Werk & Studie alle pijlers

Oke, toch een nieuw onderwerp wat betreft schrijven...

08-02-2008 22:14 614 berichten
Alle reacties Link kopieren
...van artikelen en columns. Ik weet van Mastermind en Lindy dat zij op dit gebied succesvol zijn, en hoewel ik erg lang in het ongewisse ben gebleven betreffende wat nu toch te willen worden, kom ik toch terug op mijn jeugdwens: schrijfster worden.



Ten tijde van de digiwebstrijd (tweede plaats, grmbl) hebben enkele mensen mij over de streep moeten trekken om mee te doen. Alleen had ik het nooit aangedurfd, faalangst en vermeende onkunde. Nu ben ik best een leuk schrijvertje hoor, en kan ik behoorlijk goed argumenteren. Maar ik ben niet meer dan een middelmootje, en zie dat graag veranderen. In mijn zelfmedelijdende act van vandaag heb ik -tot mijn schaamte- insgeschreven voor een cursus schrijven bij de LOI. Staat iig best leuk op je CV, denk ik dan maar.



Ook heb ik veel magazines gecontacteerd, waaronder Psychologie Magazine en damesbladen. Columns, stukken met een bepaald thema, het maakt me niet uit, zolang ik maar een soort van schrijversportfolio kan samenstellen. Uiteindelijk, na afstuderen, wordt er natuurlijk ook wel een beetje verwacht een filosofisch getint boekje te schrijven. Ook heb ik plannen om een boek over mijn leven te schrijven, over hoereren en over de rest van mijn roerig leven. Probleem is, dat ik niet durf. Tips, schoppen onder mijn bevallige derriere of andersoortige posts zijn van harte welkom. Ik wil hier niet klagen over mijn onkunde, maar vooruit kijken. Al is dat toch een beetje lastig, omdat ik mij tov velen minderwaardig voel (en dat voor iemand die erg knap is en buitengewoon intelligent en avontuurlijk).



Wie helpt mij op weg?
anoniem_60552 wijzigde dit bericht op 08-02-2008 22:15
Reden: nou, mijn eerste typo is alweer binnen
% gewijzigd
fashionvictim schreef op 19 februari 2008 @ 23:07:

[...]

Ik vind hen bijvoorbeeld meer vergelijkbaar met schrijvers als Zwagerman en Giphart ofzo in het Nederlands taalgebied.
Aha, I see, ook niet mijn favorieten maar ik snap nu wel wat je bedoelt met een bepaalde stijl zeer goed beheersen.
wen schreef op 19 februari 2008 @ 23:15:

Nou, ik moet nog maar zien of ik de deadline wel kan halen.


:'-(

Ik haal hem ook niet... vandaag "op de zaak" een planning gemaakt en gezien dat alles vanzelf goedkomt, wanneer alle medewerkers vannacht nog een tweelingbroer krijgen die de helft van het werk komt doen.



Ach, ik ben in elk geval van de straat.
Alle reacties Link kopieren
Hmm..vreemd, het quoten wilde even niet lukken.



Nou ja, volgens mij bedoelen we iets anders, Nijn. En daarnaast hebben we misschien een verschil in opvatting. Wat ik bedoel is dat wanneer je iemand uit je omgeving neemt en die een andere naam geeft, zoals jij met Annamaria, je dan nog steeds vast zit aan hoe die persoon in werkelijkheid is. En ik denk dat dat je beperkt als je fictie schrijft, maar goed, that's how I feel about that.



Iets anders is het wanneer je een personage baseert op één of meerdere personen die je kent. En volgens mij is dat wat je bedoelt.



Bijvoorbeeld: Ik kan mijn opa wel gaan opvoeren als brandweerman met hechtingsproblemen in mijn verhaal, maar dan is het mijn opa allang niet meer. Dan heeft dat personage kenmerken van mijn opa, maar ook van andere mensen uit mijn omgeving.
Mooi hoor, Anemoon: "De Anna die hij roept, mist ze nog elke dag."
Alle reacties Link kopieren
Nijntje schreef op 19 februari 2008 @ 23:16:

Voor mij zit de term Chick-lit voornamelijk in de stijl. Het probeert continue spitsvondig te zijn. Bijna popie-jopie. Dat vind ik dan na een aantal pagina´s zo vermoeiend. Dan leg ik het weg, ook al kan ik de inhoud van het verhaal wel interessant vinden.






Lees je in het Nederlands of in het engels? In het Nederlands vind ik de meeste boeken ook niet om door te komen, maar dat komt vooral door de uberslechte vertalingen. Die typische chicklit schrijfstijl is gewoon nauwelijks te vertalen, omdat volgens mij het allergrootste stijlkenmerk is dat vrijwel alle chicklit boeken "uit de losse pols" verteld worden door een ik-figuur. Dus met veel sidesteps, veel overdenkingen, veel 'nutteloze' informatie en veel commentaar op de gebeurtenissen.



Willekeurig voorbeeldje even overgetypt:



'Who is this?' In fact, I know damn well who it is and I am nursing a grudge of watermelon size.

'It's Michelle, honey!'

Oh, I say in my head. Would that be the same Michelle who professes to be a close friend yet doesn't turn up to my father's funeral, explain her absence, or bother to send her condolences? Sadly I am the Terminator in theory and Stan Laurel in practice, as pathetic at confronting friends as I am at confronting spiders. So all I say is an unenthusiastic, 'Hi'.



Dit is in het Nederlands nauwelijks te vertalen, ik zou het in ieder geval niet kunnen en ik vind ook dat echte vertalers dat niet kunnen. Die vervallen inderdaad over het algemeen in een soort popiejopie taaltje wat ik in ieder geval zo irritant vind dat ik gewoon helemaal geen Nederlands meer lees, tenzij door een Nederlandse schrijver geschreven.



Ik hou zelf trouwens wel enorm van die stijl, en ik zie nu, nu ik een willekeurig boek opensla en dit fragment gewoon van de eerste de beste pagina over heb getikt, dat ik idd zelf ook de neiging heb om op die manier te vertellen. Dus dat zou het weer wel chicklit maken.
Am Yisrael Chai!
Alle reacties Link kopieren
Anyway, heb zelf ook nog geen letter op papier voor de opdracht en ben bang dat ik hem zelf ook niet ga halen. Tenzij ik vannacht ineens een brainwave krijg ofzo.
Am Yisrael Chai!
Alle reacties Link kopieren
Moondancer, het verhaal is goed.

Dialoog. Het over en weer elkaar proberen te raken met rotopmerkingen is een mooie aanloop naar de gruwelijke gebeurtenis.

Sommige dialoogzinnen kunnen sterker door overbodige woorden te schrappen. Bijvoorbeeld de zin 'Als je hier gaat zitten janken mag je wel weer oprotten hoor.' kan sterker. -- > 'Als je gaat janken, rot je maar op'.



Dan heb je nog een zin: Begint te vallen.

Je begint te fietsen maar je begint te vallen? Volgens mij klopt dat niet.
Het is mij: shaHla :) (Iranian version)
Alle reacties Link kopieren
Aiai ik ga de deadline ook niet redden, kom om in het werk..

Heb al wel goede verhalen gelezen ook bij dit onderwerp!
Alle reacties Link kopieren
Heb de stukken die zijn neergezet wel even doorgelezen, maar nu ff geen tijd om er iets uitgebreider op in te gaan.



Wil wel nog ff terugkomen op Nijn dr vragen (en heb nóg spijt dat ik over die naam begonnen ben :-); nee serieus, dat ging eigenlijk nergens over, excusez moi --> wel n grappige discussie, én helemaal mee eens dat namen een bepaald gevoel of beeld oproepen -maar dit terzijde-)

Of het belangrijk is te weten of het autobiografisch is: Nee, voor mij niet. De manier waarop je schrijft wekt bij mij de indruk dat het (deels) autobiografisch is en daarom vroeg ik het. Is gewoon pure nieuwsgierigheid :-]



En of het uitmaakt of die brandwondenzaal er gekomen is? Moet bekennen dat toen ik het verhaal las ik me eigenlijk geen moment afgevraagd heb hoe het af zou lopen met die zaal. In mijn ogen deed dat er namelijk helemaal niet toe voor het verhaal. Maar goed, omdat shahla ernaar vroeg vond ik het toch wel leuk om te weten dat het 'goed' afgelopen is. Maar alleen ter bevrediging van mijn eigen nieuwsgierigheid, en niet omdat ik het voor het verhaal nodig vond.



Fijn om te weten dat er meer 'mierenneukers' zijn. En het lijkt me juist wel een voordeel dat er twee soorten mensen hier zijn (even grofweg verdeeld dan): mensen die meer op de grote lijn letten en mensen die (ook) naar de kleinere details kijken.



Oh, toch heel even een korte vraag aan Moondancer: ik kan je verhaal niet helemaal plaatsen. Ik heb geen idee hoe oud de personen in je verhaal zijn. Als ik kijk naar de taal die gebruikt wordt in de dialogen en sommige van de gedachtegangen zou ik zeggen dat het om jonge kinderen. Soms lijken het weer pubers, want welk kind van 6 (bijv) zou zeggen dat zn ouders depressief zijn of gebruikt woorden als zelfmarteling? Maar hoe oud zijn ze dan? Ehh, ik ben n beetje confused dus....
Alle reacties Link kopieren
Ik dacht dat het om pubers ging. (12 - 14, zoiets)



Weet ook nog niet of ik die deadline wel ga halen. Ben al wel een heel eind op weg maar het is echt nog niet af. Ik kijk wel en anders verschuiven we de deadline toch een dagje ofzo?
Het is mij: shaHla :) (Iranian version)
Alle reacties Link kopieren
girl-1983 schreef op 20 februari 2008 @ 12:52:

En of het uitmaakt of die brandwondenzaal er gekomen is? Moet bekennen dat toen ik het verhaal las ik me eigenlijk geen moment afgevraagd heb hoe het af zou lopen met die zaal. In mijn ogen deed dat er namelijk helemaal niet toe voor het verhaal. Maar goed, omdat shahla ernaar vroeg vond ik het toch wel leuk om te weten dat het 'goed' afgelopen is. Maar alleen ter bevrediging van mijn eigen nieuwsgierigheid, en niet omdat ik het voor het verhaal nodig vond.

Inderdaad, enkel puur nieuwsgierigheid.
Het is mij: shaHla :) (Iranian version)
Alle reacties Link kopieren
girl-1983 schreef op 20 februari 2008 @ 12:52:

Oh, toch heel even een korte vraag aan Moondancer: ik kan je verhaal niet helemaal plaatsen. Ik heb geen idee hoe oud de personen in je verhaal zijn. Als ik kijk naar de taal die gebruikt wordt in de dialogen en sommige van de gedachtegangen zou ik zeggen dat het om jonge kinderen. Soms lijken het weer pubers, want welk kind van 6 (bijv) zou zeggen dat zn ouders depressief zijn of gebruikt woorden als zelfmarteling? Maar hoe oud zijn ze dan? Ehh, ik ben n beetje confused dus....
Alex(is) is een jaar of 14 en Simone is iets jonger (12 ofzo).
Alle reacties Link kopieren
daysi schreef op 19 februari 2008 @ 23:24:

Hmm..vreemd, het quoten wilde even niet lukken.



Nou ja, volgens mij bedoelen we iets anders, Nijn. En daarnaast hebben we misschien een verschil in opvatting. Wat ik bedoel is dat wanneer je iemand uit je omgeving neemt en die een andere naam geeft, zoals jij met Annamaria, je dan nog steeds vast zit aan hoe die persoon in werkelijkheid is. En ik denk dat dat je beperkt als je fictie schrijft, maar goed, that's how I feel about that.



Iets anders is het wanneer je een personage baseert op één of meerdere personen die je kent. En volgens mij is dat wat je bedoelt. Precies.



Bijvoorbeeld: Ik kan mijn opa wel gaan opvoeren als brandweerman met hechtingsproblemen in mijn verhaal, maar dan is het mijn opa allang niet meer. Dan heeft dat personage kenmerken van mijn opa, maar ook van andere mensen uit mijn omgeving.
Ja, en dat is toch prima? tenzij je perse je opa heel wilt laten in het verhaal, als biografisch element.
Alle reacties Link kopieren
fashionvictim schreef op 19 februari 2008 @ 23:37:

[...]





Lees je in het Nederlands of in het engels? Beide.



In het Nederlands vind ik de meeste boeken ook niet om door te komen, maar dat komt vooral door de uberslechte vertalingen. Die typische chicklit schrijfstijl is gewoon nauwelijks te vertalen, omdat volgens mij het allergrootste stijlkenmerk is dat vrijwel alle chicklit boeken "uit de losse pols" verteld worden door een ik-figuur. Dus met veel sidesteps, veel overdenkingen, veel 'nutteloze' informatie en veel commentaar op de gebeurtenissen. --> dat laatste is nou precies wat ik erop tegen heb. Het is vaak leuk beschreven, dat wel, maar ik vind het gewoon zonde van mijn tijd om al die meiden-overdenkingen tot me te nemen.



Ik hou zelf trouwens wel enorm van die stijl, en ik zie nu, nu ik een willekeurig boek opensla en dit fragment gewoon van de eerste de beste pagina over heb getikt, dat ik idd zelf ook de neiging heb om op die manier te vertellen. Dus dat zou het weer wel chicklit maken.




Het stoort me niet alleen bij chicklit hoor. Ook nu ik Grunberg lees, die enorm uitwijdt met de gedachtenwereld van zijn hoofdpersoon, dat iriteert me na een tijdje. Of uitgebreide natuurbeschrijvingen (zoals bij Maarten t Hart) die niet relevant zijn voor het verhaal; die sla ik meestal over.



Het kan me niet to-the-point genoeg zijn.
Alle reacties Link kopieren
anemoon schreef op 19 februari 2008 @ 23:18:



SCHULD



Voor de zoveelste keer gaat ze door de stapel papieren heen. Op zolder heeft ze de rekenmachine gevonden waar ze jaren geleden haar eindexamen wiskunde mee overleefd heeft. Daar voert ze nu één voor één alle getallen op in. Soms een plus, maar veel vaker een min. De minnen stapelen zich op, en het wordt een groot zwart gat. Een zwart gat van bijna veertigduizend euro. Ze duizelt van alle getallen, van al deze informatie. Van zijn schijnbare dubbelleven. Hoe heeft hij dit allemaal kunnen doen zonder dat ze hier ooit wat van gemerkt heeft? Hoe heeft het zo ver kunnen komen? De vragen stapelen zich op. Vragen waarop ze de antwoorden waarschijnlijk nooit zal krijgen.



Ze leunt achterover. Haar nek kraakt en ze heeft hoofdpijn. Als ze toch eens heel even haar ogen dicht kon doen… Kennelijk was ze even weggedoezeld, want ze schrikt wakker als ze zijn dwingende geroep vanuit de slaapkamer hoort.



"Anna! Anna!"



Hoewel zij ook Anna heet, weet ze dat hij haar niet bedoelt. De Anna die hij roept mist ze nog elke dag. Ze zucht, wrijft de slaap uit haar ogen, plant een glimlach op haar gezicht en loopt naar hem toe.



"Dag pap! Ben je wakker? Heb je lekker geslapen?"

"Wie ben jij?" gromt hij.

"Ik ben het, pap, Anna."

"Jij bent Anna niet."



Dit gesprek heeft ze inmiddels iets te vaak gevoerd. Het heeft geen enkele zin om de discussie aan te gaan.



"Wat is het mooi weer he?" zegt ze terwijl ze de gordijnen openschuift en een waterig zonnetje de kamer binnenvalt.

"Zal ik een kop koffie voor je maken?"



Als ze geen antwoord krijgt, kijkt ze naar het bed, en ziet dat hij alweer in slaap gevallen is. Ondanks alles wat ze over hem ontdekt heeft, kan ze niet anders dan vertedering voelen. De man waar ze ooit zo tegenop keek is nog maar een schim van wat hij was. Aangeschoten wild bijna. Ze realiseert zich dat zij niet de enige is die het zwaar heeft.



Ze sluit de gordijnen weer en loopt zachtjes de kamer uit. Het is net half zeven geweest. Sam zal nu wel wakker zijn. Ze belt hem, en vertelt van haar bevindingen van die nacht. Nu ze het eindelijk aan iemand kwijt kan, is ze niet meer te stoppen. Ze vertelt over de rekeningen van het casino, over de afschrijvingen van één of andere vage club, over de brieven van schuldeisers. Ze vertelt over haar ongeloof, over haar boosheid, en tenslotte, met overslaande stem, vertelt ze hoe vreselijk schuldig ze zich voelt. Ze had dit toch moeten zien? Hoe kan het dat ze de signalen stuk voor stuk gemist heeft? Ze had vaker bij hem langs moeten gaan na het overlijden van mama. Ze is een slechte dochter.



Sam probeert haar te sussen, maar het lukt hem niet. Hij moet naar zijn werk, een kus, ze hangen op.



Met de telefoon nog in haar hand blijft ze staan en kijkt naar buiten. Hoewel het al aangenaam warm is voor dit tijdstip, voelt ze zich door en door koud. Ze rilt. Dan voelt ze ineens twee armen om haar heen. Hij moet haar hebben horen praten.



"Stil maar, meisje, stil maar. Het is jouw schuld niet," zegt hij onverwacht helder.



Ze vlijt haar hoofd tegen zijn eens zo sterke schouder en de tranen stromen over haar wangen.



"Hoe kan dat nou allemaal, papa?"



Hij houdt haar steviger vast dan ze voor mogelijk had gehouden met zijn zwakke lijf, maar hij geeft geen antwoord. Ze voelt dat haar lichaam zich ontspant. Diep van binnen weet ze dat dit moment voorbij gaat, maar heel even bestaat de rest van de wereld niet meer. De vragen zijn niet meer belangrijk. Zij is weer even het kleine meisje, en hij is haar sterke vader.




Mooi verhaal. Goeie opbouw, het plaatje ontvouwt zich langzaam maar zeker in de eerste paar alineas. Mooi beschreven de emotie van de dochter naar haar foute, maar inmiddels demente (?) vader.



En lekker to the point ;-)
Alle reacties Link kopieren
Het verhaal van Moondancer sprak me wat minder aan.



In het begin was ik gelijk de draad kwijt, wie praat tegen wie, wie is Alex, is er een klein nichtje waar ze samen naar zitten te kijken dat Alexis heet? Ik moest het nog een keer lezen om het te begrijpen. Op zich niks mis mee hoor, maar misschien was dat helemaal niet je bedoeling. :-]



Ik vond de omgang van de 2 personages met elkaar niet zo logisch. Ik snapte de Simone-persoon niet; waarom zoekt ze haar nicht op als die haar zo lelijk behandelt? Ik snap wel dat dat irl ook wel gebeurt, maar in dit verhaal vond ik dat niet overtuigend.



Het dramatisch einde vond ik nogal plotseling en wat ver gezocht.



Sorry Moon. :-]
Alle reacties Link kopieren
Nijntje schreef op 20 februari 2008 @ 18:21:

[...]





Ja, en dat is toch prima? tenzij je perse je opa heel wilt laten in het verhaal, als biografisch element.
'



Wij snappen elkaar. Dat was precies het verschil dat ik bedoelde.

:-]
Alle reacties Link kopieren
anemoon schreef op 19 februari 2008 @ 23:18:



SCHULD



Voor de zoveelste keer gaat ze door de stapel papieren heen. Op zolder heeft ze de rekenmachine gevonden waar ze jaren geleden haar eindexamen wiskunde mee overleefd heeft. Daar voert ze nu één voor één alle getallen op in. Soms een plus, maar veel vaker een min. De minnen stapelen zich op, en het wordt een groot zwart gat. Een zwart gat van bijna veertigduizend euro. Ze duizelt van alle getallen, van al deze informatie. Van zijn schijnbare dubbelleven. Hoe heeft hij dit allemaal kunnen doen zonder dat ze hier ooit wat van gemerkt heeft? Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Mooier is: Hoe heeft het zover kunnen komen? Zonder dat zij hier ooit iets van gemerkt heeft? De vragen stapelen zich op. Vragen waarop ze de antwoorden waarschijnlijk nooit zal krijgen. De herhaling van het woord 'vragen' vind ik niet zo mooi. Die tweede zin überhaupt niet. Die conclusie trekt de lezer vanzelf als hij verder leest.

Ze leunt achterover. Haar nek kraakt en ze heeft hoofdpijn. Als ze toch eens heel even haar ogen dicht kon doen…Ik zou hier een nieuwe alinea van maken (gék op mieren ;)) Kennelijk was ze even weggedoezeld, want ze schrikt wakker als ze zijn dwingende geroep vanuit de slaapkamer hoort.



"Anna! Anna!"



Hoewel zij ook Anna heet, weet ze dat hij haar niet bedoelt. De Anna die hij roept mist ze nog elke dag. Ze zucht, wrijft de slaap uit haar ogen, plant een glimlach op haar gezicht en loopt naar hem toe. Mooi!

"Dag pap! Ben je wakker? Heb je lekker geslapen?"

"Wie ben jij?" gromt hij.

"Ik ben het, pap, Anna."

"Jij bent Anna niet."

Je zou de vader ook niets kunnen laten zeggen, alleen maar laten grommen en wegkijken. Dat maakt het nog schrijnender. Of vind je dat niet mooi?

Dit gesprek heeft ze inmiddels iets te vaak gevoerd. Het heeft geen enkele zin om de discussie aan te gaan. Mocht je daarvoor kiezen, dan moet je hier ook iets anders van maken. duh ;)

"Wat is het mooi weer he?" zegt ze terwijl ze de gordijnen openschuift en een waterig zonnetje de kamer binnenvalt. Bij 'waterig' zonnetje denk ik aan een miezerzonnetje; die twee zonnenstralen waar je 's winters heel blij mee bent. Maar verderop lees ik dat het 'al lekker warm is' Dus het is zomer? Zou ik een ander bijvoeglijk naamwoord kiezen.."Zal ik een kop koffie voor je maken?"



Als ze geen antwoord krijgt, kijkt ze naar het bed, en ziet dat hij alweer in slaap gevallen is. Ondanks alles wat ze over hem ontdekt heeft, kan ze niet anders dan vertedering voelen. De man waar ze ooit zo tegenop keek is nog maar een schim van wat hij was. Aangeschoten wild bijna. Ze realiseert zich dat zij niet de enige is die het zwaar heeft.



Ze sluit de gordijnen weer en loopt zachtjes de kamer uit. Het is net half zeven geweest. Sam zal nu wel wakker zijn. Ze belt hem, en vertelt van haar bevindingen van die nacht. Nu ze het eindelijk aan iemand kwijt kan, is ze niet meer te stoppen. Ze vertelt over de rekeningen van het casino, over de afschrijvingen van één of andere vage club, over de brieven van schuldeisers. Ze vertelt over haar ongeloof, over haar boosheid, en tenslotte, met overslaande stem, vertelt ze hoe vreselijk schuldig ze zich voelt. Ze had dit toch moeten zien? Hoe kan het dat ze de signalen stuk voor stuk gemist heeft? Ze had vaker bij hem langs moeten gaan na het overlijden van mama. Ze is een slechte dochter.



Sam probeert haar te sussen, maar het lukt hem niet. Hij moet naar zijn werk, een kus, ze hangen op.



Met de telefoon nog in haar hand blijft ze staan en kijkt naar buiten. Hoewel het al aangenaam warm is voor dit tijdstip, voelt ze zich door en door koud. Ze rilt. Dan voelt ze ineens twee armen om haar heen. Hij moet haar hebben horen praten.



"Stil maar, meisje, stil maar. Het is jouw schuld niet," zegt hij onverwacht helder.



Ze vlijt haar hoofd tegen zijn eens zo sterke schouder en de tranen stromen over haar wangen.



"Hoe kan dat nou allemaal, papa?"



Hij houdt haar steviger vast dan ze voor mogelijk had gehouden met zijn zwakke lijf, maar hij geeft geen antwoord. Ze voelt dat haar lichaam zich ontspant. Diep van binnen weet ze dat dit moment voorbij gaat, maar heel even bestaat de rest van de wereld niet meer. De vragen zijn niet meer belangrijk. Zij is weer even het kleine meisje, en hij is haar sterke vader.
Verder vind ik het een heel mooi verhaal. Schrijf je professioneel (in wat voor veld dan ook?) Of heb je die ambitie?
Alle reacties Link kopieren
*hijg, hijg*



Mijn verhaal:



‘Ik moet met je praten!’

Ik kijk haar meewarig aan. ‘Alweer praten? Zijn we niet een keer gewoon uitgepraat?’

‘Tan, alsjeblieft. Het is écht belangrijk.’

Ik zucht. ‘Oké dan. Persoonlijk had ik het idee dat alles wat er te zeggen was tussen ons wel een keer gezegd was, maar goed, als jij meent dat het écht belangrijk is dan zou ik zeggen, brand los.’

‘Het gaat over Joël.’



Flashback!



Zeven maanden geleden wilde ze me ook spreken.

‘Ik weet niet goed hoe ik je dit moet zeggen,’ zei ze, ‘maar ik ben verliefd. Op Joël.’

Ik zocht naar iets geschikts om te zeggen. Iets troostends, iets relativerends. Het moest toch verschrikkelijk moeilijk zijn om verliefd te zijn op iemand die al bezet en dus onbereikbaar was. Zoiets als verliefd zijn op een beroemdheid, maar dan nog erger. Ik roerde in mijn thee en dacht na.

Ze wachtte mijn perfecte antwoord niet af. ‘Joël is ook verliefd op mij.’

Mijn hand met de theelepel bevroor. Ik staarde haar aan. Was ze gestoord geworden? Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Ze is nog jong. Ze beeldt zich dingen in. Had ik dat vroeger ook niet?

‘Je gelooft me niet, hè?’ vroeg ze. ‘God, ik vind het al zo moeilijk om het je te vertellen. Nu moet ik je ook nog gaan overtuigen dat het waar is.’

‘Als het waar is,’ vroeg ik zo kalm mogelijk, ‘waarom vertelt Joël me dit dan niet? Hij is vanmorgen doodgewoon naar zijn werk gegaan. We hebben nog séks gehad vannacht.’

Dat laatste was niet waar, maar dat hoefde zij niet te weten.

Zij zei niks, maar keek een beetje voor zich uit.

‘Nou?’ vroeg ik nog eens. ‘Waarom heeft Joël hier niks over gezegd?’

‘Het leek ons beter als ik het zou vertellen,’ zei ze toen.

Ik keek om me heen, naar de kasten, de muur die Joël nog rood had geverfd, de gordijnen die zijn moeder nog voor ons had genaaid. Hier zat ik, in onze flat, op de bank die we samen hadden uitgezocht bij Ikea. Dit was mijn thuis. Dat van mij en van Joël. Hoe kon het dan dat opeens iemand anders in de wij-vorm over mijn vriend praatte? Hoe kon het dat die iemand mijn eigen kleine zusje was? Mijn vriend, de man met wie ik zou gaan trouwen, de vader van mijn toekomstige kinderen, kon toch zeker niet eventjes op een grauwe woensdagmiddag van het ene op het andere moment getransformeerd zijn in mijn zwager?



‘Ik geloof niet dat ik de aangewezen persoon ben om tegenaan te praten als het om Joël gaat, denk je wel?’

‘Tanja, alsjeblieft. Ik moet één ding van je weten. Meer niet.’

‘Wat moet je weten?’ vraag ik.

‘Nou...’ Ze kijkt me kleintjes aan. ‘ Hij doet zo... raar de laatste tijd.’

‘Raar?’ Ik kan mijn lachen amper inhouden. Zou Joël soms een ander hebben? Dát zou een stunt zijn. Mijn zus die mijn vriend heeft afgepikt en vervolgens komt klagen dat hij vervolgens weer met een ander gaat. Sommige mensen zijn wel brutaal. Maar goed, grappig is het natuurlijk wel. Ik bedenk vast een spreekwoord voor als ze straks klaar is met haar verhaal. Gestolen goed gedijt niet, lijkt me wel toepasselijk. Of: zo gewonnen, zo geronnen. Of: what goes around, comes around.

‘Nou...’ Mijn zusje twijfelt even. ‘Hij is zo ontzettend snel kwaad op me. Om niks, bedoel ik.’

Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘O ja?’

‘En dan kleineert hij me helemaal.’ Ze zucht trillerig. ‘Dan schreeuwt hij tegen me en hij scheldt me uit en als we het dan uitpraten, zegt hij dat ik ook zo ontzettend moeilijk ben om mee samen te leven. Dat ik hem trigger. Is dat waar? Ben ik echt zo moeilijk?’

‘Hoe moet ik dat weten?’ vraag ik. ‘Ik ben er toch niet bij, of wel? Hoe moet ik nou weten hoe jij bent in een relatie? Joël komt in elk geval niet bij me langs om het met me te bespreken.’

‘Dat snap ik wel, maar...’ Mijn zusje zucht diep en twijfelt. ‘Was hij... toen jij nog... ik bedoel...’ Dan gooit ze het eruit. ‘Deed hij bij jou ook wel eens zo?’



Weer een flashback. Of liever gezegd, meerdere flashbacks. Het is zeven maanden geleden, maar eigenlijk zijn het alleen nog maar flarden.

Als ik de vaatwasser had uitgeruimd en er lag nog een plasje water op het aanrecht. Als ik boodschappen had gedaan en ik was vergeten om waspoeder mee te nemen. Als ik me in bed te wild omdraaide en hij daar per ongeluk wakker van werd. Als ik hem belde op een verkeerd moment. Als we naar de film waren geweest en we hadden een meningsverschil.

Al die kleine en nog kleinere reden die ik inmiddels ben vergeten.

Hoe zijn gezicht strak trok als hij boos op me was waar anderen bij waren. De blik die een belofte inhield voor straks, als we weer alleen waren. Het zachte, dreigende ‘godverdomme’.

Slaande ruzie. ‘Jij bent zoverschrikkelijk dóm. Echt ongelofelijk.’ ‘Wat ben je toch een gigantisch kutwijf, echt, dat ik het nog met je uithoud.’ En dan het uitpraten. Tergende gesprekken, waarbij hij net zo lang bleef treiteren tot ik precies had gezegd wat hij wilde horen. Dat het allemaal mijn schuld was.

Ik bedacht tig strategieën om de situatie te veranderen en voerde ze allemaal uit. Negeren. Hem een ultimatum stellen. Met hem praten op redelijke toon, op arrogante toon, op nonchalante toon. Terugschelden. Toch maar weer negeren. Na verloop van tijd kon ik me alleen nog maar terugtrekken en a

lles maar over me heen laten komen als hij weer zo’n bui had. Ik was mezelf niet meer. Ik was een schaduw van mezelf.

Ik geloof dat ik uiteindelijk om weinig zo dankbaar ben geweest als om het feit dat hij uit mijn leven verdween.



Ik kijk mijn zusje strak aan.

‘Ik heb geen idee waar je het over hebt,’ zeg ik.

Zij wilde hem, nu heeft ze hem. Alles erop en eraan.
susan wijzigde dit bericht op 20-02-2008 21:26
Reden: stiekem nog even iets aangepast
% gewijzigd
Don't waste your time on jealousy,
Sometimes you're ahead, sometimes you're behind.
Alle reacties Link kopieren
Hoi Daysi, Nijn en Korenwolf, bedankt voor jullie opmerkingen en complimenten!



@Daysi: Met je opmerkingen over het eerste deel ben ik het wel eens, m.n. de 'vragen'. Waar jij een nieuwe alinea zou beginnen had ik dat trouwens ook gedaan, alleen is die er ergens met knippen en plakken uitgegaan :) Ook daarmee eens dus ;-)



Het waterige zonnetje had ik er bewust ingezet, om het dubbele gevoel nog wat te onderstrepen. Ze roept maar zo vrolijk mogelijk dat het zulk mooi weer is, terwijl het zonnetje eigenlijk maar zo-zo is. Maar je hebt gelijk dat het niet consistent is met het latere fragment, waar het al lekker warm is.



Over de dialoog met de vader - lastig. Voor mij maken deze zinnen juist duidelijk dat papa dement geworden is. Of zou dat, als hij alleen maar gromt en wegkijkt, ook al duidelijk genoeg zijn?



Ik schrijf trouwens niet professioneel, maar vind schrijven wel heel erg leuk. Ik roep ook al mijn hele leven dat ik *ooit* wel een boek ga schrijven. Maar daar moet ik nog een hoop voor oefenen, en vooral ook de discipline voor opbrengen! Ik heb er ook nog geen concrete ideeën voor hoor, dus dat schuiven we nog maar even op de lange baan. Ik merkte dat ik dit 'in opdracht' schrijven ook wel heel leuk vond om te doen, dus misschien maar eens kijken of er nog wat schrijfwedstrijden zijn. Leuk man, dit topic, word er helemaal enthousiast van!



Ik merk alleen ook dat ik het feedback geven ontzettend lastig vind. Ik kan er vaak niet precies de vinger op leggen waar het wringt. Chapeau dus in elk geval voor de mensen hier die dat wél zo goed doen.
-
Alle reacties Link kopieren
Een poging!
Susan schreef op 20 februari 2008 @ 21:05:

*hijg, hijg*



Mijn verhaal:



‘Ik moet met je praten!’

Ik kijk haar meewarig aan. ‘Alweer praten? Zijn we niet een keer gewoon uitgepraat?’

‘Tan, alsjeblieft. Het is écht belangrijk.’

Ik zucht. ‘Oké dan. Persoonlijk had ik het idee dat alles wat er te zeggen was tussen ons wel een keer gezegd was, maar goed, als jij meent vind ik te formeel voor in een dialoog dat het écht belangrijk is dan zou ik zeggen, brand los.’

‘Het gaat over Joël.’



Flashback! Ik zou het gegeven dat het om een flashback gaat niet zo expliciet vermelden, maar er iets van maken als 'Ik denk terug aan zeven maanden geleden, toen ze precies dezelfde woorden ook uitsprak.' Het expliciete, en ook nog met uitroepteken 'Flashback', daar word ik een beetje nerveus van op de één of andere manier :-)



Zeven maanden geleden wilde ze me ook spreken.

‘Ik weet niet goed hoe ik je dit moet zeggen,’ zei ze, ‘maar ik ben verliefd. Op Joël.’

Ik zocht naar iets geschikts om te zeggen. Iets troostends, iets relativerends. Het moest toch verschrikkelijk moeilijk zijn om verliefd te zijn op iemand die al bezet en dus onbereikbaar was. Zoiets als verliefd zijn op een beroemdheid, maar dan nog erger. Ik roerde in mijn thee en dacht na.

Ze wachtte mijn perfecte antwoord niet af. ‘Joël is ook verliefd op mij.’

Mijn hand met de theelepel bevroor. Ik staarde haar aan. Was ze gestoord geworden? Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Ze is nog jong. Ze beeldt zich dingen in. Had ik dat vroeger ook niet?

‘Je gelooft me niet, hè?’ vroeg ze. ‘God, ik vind het al zo moeilijk om het je te vertellen. Nu moet ik je ook nog gaan overtuigen dat het waar is.’

‘Als het waar is,’ vroeg ik zo kalm mogelijk, ‘waarom vertelt Joël me dit dan niet? Hij is vanmorgen doodgewoon naar zijn werk gegaan. We hebben nog séks gehad vannacht.’

Dat laatste was niet waar, maar dat hoefde zij niet te weten.

Zij zei niks, maar keek een beetje voor zich uit.

‘Nou?’ vroeg ik nog eens. ‘Waarom heeft Joël hier niks over gezegd?’

‘Het leek ons beter als ik het zou vertellen,’ zei ze toen.

Mooie stukje, geloofwaardig!



Ik keek om me heen, naar de kasten, de muur die Joël nog rood had geverfd, de gordijnen die zijn moeder nog voor ons had genaaid. Hier zat ik, in onze flat, op de bank die we samen hadden uitgezocht bij Ikea. Dit was mijn thuis. Dat van mij en van Joël. Hoe kon het dan dat opeens iemand anders in de wij-vorm over mijn vriend praatte? Hoe kon het dat die iemand mijn eigen kleine zusje was? Mijn vriend, de man met wie ik zou gaan trouwen, de vader van mijn toekomstige kinderen, kon toch zeker niet eventjes op een grauwe woensdagmiddag van het ene op het andere moment getransformeerd zijn in mijn zwager?

Hier geef je ineens heel veel informatie, waardoor het in mijn ogen een beetje over the top wordt. Heb even geen suggesties hoe ik het anders zou doen, sorry!



‘Ik geloof niet dat ik de aangewezen persoon ben om tegenaan te praten als het om Joël gaat, denk je wel?’

‘Tanja, alsjeblieft. Ik moet één ding van je weten. Meer niet.’

‘Wat moet je weten?’ vraag ik.

‘Nou...’ Ze kijkt me kleintjes aan. ‘ Hij doet zo... raar de laatste tijd.’

‘Raar?’ Ik kan mijn lachen amper inhouden. Zou Joël soms een ander hebben? Dát zou een stunt zijn. Mijn zus die mijn vriend heeft afgepikt en vervolgens komt klagen dat hij vervolgens weer met een ander gaat. Sommige mensen zijn wel brutaal. Maar goed, grappig is het natuurlijk wel. Ik bedenk vast een spreekwoord voor als ze straks klaar is met haar verhaal. Gestolen goed gedijt niet, lijkt me wel toepasselijk. Of: zo gewonnen, zo geronnen. Of: what goes around, comes around.

‘Nou...’ Leuk, hoe je hier weer haar kennelijk verkeerde gedachtengang laat zien. Na het hele verhaal gelezen te hebben dacht ik echter wel: zou ze nou écht niet bedacht hebben dat het dáárom ging? Dat zou toch wel het meest voor de hand liggende zijn. Mijn zusje twijfelt even. ‘Hij is zo ontzettend snel kwaad op me. Om niks, bedoel ik.’

Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘O ja?’

‘En dan kleineert hij me helemaal.’ Ze zucht trillerig. ‘Dan schreeuwt hij tegen me en hij scheldt me uit en als we het dan uitpraten, zegt hij dat ik ook zo ontzettend moeilijk ben om mee samen te leven. Dat ik hem trigger. Is dat waar? Ben ik echt zo moeilijk?’

‘Hoe moet ik dat weten?’ vraag ik. ‘Ik ben er toch niet bij, of wel? Hoe moet ik nou weten hoe jij bent in een relatie? Joël komt in elk geval niet bij me langs om het met me te bespreken.’

‘Dat snap ik wel, maar...’ Mijn zusje zucht diep en twijfelt. ‘Was hij... toen jij nog... ik bedoel...’ Dan gooit ze het eruit. ‘Deed hij bij jou ook wel eens zo?’



Weer een flashback. Of liever gezegd, meerdere flashbacks. Het is zeven maanden geleden, maar eigenlijk zijn het alleen nog maar flarden.

Als ik de vaatwasser had uitgeruimd en er lag nog een plasje water op het aanrecht. Als ik boodschappen had gedaan en ik was vergeten om waspoeder mee te nemen. Als ik me in bed te wild omdraaide en hij daar per ongeluk wakker van werd. Als ik hem belde op een verkeerd moment. Als we naar de film waren geweest en we hadden een meningsverschil.

Al die kleine en nog kleinere reden die ik inmiddels ben vergeten.

Hoe zijn gezicht strak trok als hij boos op me was waar anderen bij waren. De blik die een belofte inhield voor straks, als we weer alleen waren. Het zachte, dreigende ‘godverdomme’.

Slaande ruzie. ‘Jij bent zoverschrikkelijk dóm. Echt ongelofelijk.’ ‘Wat ben je toch een gigantisch kutwijf, echt, dat ik het nog met je uithoud.’ En dan het uitpraten. Tergende gesprekken, waarbij hij net zo lang bleef treiteren tot ik precies had gezegd wat hij wilde horen. Dat het allemaal mijn schuld was.

Ik bedacht tig strategieën om de situatie te veranderen en voerde ze allemaal uit. Negeren. Hem een ultimatum stellen. Met hem praten op redelijke toon, op arrogante toon, op nonchalante toon. Terugschelden. Toch maar weer negeren. Na verloop van tijd kon ik me alleen nog maar terugtrekken en a

lles maar over me heen laten komen als hij weer zo’n bui had. Ik was mezelf niet meer. Ik was een schaduw van mezelf.

Ik geloof dat ik uiteindelijk om weinig zo dankbaar ben geweest als om het feit dat hij uit mijn leven verdween.



Ik kijk mijn zusje strak aan.

‘Ik heb geen idee waar je het over hebt,’ zeg ik.

Zij wilde hem, nu heeft ze hem. Alles erop en eraan.

Heel gaaf einde, heel strak. Past ook goed bij de persoon die je gemaakt hebt.
Ik vind het een goed verhaal, met een aantal verrassende wendingen. Hier en daar zou het naar mijn idee wat strakker kunnen, en met name van het expliciete gebruik van de flashbacks ben ik niet zo'n fan. Dat maakt het in mijn ogen wat gekunsteld.
-
Alle reacties Link kopieren
Waar zijn alle schrijvers? Arme Susan, moest je je haasten voor de deadline en vervolgens was het oorverdovend stil ;-) (op een paar mensen na)



Mijn oppervlakkige indruk van je verhaal is dat ik het erg vind voldoen aan de chicklit-regels (ok, pop-lit X-D ), qua overdenkingen van de hoofdpersoon enzo.



Ik hou zelf meer van een wat droge stijl die veel ruimte overlaat aan de lezer om e.e.a. zelf in te vullen. Maar het gegeven op zich vind ik erg goed; je verhaal neemt een verrassende wending.
Alle reacties Link kopieren
Over het verhaal van Susan; eens met Daysi. Naar mijn smaak mag het ook wat minder expliciet, dat maakt een verhaal als dit soms juist sterker.

------------------

"Ze wachtte mijn perfecte antwoord niet af. ‘Joël is ook verliefd op mij.’

Mijn hand met de theelepel bevroor. Ik staarde haar aan. Was ze gestoord geworden? Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Ze is nog jong. Ze beeldt zich dingen in. Had ik dat vroeger ook niet? Dit vind ik heleboel overbodige letters. ‘Je gelooft me niet, hè?’ vroeg ze. ‘God, ik vind het al zo moeilijk om het je te vertellen. Nu moet ik je ook nog gaan overtuigen dat het waar is.’





Ik vind de dialoog een beetje alsof ik naar een soap zit te kijken. Een beetje over-the-top-drama met een gemene bitch factor erin. Ik mis in het verhaal de nuance, waarin de grote zus zich toch wel een beetje schuldig voelt naar haar zusje toe, terwijl ze natuurlijk tegelijkertijd alle recht heeft om nog steeds boos te zijn. Haar houding is nu een beetje 1-dimentionaal. Net als in een soap dus. :-]



Puur qua stijl vind ik het dan wél weer goed geschreven. Dat het niet mijn smaak is doet daar niks aan af.
Alle reacties Link kopieren
Waar is Digitalis trouwens gebleven?
Alle reacties Link kopieren
Nou, Susan, super dat je de deadline nog hebt gehaald :)



Wie weet lukt het me vandaag om mijn verhaal te plaatsen. Zit nog te worstelen met één alinea. Heb het gisteren maar even gelaten voor wat het was.
Het is mij: shaHla :) (Iranian version)

Dit is een oud topic. Het topic is daarom gesloten.
Maak een nieuw topic aan om verder praten over dit onderwerp.

Terug naar boven