehh, ik ben n beetje confused dus....
woensdag 20 februari 2008 om 13:58
woensdag 20 februari 2008 om 18:27
Het stoort me niet alleen bij chicklit hoor. Ook nu ik Grunberg lees, die enorm uitwijdt met de gedachtenwereld van zijn hoofdpersoon, dat iriteert me na een tijdje. Of uitgebreide natuurbeschrijvingen (zoals bij Maarten t Hart) die niet relevant zijn voor het verhaal; die sla ik meestal over.
Het kan me niet to-the-point genoeg zijn.
woensdag 20 februari 2008 om 18:38
Het verhaal van Moondancer sprak me wat minder aan.
In het begin was ik gelijk de draad kwijt, wie praat tegen wie, wie is Alex, is er een klein nichtje waar ze samen naar zitten te kijken dat Alexis heet? Ik moest het nog een keer lezen om het te begrijpen. Op zich niks mis mee hoor, maar misschien was dat helemaal niet je bedoeling.
Ik vond de omgang van de 2 personages met elkaar niet zo logisch. Ik snapte de Simone-persoon niet; waarom zoekt ze haar nicht op als die haar zo lelijk behandelt? Ik snap wel dat dat irl ook wel gebeurt, maar in dit verhaal vond ik dat niet overtuigend.
Het dramatisch einde vond ik nogal plotseling en wat ver gezocht.
Sorry Moon.
In het begin was ik gelijk de draad kwijt, wie praat tegen wie, wie is Alex, is er een klein nichtje waar ze samen naar zitten te kijken dat Alexis heet? Ik moest het nog een keer lezen om het te begrijpen. Op zich niks mis mee hoor, maar misschien was dat helemaal niet je bedoeling.
Ik vond de omgang van de 2 personages met elkaar niet zo logisch. Ik snapte de Simone-persoon niet; waarom zoekt ze haar nicht op als die haar zo lelijk behandelt? Ik snap wel dat dat irl ook wel gebeurt, maar in dit verhaal vond ik dat niet overtuigend.
Het dramatisch einde vond ik nogal plotseling en wat ver gezocht.
Sorry Moon.
woensdag 20 februari 2008 om 21:05
*hijg, hijg*
Mijn verhaal:
‘Ik moet met je praten!’
Ik kijk haar meewarig aan. ‘Alweer praten? Zijn we niet een keer gewoon uitgepraat?’
‘Tan, alsjeblieft. Het is écht belangrijk.’
Ik zucht. ‘Oké dan. Persoonlijk had ik het idee dat alles wat er te zeggen was tussen ons wel een keer gezegd was, maar goed, als jij meent dat het écht belangrijk is dan zou ik zeggen, brand los.’
‘Het gaat over Joël.’
Flashback!
Zeven maanden geleden wilde ze me ook spreken.
‘Ik weet niet goed hoe ik je dit moet zeggen,’ zei ze, ‘maar ik ben verliefd. Op Joël.’
Ik zocht naar iets geschikts om te zeggen. Iets troostends, iets relativerends. Het moest toch verschrikkelijk moeilijk zijn om verliefd te zijn op iemand die al bezet en dus onbereikbaar was. Zoiets als verliefd zijn op een beroemdheid, maar dan nog erger. Ik roerde in mijn thee en dacht na.
Ze wachtte mijn perfecte antwoord niet af. ‘Joël is ook verliefd op mij.’
Mijn hand met de theelepel bevroor. Ik staarde haar aan. Was ze gestoord geworden? Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Ze is nog jong. Ze beeldt zich dingen in. Had ik dat vroeger ook niet?
‘Je gelooft me niet, hè?’ vroeg ze. ‘God, ik vind het al zo moeilijk om het je te vertellen. Nu moet ik je ook nog gaan overtuigen dat het waar is.’
‘Als het waar is,’ vroeg ik zo kalm mogelijk, ‘waarom vertelt Joël me dit dan niet? Hij is vanmorgen doodgewoon naar zijn werk gegaan. We hebben nog séks gehad vannacht.’
Dat laatste was niet waar, maar dat hoefde zij niet te weten.
Zij zei niks, maar keek een beetje voor zich uit.
‘Nou?’ vroeg ik nog eens. ‘Waarom heeft Joël hier niks over gezegd?’
‘Het leek ons beter als ik het zou vertellen,’ zei ze toen.
Ik keek om me heen, naar de kasten, de muur die Joël nog rood had geverfd, de gordijnen die zijn moeder nog voor ons had genaaid. Hier zat ik, in onze flat, op de bank die we samen hadden uitgezocht bij Ikea. Dit was mijn thuis. Dat van mij en van Joël. Hoe kon het dan dat opeens iemand anders in de wij-vorm over mijn vriend praatte? Hoe kon het dat die iemand mijn eigen kleine zusje was? Mijn vriend, de man met wie ik zou gaan trouwen, de vader van mijn toekomstige kinderen, kon toch zeker niet eventjes op een grauwe woensdagmiddag van het ene op het andere moment getransformeerd zijn in mijn zwager?
‘Ik geloof niet dat ik de aangewezen persoon ben om tegenaan te praten als het om Joël gaat, denk je wel?’
‘Tanja, alsjeblieft. Ik moet één ding van je weten. Meer niet.’
‘Wat moet je weten?’ vraag ik.
‘Nou...’ Ze kijkt me kleintjes aan. ‘ Hij doet zo... raar de laatste tijd.’
‘Raar?’ Ik kan mijn lachen amper inhouden. Zou Joël soms een ander hebben? Dát zou een stunt zijn. Mijn zus die mijn vriend heeft afgepikt en vervolgens komt klagen dat hij vervolgens weer met een ander gaat. Sommige mensen zijn wel brutaal. Maar goed, grappig is het natuurlijk wel. Ik bedenk vast een spreekwoord voor als ze straks klaar is met haar verhaal. Gestolen goed gedijt niet, lijkt me wel toepasselijk. Of: zo gewonnen, zo geronnen. Of: what goes around, comes around.
‘Nou...’ Mijn zusje twijfelt even. ‘Hij is zo ontzettend snel kwaad op me. Om niks, bedoel ik.’
Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘O ja?’
‘En dan kleineert hij me helemaal.’ Ze zucht trillerig. ‘Dan schreeuwt hij tegen me en hij scheldt me uit en als we het dan uitpraten, zegt hij dat ik ook zo ontzettend moeilijk ben om mee samen te leven. Dat ik hem trigger. Is dat waar? Ben ik echt zo moeilijk?’
‘Hoe moet ik dat weten?’ vraag ik. ‘Ik ben er toch niet bij, of wel? Hoe moet ik nou weten hoe jij bent in een relatie? Joël komt in elk geval niet bij me langs om het met me te bespreken.’
‘Dat snap ik wel, maar...’ Mijn zusje zucht diep en twijfelt. ‘Was hij... toen jij nog... ik bedoel...’ Dan gooit ze het eruit. ‘Deed hij bij jou ook wel eens zo?’
Weer een flashback. Of liever gezegd, meerdere flashbacks. Het is zeven maanden geleden, maar eigenlijk zijn het alleen nog maar flarden.
Als ik de vaatwasser had uitgeruimd en er lag nog een plasje water op het aanrecht. Als ik boodschappen had gedaan en ik was vergeten om waspoeder mee te nemen. Als ik me in bed te wild omdraaide en hij daar per ongeluk wakker van werd. Als ik hem belde op een verkeerd moment. Als we naar de film waren geweest en we hadden een meningsverschil.
Al die kleine en nog kleinere reden die ik inmiddels ben vergeten.
Hoe zijn gezicht strak trok als hij boos op me was waar anderen bij waren. De blik die een belofte inhield voor straks, als we weer alleen waren. Het zachte, dreigende ‘godverdomme’.
Slaande ruzie. ‘Jij bent zoverschrikkelijk dóm. Echt ongelofelijk.’ ‘Wat ben je toch een gigantisch kutwijf, echt, dat ik het nog met je uithoud.’ En dan het uitpraten. Tergende gesprekken, waarbij hij net zo lang bleef treiteren tot ik precies had gezegd wat hij wilde horen. Dat het allemaal mijn schuld was.
Ik bedacht tig strategieën om de situatie te veranderen en voerde ze allemaal uit. Negeren. Hem een ultimatum stellen. Met hem praten op redelijke toon, op arrogante toon, op nonchalante toon. Terugschelden. Toch maar weer negeren. Na verloop van tijd kon ik me alleen nog maar terugtrekken en a
lles maar over me heen laten komen als hij weer zo’n bui had. Ik was mezelf niet meer. Ik was een schaduw van mezelf.
Ik geloof dat ik uiteindelijk om weinig zo dankbaar ben geweest als om het feit dat hij uit mijn leven verdween.
Ik kijk mijn zusje strak aan.
‘Ik heb geen idee waar je het over hebt,’ zeg ik.
Zij wilde hem, nu heeft ze hem. Alles erop en eraan.
Mijn verhaal:
‘Ik moet met je praten!’
Ik kijk haar meewarig aan. ‘Alweer praten? Zijn we niet een keer gewoon uitgepraat?’
‘Tan, alsjeblieft. Het is écht belangrijk.’
Ik zucht. ‘Oké dan. Persoonlijk had ik het idee dat alles wat er te zeggen was tussen ons wel een keer gezegd was, maar goed, als jij meent dat het écht belangrijk is dan zou ik zeggen, brand los.’
‘Het gaat over Joël.’
Flashback!
Zeven maanden geleden wilde ze me ook spreken.
‘Ik weet niet goed hoe ik je dit moet zeggen,’ zei ze, ‘maar ik ben verliefd. Op Joël.’
Ik zocht naar iets geschikts om te zeggen. Iets troostends, iets relativerends. Het moest toch verschrikkelijk moeilijk zijn om verliefd te zijn op iemand die al bezet en dus onbereikbaar was. Zoiets als verliefd zijn op een beroemdheid, maar dan nog erger. Ik roerde in mijn thee en dacht na.
Ze wachtte mijn perfecte antwoord niet af. ‘Joël is ook verliefd op mij.’
Mijn hand met de theelepel bevroor. Ik staarde haar aan. Was ze gestoord geworden? Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Ze is nog jong. Ze beeldt zich dingen in. Had ik dat vroeger ook niet?
‘Je gelooft me niet, hè?’ vroeg ze. ‘God, ik vind het al zo moeilijk om het je te vertellen. Nu moet ik je ook nog gaan overtuigen dat het waar is.’
‘Als het waar is,’ vroeg ik zo kalm mogelijk, ‘waarom vertelt Joël me dit dan niet? Hij is vanmorgen doodgewoon naar zijn werk gegaan. We hebben nog séks gehad vannacht.’
Dat laatste was niet waar, maar dat hoefde zij niet te weten.
Zij zei niks, maar keek een beetje voor zich uit.
‘Nou?’ vroeg ik nog eens. ‘Waarom heeft Joël hier niks over gezegd?’
‘Het leek ons beter als ik het zou vertellen,’ zei ze toen.
Ik keek om me heen, naar de kasten, de muur die Joël nog rood had geverfd, de gordijnen die zijn moeder nog voor ons had genaaid. Hier zat ik, in onze flat, op de bank die we samen hadden uitgezocht bij Ikea. Dit was mijn thuis. Dat van mij en van Joël. Hoe kon het dan dat opeens iemand anders in de wij-vorm over mijn vriend praatte? Hoe kon het dat die iemand mijn eigen kleine zusje was? Mijn vriend, de man met wie ik zou gaan trouwen, de vader van mijn toekomstige kinderen, kon toch zeker niet eventjes op een grauwe woensdagmiddag van het ene op het andere moment getransformeerd zijn in mijn zwager?
‘Ik geloof niet dat ik de aangewezen persoon ben om tegenaan te praten als het om Joël gaat, denk je wel?’
‘Tanja, alsjeblieft. Ik moet één ding van je weten. Meer niet.’
‘Wat moet je weten?’ vraag ik.
‘Nou...’ Ze kijkt me kleintjes aan. ‘ Hij doet zo... raar de laatste tijd.’
‘Raar?’ Ik kan mijn lachen amper inhouden. Zou Joël soms een ander hebben? Dát zou een stunt zijn. Mijn zus die mijn vriend heeft afgepikt en vervolgens komt klagen dat hij vervolgens weer met een ander gaat. Sommige mensen zijn wel brutaal. Maar goed, grappig is het natuurlijk wel. Ik bedenk vast een spreekwoord voor als ze straks klaar is met haar verhaal. Gestolen goed gedijt niet, lijkt me wel toepasselijk. Of: zo gewonnen, zo geronnen. Of: what goes around, comes around.
‘Nou...’ Mijn zusje twijfelt even. ‘Hij is zo ontzettend snel kwaad op me. Om niks, bedoel ik.’
Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘O ja?’
‘En dan kleineert hij me helemaal.’ Ze zucht trillerig. ‘Dan schreeuwt hij tegen me en hij scheldt me uit en als we het dan uitpraten, zegt hij dat ik ook zo ontzettend moeilijk ben om mee samen te leven. Dat ik hem trigger. Is dat waar? Ben ik echt zo moeilijk?’
‘Hoe moet ik dat weten?’ vraag ik. ‘Ik ben er toch niet bij, of wel? Hoe moet ik nou weten hoe jij bent in een relatie? Joël komt in elk geval niet bij me langs om het met me te bespreken.’
‘Dat snap ik wel, maar...’ Mijn zusje zucht diep en twijfelt. ‘Was hij... toen jij nog... ik bedoel...’ Dan gooit ze het eruit. ‘Deed hij bij jou ook wel eens zo?’
Weer een flashback. Of liever gezegd, meerdere flashbacks. Het is zeven maanden geleden, maar eigenlijk zijn het alleen nog maar flarden.
Als ik de vaatwasser had uitgeruimd en er lag nog een plasje water op het aanrecht. Als ik boodschappen had gedaan en ik was vergeten om waspoeder mee te nemen. Als ik me in bed te wild omdraaide en hij daar per ongeluk wakker van werd. Als ik hem belde op een verkeerd moment. Als we naar de film waren geweest en we hadden een meningsverschil.
Al die kleine en nog kleinere reden die ik inmiddels ben vergeten.
Hoe zijn gezicht strak trok als hij boos op me was waar anderen bij waren. De blik die een belofte inhield voor straks, als we weer alleen waren. Het zachte, dreigende ‘godverdomme’.
Slaande ruzie. ‘Jij bent zoverschrikkelijk dóm. Echt ongelofelijk.’ ‘Wat ben je toch een gigantisch kutwijf, echt, dat ik het nog met je uithoud.’ En dan het uitpraten. Tergende gesprekken, waarbij hij net zo lang bleef treiteren tot ik precies had gezegd wat hij wilde horen. Dat het allemaal mijn schuld was.
Ik bedacht tig strategieën om de situatie te veranderen en voerde ze allemaal uit. Negeren. Hem een ultimatum stellen. Met hem praten op redelijke toon, op arrogante toon, op nonchalante toon. Terugschelden. Toch maar weer negeren. Na verloop van tijd kon ik me alleen nog maar terugtrekken en a
lles maar over me heen laten komen als hij weer zo’n bui had. Ik was mezelf niet meer. Ik was een schaduw van mezelf.
Ik geloof dat ik uiteindelijk om weinig zo dankbaar ben geweest als om het feit dat hij uit mijn leven verdween.
Ik kijk mijn zusje strak aan.
‘Ik heb geen idee waar je het over hebt,’ zeg ik.
Zij wilde hem, nu heeft ze hem. Alles erop en eraan.
susan wijzigde dit bericht op 20-02-2008 21:26
Reden: stiekem nog even iets aangepast
Reden: stiekem nog even iets aangepast
% gewijzigd
Don't waste your time on jealousy,
Sometimes you're ahead, sometimes you're behind.
Sometimes you're ahead, sometimes you're behind.
woensdag 20 februari 2008 om 23:28
Hoi Daysi, Nijn en Korenwolf, bedankt voor jullie opmerkingen en complimenten!
@Daysi: Met je opmerkingen over het eerste deel ben ik het wel eens, m.n. de 'vragen'. Waar jij een nieuwe alinea zou beginnen had ik dat trouwens ook gedaan, alleen is die er ergens met knippen en plakken uitgegaan Ook daarmee eens dus
Het waterige zonnetje had ik er bewust ingezet, om het dubbele gevoel nog wat te onderstrepen. Ze roept maar zo vrolijk mogelijk dat het zulk mooi weer is, terwijl het zonnetje eigenlijk maar zo-zo is. Maar je hebt gelijk dat het niet consistent is met het latere fragment, waar het al lekker warm is.
Over de dialoog met de vader - lastig. Voor mij maken deze zinnen juist duidelijk dat papa dement geworden is. Of zou dat, als hij alleen maar gromt en wegkijkt, ook al duidelijk genoeg zijn?
Ik schrijf trouwens niet professioneel, maar vind schrijven wel heel erg leuk. Ik roep ook al mijn hele leven dat ik *ooit* wel een boek ga schrijven. Maar daar moet ik nog een hoop voor oefenen, en vooral ook de discipline voor opbrengen! Ik heb er ook nog geen concrete ideeën voor hoor, dus dat schuiven we nog maar even op de lange baan. Ik merkte dat ik dit 'in opdracht' schrijven ook wel heel leuk vond om te doen, dus misschien maar eens kijken of er nog wat schrijfwedstrijden zijn. Leuk man, dit topic, word er helemaal enthousiast van!
Ik merk alleen ook dat ik het feedback geven ontzettend lastig vind. Ik kan er vaak niet precies de vinger op leggen waar het wringt. Chapeau dus in elk geval voor de mensen hier die dat wél zo goed doen.
@Daysi: Met je opmerkingen over het eerste deel ben ik het wel eens, m.n. de 'vragen'. Waar jij een nieuwe alinea zou beginnen had ik dat trouwens ook gedaan, alleen is die er ergens met knippen en plakken uitgegaan Ook daarmee eens dus
Het waterige zonnetje had ik er bewust ingezet, om het dubbele gevoel nog wat te onderstrepen. Ze roept maar zo vrolijk mogelijk dat het zulk mooi weer is, terwijl het zonnetje eigenlijk maar zo-zo is. Maar je hebt gelijk dat het niet consistent is met het latere fragment, waar het al lekker warm is.
Over de dialoog met de vader - lastig. Voor mij maken deze zinnen juist duidelijk dat papa dement geworden is. Of zou dat, als hij alleen maar gromt en wegkijkt, ook al duidelijk genoeg zijn?
Ik schrijf trouwens niet professioneel, maar vind schrijven wel heel erg leuk. Ik roep ook al mijn hele leven dat ik *ooit* wel een boek ga schrijven. Maar daar moet ik nog een hoop voor oefenen, en vooral ook de discipline voor opbrengen! Ik heb er ook nog geen concrete ideeën voor hoor, dus dat schuiven we nog maar even op de lange baan. Ik merkte dat ik dit 'in opdracht' schrijven ook wel heel leuk vond om te doen, dus misschien maar eens kijken of er nog wat schrijfwedstrijden zijn. Leuk man, dit topic, word er helemaal enthousiast van!
Ik merk alleen ook dat ik het feedback geven ontzettend lastig vind. Ik kan er vaak niet precies de vinger op leggen waar het wringt. Chapeau dus in elk geval voor de mensen hier die dat wél zo goed doen.
-
woensdag 20 februari 2008 om 23:44
donderdag 21 februari 2008 om 20:04
Waar zijn alle schrijvers? Arme Susan, moest je je haasten voor de deadline en vervolgens was het oorverdovend stil (op een paar mensen na)
Mijn oppervlakkige indruk van je verhaal is dat ik het erg vind voldoen aan de chicklit-regels (ok, pop-lit ), qua overdenkingen van de hoofdpersoon enzo.
Ik hou zelf meer van een wat droge stijl die veel ruimte overlaat aan de lezer om e.e.a. zelf in te vullen. Maar het gegeven op zich vind ik erg goed; je verhaal neemt een verrassende wending.
Mijn oppervlakkige indruk van je verhaal is dat ik het erg vind voldoen aan de chicklit-regels (ok, pop-lit ), qua overdenkingen van de hoofdpersoon enzo.
Ik hou zelf meer van een wat droge stijl die veel ruimte overlaat aan de lezer om e.e.a. zelf in te vullen. Maar het gegeven op zich vind ik erg goed; je verhaal neemt een verrassende wending.
vrijdag 22 februari 2008 om 04:46
Over het verhaal van Susan; eens met Daysi. Naar mijn smaak mag het ook wat minder expliciet, dat maakt een verhaal als dit soms juist sterker.
------------------
"Ze wachtte mijn perfecte antwoord niet af. ‘Joël is ook verliefd op mij.’
Mijn hand met de theelepel bevroor. Ik staarde haar aan. Was ze gestoord geworden? Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Ze is nog jong. Ze beeldt zich dingen in. Had ik dat vroeger ook niet? Dit vind ik heleboel overbodige letters. ‘Je gelooft me niet, hè?’ vroeg ze. ‘God, ik vind het al zo moeilijk om het je te vertellen. Nu moet ik je ook nog gaan overtuigen dat het waar is.’
Ik vind de dialoog een beetje alsof ik naar een soap zit te kijken. Een beetje over-the-top-drama met een gemene bitch factor erin. Ik mis in het verhaal de nuance, waarin de grote zus zich toch wel een beetje schuldig voelt naar haar zusje toe, terwijl ze natuurlijk tegelijkertijd alle recht heeft om nog steeds boos te zijn. Haar houding is nu een beetje 1-dimentionaal. Net als in een soap dus.
Puur qua stijl vind ik het dan wél weer goed geschreven. Dat het niet mijn smaak is doet daar niks aan af.
------------------
"Ze wachtte mijn perfecte antwoord niet af. ‘Joël is ook verliefd op mij.’
Mijn hand met de theelepel bevroor. Ik staarde haar aan. Was ze gestoord geworden? Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Ze is nog jong. Ze beeldt zich dingen in. Had ik dat vroeger ook niet? Dit vind ik heleboel overbodige letters. ‘Je gelooft me niet, hè?’ vroeg ze. ‘God, ik vind het al zo moeilijk om het je te vertellen. Nu moet ik je ook nog gaan overtuigen dat het waar is.’
Ik vind de dialoog een beetje alsof ik naar een soap zit te kijken. Een beetje over-the-top-drama met een gemene bitch factor erin. Ik mis in het verhaal de nuance, waarin de grote zus zich toch wel een beetje schuldig voelt naar haar zusje toe, terwijl ze natuurlijk tegelijkertijd alle recht heeft om nog steeds boos te zijn. Haar houding is nu een beetje 1-dimentionaal. Net als in een soap dus.
Puur qua stijl vind ik het dan wél weer goed geschreven. Dat het niet mijn smaak is doet daar niks aan af.
vrijdag 22 februari 2008 om 08:53